Maxïmo Park - Energie voor tien
Botanique, Brussel, 11 februari 2014
Het microfoonstatief. Menig zanger heeft er een haat-liefdeverhouding mee. Het geeft hem houvast, maar het beperkt hem ook. De meesten zien het als een functioneel iets. Weinig gebruiken het, incorporeren het in de show. Freddie Mercury kon het. Matt Berninger van The National kan het. En Paul Smith van Maxîmo Park kan het. Met energie voor tien laveerden ze zich door een grotendeels geslaagde set waarin de hitjes aardig om het nieuwe werk zaten gebreid.
His Clancyness verzorgde het voorprogramma. Deze Amerikaanse band rond Jonathan Clancy neigde muzikaal nu eens naar The Horrors en dan weer naar The Strokes terwijl Clancy's stemgeluid deed denken aan Lou Reed. In afsluiter What Fury Can Say – door de band live flink opgepompt – deed Clancy dan weer aan Arcade Fire denken. Mooie invloeden, waar best ook mooie dingen mee gedaan werden, maar veel nieuws viel er dus niet te rapen.
En dan was het de beurt aan Maximo Park. Ergens is deze Engelse band blijven steken. Toen ze in 2007 hun tweede plaat ‘Our Earthly Pleasures’ uitbrachten, lonkte de doorbraak. Singles haalden de radio en de doorbraak leek een kwestie van tijd.
Maar toen kwamen opvolgers ‘Quicken The Heart’ (2009) en ‘The National Health’. En hoewel die nog wel degelijk hun momenten hadden, doofde de fonkelende ster stilaan uit. In de Orangerie toonden ze dat ze met ‘Too Much Information’ weer op het juiste spoor zitten.
Frontman Paul Smith kwam op, net in het pak met bijpassende hoed, en het was vanaf opener Give Get Take duidelijk dat hij zich als een vis in het water voelde. Na amper twee nummers werd de vest geloosd en ook tussen de nummers maakte het gehijg duidelijk dat hij wel degelijk moe was, ook al was dat er verder niet aan te merken.
Hij stond bijna even vaak op de monitors te zingen als op het podium, sprong, schopte in het rond, knielde, liep van links naar rechts en weer terug en nergens beïnvloedde dat de zang. Elke noot klonk even juist en zuiver. Een trucje, dat niet velen van zijn collega’s hem nadoen.
De hoogtepunten van de set waren - voorspelbaar - de singles uit de twee eerste platen Our Velocity (vroeg in de set), Books From Boxes, Girls Who Play Guitars, I Want You To Stay, Apply Some Pressure en afsluiter Going Missing. Jammer genoeg bleef Karaoke Plays in de kast. Op die momenten toonde het aanwezige publiek dat het Maxïmo Park ook echt graag had door mee te zingen, te klappen en een dansje te plaatsen. Er was bovendien plaats genoeg voor.
Opvallend was ook dat de nummers van het nieuwe album vaak tot de hoogtepunten behoorde. In die nummers wordt nochtans al eens vaker gas teruggenomen. Zoals in single Leave This Island, de popparel Lydia, The Ink Will Never Dry of het dreigende Brain Cells waarin de elektronica-invloeden meer dan ooit naar voren komen en de band als het ware een nieuw geluid laat horen. Ook het weliswaar iets oudere The Undercurrents bleek mooi in dit rijtje te passen met zijn elektronische invloeden en aanwezige piano.
Niet alles zat goed: tijdens het eerste deel stond het geluid iets te schel afgesteld waardoor de muzikale details vaak verloren gingen. Verder leek Apply Some Pressure ons een betere afsluiter dan het nieuwe en rustige Midnight On The Hill, dat eerder fungeerde als anticlimax en ook eerste bisser Where We’re Going was eerder aan de overbodige kant, maar over het algemeen was dit een goede set. Een mooi extraatje was dat By The Monument op verzoek van een fan aan de bisnummers toegevoegd werd.
Smith bedankte uitgebreid en deed dat nu eens in het Engels, dan weer in het Frans (“I’m gonna use some "Bon mots" (sic) between the songs”) en een enkele keer in het Nederlands. En die dankbaarheid leek zelfs gemeend. Dit mogen de heren op Dour zeker nog eens komen overdoen.