Motorpsycho - Oorverdovende bloemlezing

VK, Brussel, 31 mei 2014

Elke Motorpsycho-plaat is wel iemands favoriet. Dat maakte een kleine steekproef voor de deuren van de Vaartkapoen al snel duidelijk. De Noren moeten dat stilaan weten, want ze presenteerden niet alleen hun jongste worp ‘Behind The Sun. Ze schakelden ook voortdurend terug. Helemaal tot All Is Loneliness, uit 1993. Het werd een niet te missen bloemlezing.

Motorpsycho - Oorverdovende bloemlezing



De band kwam op als akoestisch folktrio, en opende met een wiegend Coventry Boy. Ogen dicht en je stond te midden van bedauwde velden, op een steenworp van Stonehenge. En dat in de grootstedelijke setting van Molenbeek. Motorpsycho nam ons mee op sleeptouw, en zou er pas tweeënhalf uur later mee ophouden.

De eerste vier nummers waren kort en slank. All Is Loneliness wisselde de toon. Plots kregen we canons, een intense gitaaropbouw en voor het eerst wat percussie. En vanaf The Bomb-Proof Roll And Beyond (For Arnie Hassle) was het hek van de dam. De song greep je bij de keel en liet je zeker een kwartier lang naar adem happen. Drummer Kenneth Kapstad ging tekeer in maten van zeven tellen. Striemende gitaarsolo’s volgden elkaar in ijltempo op. En zelfs het sfeertje van Pink Floyd in Pompeii dwarrelde over de zaal.

Motorpsycho loopt hoog op met zijn invloeden. Zo lazen we tussen de regels ook Yes, Black Sabbath, The Allman Brothers Band, … En dat is geen schande, want de band verkiest vette knipogen boven rechtstreekse kopieën. Behalve dan in Hallucifuge, een boogierocker waarin ze een flard Child in Time smokkelden. Zo naad- en schaamteloos dat het geniaal was.

Motorpsycho greep ook uitgebreid terug naar ‘Let Them Eat Cake’, de plaat die de band in 2000 op de kaart zette als barokke popkunstenaars. In de Vaartkapoen waren er blazers noch strijkers. Maar dat viel nauwelijks op: My Best Friend kreeg een Crazy Horse-versie, en van The Other Fool - prachtig gearrangeerd op plaat, ruwer live - veerden onze nekharen extatisch recht.

Het sleutelmoment van de show viel net voor de bisronde: de Hell-suite. Voor het eerst verenigd, want delen één tot drie staan op ‘Still Life with Eggplant’ (2013), en de resterende vier op ‘Behind The Sun’ (2014). Toen Hans Magnus ‘Snah’ Ryan zijn double neck - een relict uit de seventies, zeg maar - tevoorschijn haalde, wisten we hoe laat het was.

Zeker veertig minuten lang raasde de band van de ene stijl naar de andere: van loodzware shoegaze tot langzaam voorbijtrekkende ambient. Wie vergeten was hoe straf de Noren wel zijn, kreeg in de VK* een oorverdovende herinnering.

31 mei 2014
Fabian Desmicht