Moke - Een ode aan het leven... en de dood

Theater aan de Parade, Den Bosch, 20 december 2011

Het leven heeft mooie kanten zoals liefde en vriendschap, maar ook grimmige als dood en verlies. Over de eerste twee hebben we het graag bij een goed glas wijn. En artiesten schrijven er maar al te graag liedjes over. Over de laatste twee wordt liever met geen woord gerept. Toch zijn dood en verlies al even lang de inspiratie voor prachtige muziek. De Amsterdamse band Moke heeft dat goed begrepen. Tijdens de bijzondere theatertour 'Till Death Do Us Part' zou de band naar eigen zeggen "onaantastbare popklassiekers en vergeten juweeltjes" voor het voetlicht brengen, liedjes dus die die vier kanten van het leven belichten.

Moke - Een ode aan het leven... en de dood



Om klokslag acht uur dimden de lichten in de zaal, hoorden we een hartslag en niet veel later het gepiep van een hartmonitor die uiteindelijk het startsein gaf: flatline! Zanger Felix Maginn gaf een oude, hangende lamp een zwiep waardoor die al heen en weer slingerend de bandleden belichtte terwijl er werd afgetrapt met het bezwerende My Death, een nummer van Jacques Brel.

Moke had de songs duidelijk nauwkeurig bestudeerd en ze zich helemaal eigen gemaakt. Bij de eerste noten van de INXS-klassieker Never Tear Us Apart was er wel dat gevoel van herkenning, maar het was toch even zoeken. De band hield zijn publiek met andere woorden scherp en wist de aandacht vast te houden met onder andere het bloedmooie There Is A Light That Never Goes Out van The Smiths.

Na een kippenveluitvoering van The Drugs Don't Work van The Verve, die naadloos overging in Springsteens Streets Of Philedelphia, sloot de band de eerste helft af met One Of Us van Joan Osborne. De gitaarriff van Phil Tilli was hier cruciaal. Zo hoort dat liedje te klinken.

De tweede helft begon net zo sinister als de eerste. Maginn las The Survivor Comes Home, een gedicht van de Engelse poëet Robert Graves voor, waarna No Man's Land van Eric Bogle, Duran Durans Winter Marches On, een bewerking van hun eigen This Plan en The Killing Moon van Echo & The Bunnymen volgden. Allemaal met evenveel bezieling gespeeld.

Met een krachtige uitvoering van Depeche Modes In Your Room werd er naar een ultieme climax toegewerkt en lieten ze het geheel episch eindigen met een sublieme drumsolo van Rob Klerkx.

Nadat het licht in de zaal werd gedoofd, ging er plots een spot aan, stond Maginn letterlijk op een voetstuk en bracht hij een akoestische uitvoering van That's When Your Heardache Begins, bekend van Elvis Presley. Het klonk alsof het uit een oude, krakende transistorradio kwam.

Moke liet vanavond vooral een heel andere kant van zichzelf zien in een bijna twee uur durende show waarin de liedjes over liefde, dood, vriendschap en verlies hand in hand gingen met de indrukwekkende videobeelden op het grote scherm.

Met de Moke-bijbel (een boekje met uitleg, songteksten en een cd) in de hand verlieten we het theater en zongen we nog tot diep in de nacht: "There is a light that never goes out. There is light that never goes out. There is a light...".

20 december 2011
Gregor Dijkman