Metallica - Oude aap

Koning Boudewijn Stadion, 16 juni 2019

Metallica - Oude aap

Wat moet er over Metallica nog gezegd worden? De Amerikanen zorgen keer op keer voor een straffe live show met de intussen gekende hoogte- en dieptepunten. In het Koning Boudewijnstadion was dat zeker niet anders.

Als grondleggers van de thrashmetal houden James Hetfield en co ervan om jong, onbekend talent een podium te geven. Voor deze tour namen ze het Noorse stonerpunktrio Bokassa, één van Lars' favoriete jonge bands, mee door Europa. Hoewel het genre best tot zijn recht komt ergens in een donkere, vochtige kelder en de meeste mensen totaal niet wisten wat ze hoorden, konden ze best wel overtuigen. De sound zat vanaf openingsnummer Last Night (Was A Real Massacre) lekker. Intussen was het helaas beginnen regenen. “We hadden nochtans gewaarschuwd dat we de hemel helemaal zouden breken als we in België zouden komen spelen”, speelde de frontman even voor Captain Hindsight. We hebben in elk geval weer een nieuwe referentie voor wanneer we nood hebben aan een goeie portie vette breakdowns.

De occulte rockmachine van Ghost is de introductiefase intussen al lang gepasseerd. In 2012 mochten ze al eens mee met Metallica voor Werchter Boutique en de opmars van mastermind Tobias Forge is bepaald indrukwekkend. We kregen een miniversie van wat we eerder dit jaar al in de Lotto-arena te zien kregen, met naast de ietwat oudere nummers Ritual en Year Zero toch voornamelijk veel nieuwer werk. Openen deden ze opnieuw met hit Rats, dat door de nog niet perfect afgestelde sound opnieuw deels verloren ging. Intussen was de zon terug gaan schijnen, wat er mee voor zorgde dat de show niet helemaal tot haar recht kwam. De meute stond er in elk geval nog grotendeels apatisch naar te staren. Gelukkig hadden de Zweden met Dance Macabre (op papier nochtans zeker niet hun beste nummer, maar live telkens een bommetje) nog een hit vanop Studio Brussel om een groot deel van het publiek mee te krijgen. Een ander hoogtepunt was toch weer de saxofoonsolo van Papa Zero aan het einde van het instrumentale Miasma.

De fans hadden zin in Metallica en rond kwart na negen rolden de mexican waves alvast door het stadion. Het werd een feest van herkenning. Geven de Amerikanen een grootse, energieke liveshow? Zeker en vast. Slaat Lars niet altijd even goed in de maat? Dat bleek op Sad But True na nog goed mee te vallen, maar welke vijfenvijftigjarige draagt trouwens nog een pet achterstevoren? Anyway, is James Hetfield de graafste frontman allertijden? You bet he is!

Iets te laat gingen de lichten uit en schalde It's A Long Way To The Top van AC/DC door de boxen, gevolgd door die intussen bekende intro van 'The Good, The Bad And The Ugly4. Wie gehoopt had op veel oud materiaal van de intussen bijna veertigjarige band, voelde zich wellicht aanvankelijk wat bekocht: na meer dan een uur hadden we onder meer met Disposable Heroes twee nummers van voor 1991 gehad.

Met enkel The Memory Remains uit de 'Load'/'Reload'-periode had het uiteraard allemaal nog veel erger gekund. Lars Ulrich leek zijn drumkrukje weer wat te hebben verlaagd, waardoor hij, zoals de meeste drummers, terug mooi achter de potten zit in plaats van er bijna helemaal bovenop. Het kon duidelijk geen kwaad, want hij leek in vorm te zitten; tot het nochtans trage en groovende Sad But True dus. Hoe je dat nummer zo zwaar de mist in kan doen gaan om iets later wel nummers als One te acen, dat is een mysterie. Geef dan maar de immer energieke James. Wat is die trouwens enorm verouderd! Gelukkig heeft hij intussen de legendarische hangsnor van eind jaren tachtig/begin jaren negentig terug laten staan. Die redneckgrandpalook gaat hem nu eenmaal geweldig af.

Bassist Rob Trujillo en leadgitarist Kirk Hammett zorgden tussendoor graag voor een verrassende, plaatselijke cover, wat in Nederland een versie - hoe komen ze erbij? - van Bloed, Zweet en Tranen van André Hazes heeft voortgebracht. In Brussel hielden ze het, net zoals twee jaar geleden in het Sportpaleis, op Ca Plane Pour Moi.

Na al die nieuwere en vooral tragere nummers, waardoor het concert aanvankelijk niet honderd procent flowde, kregen we plots een hele boterham oude krakers op de glazen boterham. One was het bijna letterlijke vuur aan de lont, gevolgd door een massaal meegebruld Master Of Puppets, For Whom The Bell Tolls en Creeping Death om vervolgens de reguliere set af te sluiten met Seek And Destroy. Lars had intussen al helemaal vooraan de snakepit plaatsgenomen met drumstel en al. Dat is trouwens één van hun grootste troeven, die snakepit met fans die vlakbij het podium kunnen, zonder die onpersoonlijke enorme frontstage die je overal ziet. Dat de gewone werkmens een nier moet verkopen om een ticketje voor die golden circle te scoren, laten we dan even buiten beschouwing.

De eerste encore is tijdens deze tour ofwel Fuel ofwel Spit Out The Bone. Wij hoopten op de laatste, maar kregen met Lords Of Summer misschien nog een slechter alternatief dan dat eerste nummer. Maar wat maakte het uit als je nadien Nothing Else Matters kon meevolgen op tweehonderd smartphoneschermen en nog eens goed kon meebrullen met Enter Sandman.

Natuurlijk waren we na afloop helemaal enthousiast. We hadden weer een goede show gezien met meer dan genoeg toppers. Net zoals die spreekwoordelijke aap hoef je Papa Het en de zijnen immers allang geen smoelen meer te leren trekken.

Na afloop leek het trouwens organisatiegewijs nog even helemaal de mist in te gaan. Eerst de mensen aanraden zoveel mogelijk het openbaar vervoer te nemen, compleet met overdreven dure parkeertickets, om vervolgens het dichtstbijzijnde metrostation te sluiten. Het gevolg was een enorme wachtrij aan dat station aan de andere kant van het stadion en een hele hoop mensen zonder speciaal ticket voor die nachttreinen (want bijna direct uitverkocht) die vreesden de laatste gewone trein te zullen missen. Die typisch Belgische organisatie, weet je wel. Gelukkig bleek dat, net zoals die mindere punten bij een concert van Metallica, al bij al nog goed mee te vallen.

Eerder verschenen op Riff's Al Ghul.

17 juni 2019
Nic De Schepper