Motorpsycho - Boeiende vegetariërs

Muziekodroom, Hasselt, 2 mei 2013

Terwijl alle vrouwelijke teens en twens de longen uit hun lijf gilden bij One Direction in Antwerpen, stonden hun alternatieve - of is dat een scheldwoord tegenwoordig? - broers (en vaders) en die ene tengendraadse zus in de Muziekodroom. Want daar speelden de Noorse goden van Motorpsycho. 

Motorpsycho - Boeiende vegetariërs



Bed Rugs mochten eerst hun matje uitrollen in de Muziekodroom. En dat deden ze met brio. De met de nodige psychedelica doorspekte indierock (al even gelaagd als geslaagd) deed alvast de nodige koppen meeknikken. De (soms drie-) dubbele zang maakte het allemaal nog mooier. En dat de plaats van vaste bassist Arne Omloop diende ingenomen te worden door Niels Hendrix was helemaal geen bezwaar. Speciale vermelding trouwens nog voor Dave Schroyen, die fungeerde als persoonlijke Mr. Tambourine Man, een soort eigen Bez. Bijzonder de moeite, deze bedmatjes.

Of er aubergines in hun koffers staken (de tournee heet 'Tour With Eggplant' naar de nieuwe plaat) werd niet meegedeeld, maar een extra gitarist had Motorpsycho wel meegebracht. En Reine Fiske kreeg meer dan een bijrolletje in de tweeëneenhalf uur durende avonturenfilm die dit gezelschap in Hasselt zou afrollen. Want ook hij mocht laten zien dat hij wel weg wist met de freejazzbluesmetalpopprogpsychedelicarock van het basistrio Saether, Ryan en Kapstad.

De openingsscène werd uitgemaakt door een langzaam aanzwellend Upstairs-Downstairs, waarmee de band al meteen de toon voor de avond zette: er werd vlot over en weer gefreewheeld tussen chaos en orde. Daarbij konden protagonisten (en gitaristen) Ryan en Fiske terugvallen op het bijzonder stevige scenario dat bassist Saether en de razendsnel shuffelende Kapstadt ter plaatse uitschreven. Als toeschouwer werd je zo meegesleurd in het verhaal.

Met Hell Part 1-3 werd op infernale wijze verdergegaan op dit elan. Kapstads duivelse drums waren alomtegenwoordig en de gitaren van Ryan en Fiske verkenden nu eens in hun eentje en dan weer gezamenlijk allerlei helse thema’s, waarna werd teruggekeerd naar de hoofdweg en de band als een stoomwals op kernenergie verder raasde.

Dat August, een cover van Love, vanavond aan bod zou komen stond vooraf al zo goed als vast, gezien het ook al prijkt op de meest recente plaat. Die andere cover lag, hoewel bij nader inzien op het lijf van deze band geschreven, veel minder voor de hand. Maar ook het instrumentale (als je het geneurie tenminste niet meetelt) The Pilgrim (oorspronkelijk van Wishbone Ash) had, net als die eerder vermelde cover van deze Noren kunnen zijn en paste perfect in de set.

Verder was de film spannend tot het einde, zag je de helden van de avond hun slagzwaarden als in een ritueel samen ten hemel richten (tijdens S.T.G.) om ze daarna verwoestend neer te doen dalen en ging het kwartet verwoed op zoek naar de steen der wijzen in The Alchimist. Tussendoor werd er bovendien nog plaats geruimd voor The Ocean In Her Eye, dat de groep naar eigen zeggen al vijftien jaar niet meer had gespeeld.

Alleen in de twee eerste bisnummers waren wij even de draad kwijt. Zowel het ellenlange Ratcatcher als het daaropvolgende Whip That Ghost (Song For A Bro) waren voor ons net een brug(je) te ver. Hier was het immers constant zoeken naar vaste grond en leken de thema’s soms ver zoek.

Maar dat kan aan ons liggen, want met Barleycorn en Hogwash (dat de tweede bisronde uitmaakte) zat het weer meteen helemaal goed. Wij verlieten de bioscoop dan ook met een goed gevoel. Je ziet tenslotte niet elke avond een boeiende film over groenten (of all things).

2 mei 2013
Patrick Van Gestel