Miranda Sex Garden - Tussen anachronisme en eeuwigheid
Botanique, 20 mei 2024
Het aantal van onder het stof gehaalde bands uit de jaren negentig krijgen we intussen niet meer geteld op de vingers van twee handen. Toch blijft het telkens weer reikhalzend uitkijken naar een eerste concert in elvendertig jaar van zulke al dan niet vergane glories. Zo waren we maandag in de Botanique erg nieuwsgierig naar de verrijzenis van Miranda Sex Garden, maar eerst werden we nog in de juiste stemming gebracht door twee voorprogramma's.
Bleedingblackwood was de zonderlinge opener van de avond. Voor zijn eenmansproject leek de Duitse Timo C. Engels zijn illustere land- en taalgenoot Goethe indachtig. "In der Beschränkung zeigt sich erst der Meister", in de beperking toont zich de meester, want Engels hield het bij een uiterst uitgebeende set.
Tijdens de openingssong bediende hij zich enkel van zijn imposante stem (het soort stem waarvoor vier BV's in 'The Voice' terstond op de buzzer meppen - om zich dan te draaien en te denken: "Damn, een weirdo!"). Voor de daaropvolgende songs, bediende hij zich achtereenvolgens van een akoestische gitaar, een bakje met een knop waarmee hij ook loops produceerde, en een keyboard. Telkens tegelijk erg minimalistisch geïnstrumenteerd en overweldigend met die immense stem.
Stilaan viel ook onze Mark of frank (dit was een tripje naar de jaren negentig, remember?) dat zijn keel nauw aansloot bij het pure madrigalen-verleden van Miranda Sex Garden. Een perfecte opwarmer als het ware, al waren we niet zeker of een avondvullend programma van de man zou blijven boeien. Om het brugje maar de hoofdact helemaal af te maken, industrialiseerde hij in de slotsong een cabaret uit de jaren twintig van de vorige eeuw naar de huidige frenetieke jaren twintig.
Totnogtoe werd de tour van Miranda Sex Garden opgewarmd door Bleedingblackwood, maar in Brussel propte de Botanique er met het lokale duo Veda nog een extra voorprogramma tussen. Die show begon spannend met een lange intro op akoestische gitaar (ergens schatplichtig aan de dreigend rustige intro's van Amenra), waarna zangeres Dominique Van Cappellen (zie ook Baby Fire) inviel met het venijn waarin pakweg ook PJ Harvey gedrenkt werd. Haar teksten flirtten met de meest duistere weemoed ("ik wil dat jij haat wat ik ook haat", in Rain, of ook nog: "Er is genoeg pijn voor iedereen") en beklijfden enigszins. Toch misten we soms de opbouw en bleven de songs sputteren in het gedreven declameren. Misschien kon ons nekvel nog net te gemakkelijk ontkomen aan de greep die we eigenlijk wel wenselijk hadden gevonden?
Eén van de platen uit de jaren negentig waar we minstens één keer per jaar nog naar teruggrijpen, is 'Suspiria' van Miranda Sex Garden. De Britse band, die werd opgericht door drie madrigalen zingende Britse conservatoriumstudentes, maakte destijds een unieke blend van klassieke zang en songstructeren, gespekt met post-grunge gitaren die teruggrepen naar de dark wave en industrial van het decennium ervoor. Als verre nichtjes van Curve, The God Machine of Cranes verrijkten ze een paar platen lang onze muzikale horizon, waardoor we aangenaam verrast opkeken bij het bericht dat de band in de Botanique zou passeren.
Vreemd genoeg herinneren we ons uit hun vorige live bestaan vooral een afgelast concert in Mons in 1994 nadat de drummer een avond eerder door een buitenwipper in elkaar getimmerd werd en twee weken in een Frans hospitaal mocht doorbrengen. Slowdive en Blur redden die avond in Mons voor ons de meubelen, maar dat is een ander verhaal. Anno 2024 vormt drummer Trevor Sharpe samen met boegbeeld Katharine Blake en bassiste Teresa Casella de reïncarnatie van Miranda Sex Garden, aangevuld met drie muzikanten die pas in dit tweede leven de band vervoegden.
Uit het vermelde 'Suspiria' hoorden we in Brussel niets, want de volledige show was opgebouwd rond de albums 'Fairytales Of Slavery' (1994) en 'Carnival Of Souls' (2000). Eigenlijk hadden we maar één nummer nodig om te beseffen dat dit een geslaagde comeback zou worden. Opener The Wooden Boat dwong zichzelf al meteen naar een apoteose, voortgestuwd door het enthousiasme van het publiek dat in een cirkel rondom de band stond als was het een eeuwenoud heidens ritueel. Nu, die opstelling was geen keuze van de band, maar gewoon de nieuwe standaard-opstelling van de Witlof Bar in de kelder van de Botanique. Het was even wennen om nu eens op de rug van de drummer te kijken en dan weer op de ingesnoerde rug van Blake, maar het concept werkte wel. Ook Miranda Sex Garden genoot en zei die driehonderdzestig graden een wonderlijke ervaring te vinden.
Hoewel Katharine Blake gemakkelijk alle aandacht naar zich toe zoog (of blies, wanneer ze alweer eens de blokfluit bovenhaalde), viel op dat niet haar stem maar vooral de drummer en violiste de songs van de felste stuwkracht voorzagen. Sharpe mepte op de vellen als nam hij revanche op die vermaledijde buitenwipper, violiste Bev Lee Harding stond na amper drie songs al met een uitgerafelde strijkstok in de handen. Die passie infiltreerde ook de eerste nieuwe song van de avond, Stardust, waarna Blake - amper vijf songs in de set - plots van het podium verdween. De resterende bandleden werkten af en vervolgden met het instrumentale Escape From Kilburn. Net toen we ons begonnen af te vragen of Blake misschien in de Rotonde naar Hurray For The Riff Raff was gaan kijken of in de Orangerie naar Faye Webster, werd de reden voor de pauze duidelijk. Het frivole charleston-jurkje was in de coulissen ingeruild voor een zwart-roze, haast schunnig korte, latex mini-jurk (met licht potsierlijk grote roze strik). Net op tijd om met Velventine alweer een (sterke) nieuwe song aan te snijden.
In het keldergewelf van de Botanique had het optreden iets van een geheim genootschap dat het stof wegblies van een vergeten muziekblad uit de vorige eeuw, maar wij vonden het een heerlijke bezigheid op een pinkstermaandag. Miranda Sex Garden hield de boog van begin tot eind gespannen. Tijdens All There Is werden we ei zo na tegen het (weliswaar lage) plafond gesmakt door de intense workout waarin de ritmesectie en de violiste verstrengeld waren, in Are You The One haalde Blake dan weer het onderste uit de stem terwijl de gitarist en violiste de drummer muzikaal stonden op te vrijen. Het rustpuntje genaamd The Promise was daarna meer dan welkom.
Na anderhalf uur en twee bissen, zat de voltallige band aan de merch gezellig na te praten. Ergens vonden we het jammer dat Miranda Sex Garden veroordeeld bleef tot een Brusselse kelder en zagen in een visioen dat een van de songs - Kate Bush' Running Up That Hill achterna - opgepikt wordt voor een hippe, duistere, mysterieuze televisiereeks, waarna de band plots sufgestreamd wordt. Nee, niet voor 'Sex And The City', da's een andere Miranda...