Mister Heavenly - De zevende hemel

Charlatan, Gent, 1 december 2011

Het samenvoegen van talent is geenszins een garantie voor goede songs. De muziekgeschiedenis staat bol van de voorbeelden van die stelling. Maar soms werkt het dus wel. Bij Mister Heavenly bijvoorbeeld, die een plaat vulden met wat zij doom wop noemen. Voor ons leek het gewoon een combinatie van fun en prima muziek.

Mister Heavenly - De zevende hemel



Het was een verrassing dat Democrazy erin geslaagd was het drietal, hier versterkt met bassist (en acteur) Michael Cera, naar de Gentse Charlatan te krijgen. Jammer genoeg waren er niet meer dan dertig toeschouwers opgedaagd voor de eerste doortocht van de heren, die één van de betere platen van 2011 maakten.

Dat Some Say Yes Some Do Less het voorprogramma verzorgde was dan weer wel een meevaller. Het vijftal speelde zijn strakke indierock met veel passie. Dat wil zeggen: zanger-(ritme)gitarist en bandbezieler Jonas Tournicourt had er duidelijk zin in en schopte zijn band (bijna) letterlijk vooruit. Leadgitarist Kristof Braekevelt had het dan weer iets moeilijker met al die aandacht en legde zich vooral toe op zijn instrument, dat jankte, kreunde, scheurde en piepte op de juiste momenten.

Enige (minuscule) minpuntje was het feit dat de toetsen van Karel Thant wat verdronken in het gitaargeweld. Hier stond hoe dan ook een band, die duidelijk heel wat in zijn mars heeft en absoluut een groter publiek verdient (maar dat wisten wij u al eerder te melden). En waar zat u ook alweer?

Met Honus Honus – Ryan Kattner in het gewone leven – en Nicholas Thorburn heeft Mister Heavenly twee sterke persoonlijkheden in zijn rangen. Persoonlijkheden die hier niet botsen. Integendeel zelfs, ze voelen elkaar perfect aan. Dat blijkt al in opener en eponiem nummer Mister Heavenly. Thorburn maakt af wat Kattner op aanzet van drummer (en derde basisbandlid) Joe Plummer heeft ingezet.

En zo gaat het wel vaker met de songs van deze band. Neem nu Bronx Sniper. Het is Thorburn die met zijn iets zachtere stem het nummer inleidt, maar het zijn Kattners rauwere klanken die het refrein dragen en het breekpunt vormen. Wel jammer dat het de piano van die laatste was die overheerste, waar wij in deze song liever Thorburns gitaar hadden horen hakken. Maar dat nam niet weg dat het bijzonder aangenaam was om mee te maken.

In I Am A Hologram trekt Kattner het laken helemaal naar zich toe en dat was meteen één van de vroege hoogtepunten van de avond. Later zou een warrige fan de band nog verwijten dat dat nummer op de setlist ontbrak, waarna Kattner dat aan de hand van zijn setlist, gekribbeld op de foto van een weelderig voorziene jongedame (“Look, it’s right here on her boobs”) met een brede smile ontkrachtte.

Wat vooral opviel was dat het de band koud liet dat er slechts een handvol muziekliefhebbers was opgedaagd. Plummer hield het ritme strak terwijl Thorburn en Kattner elkaar voortdurend leken uit te dagen en zich verder  gewoon rot amuseerden. Dat resulteerde in leuke versies (hoewel opnieuw wat gitaarkracht ontberend) van Doom Wop en de onvervalste meezinger Diddy Eyes, dat je lijkt terug te voeren naar de vroege dagen van de rock-‘n-roll.

Honus Honus droeg het korte bisnummer Heavy Tumbling op aan de eerder genoemde fan, waarna Thorburn Jonathan Richmans That Summer Feeling nog even onder handen nam. Het waren eerder tussendoortjes, waartegen de voorafgaande songs positief afstaken. Dit was misschien geen overweldigend concert, maar het heeft ons geloof in de songs, die op ‘Out Of Love’ staan, nog versterkt. Geen wonder dat wij ons dus toch heel even in de zevende hemel waanden.

1 december 2011
Patrick Van Gestel