Mikal Cronin - Plakkende liedjes

Botanique, Brussel, 3 juni 2015

Altijd een goed teken als je daags na een concert wakker wordt met een liedje van datzelfde concert dat ronddanst in je hoofd. Het concert van Mikal Cronin mocht dan wel kort zijn, het was ook krachtig.

Mikal Cronin - Plakkende liedjes



Whatever was de naam van het voorprogramma. En zo klonk het ook. Garagepop met lichte Cramps-insteek, instant mee-oehoe-baar en rammelend dat het een lieve lust was. Best lekker ook al moest het niet veel langer duren. Want naarmate de set vorderde,  begonnen de korte, felle liedjes meer op elkaar te lijken. Dan kon zelfs de driestemmige zang het niet meer redden. Maar amusant was het wel. Voor even.

Meer variatie was er te horen tijdens het optreden van Mikal Cronin. Hij kon dan wel de volledige gelaagdheid van zijn nummers, zoals ze op plaat klinken, niet doen uitkomen. Want strijkers en blazers waren er om logische (en dus financiële) redenen niet bij. Dat compenseerde hij wel met een overschot aan drive en inzet. De toetsenman moest het gemis opvangen en daarbij werd er nauwlettend op toegekeken dat het niet te klinisch overkwam.

Dus werden er andere maatregelen getroffen. Zoals al in opener – eveneens eerste nummer van zijn meest recente plaat – Turn Around te horen was. De gitaar nam daar bijvoorbeeld de vioolpartij halverwege de song over. Ook positief was de uitstekende tweede stem, die Cronin had gevonden in zijn (solo)gitarist. Gezien hij zelf toegaf met stemproblemen te zitten (hetgeen af en toe, met name in de hogere noten, te horen was), zeker geen overbodige luxe.

Op dat ‘MCIII’ heeft Cronin trouwens een keur aan uitstekende popsongs gezet. De diepgang en passie, die daaruit bleek, was ook terug te vinden in de show. De frontman verloor zich meermaals in solo’s, iets wat vaker voorviel naarmate de show vorderde. En ook al waren de oudere nummers zoals See It My Way potiger, dat nam niet weg dat het volop genieten was van kraakheldere popsongs als ReadyControl of het afsluitende duo Gold en Cycle.

De dramatische pauzes, die kwistig over de songs werden uitgestrooid, droegen bovendien bij tot de sfeer. Het is trouwens typisch voor zijn songs, zoals ten volle bleek uit het driftige Apathy, afkomstig van zijn solodebuut.

Ook van dat debuut was het donker grommende Green & Blue dat ongetwijfeld één van de hoogtepunten was samen met het onlangs van een fonkelnieuwe video (een bloedige remake van Paul Simons You Can Call Me Al) voorziene Say, dat ook al naar zo’n theatrale piek werd geleid. 

Bij nader inzien was het dus onvermijdelijk dat die liedjes in ons hoofd bleven (en blijven) plakken. Kort maar krachtig was het dus. En dat volstond.

3 juni 2015
Patrick Van Gestel