Mastodon - Een stier op een rode lap
Ancienne Belgique, Brussel, 21 januari 2012
Het licht viel. De stier van de hoes van 'The Hunter' staarde vanop een reusachtig doek de rode zaal van de AB in. De energie die vrijkwam was ecologisch niet verantwoord. De menigte ging door het lint en de vier mannen van Mastodon, waarvan er drie wandelende tattooshops zijn, betraden het podium om er uit te pakken met een weergaloze krachttoer. We hebben het overleefd, zoals u merkt, maar ons leven heeft anderhalf uur aan een zijden draadje gehangen.

Toch leek het viertal uit Atlanta even tijd nodig te hebben om te acclimatiseren. Net zoals voorprogramma Red Fang voor enige opwinding zorgde, maar ons niet helemaal wist te beklijven door te weinig punch in de sound, zo leed het eerste paar nummers van Mastodons set onder datzelfde gebrek. Bovendien waren de randen van de tientallen songstukjes nog niet altijd zo gaaf en gezandstraald als we gewend zijn. Maar gaandeweg - en het duurde echt niet lang - raakten we door de duizelingwekkende interactie van de vier gekneld in een almaar strakkere wurggreep. Pijn om eindeloos van te genieten, zeg maar.
Klassiekers doen het altijd goed, en zeker als ze Crystal Skull heten. Drie nummers ver in de set brengt het Mastodon definitief in turbomodus. I Am Ahab en Capillarian Crest gooien nóg wat olie op het vuur. Vooral in dat laatste nummer viel onze mond open van verbazing door het mortiervuur van Brann Dailors drums, de aartsmoeilijke, maar perfect uitgevoerde riffs en ritmes en - nog het belangrijkst van al - de onverwoestbare dynamiek, die Mastodon deelt met slechts een handvol bands uit de recente muziekgeschiedenis.
En dan hebben we het nog niet over charisma gehad. Frontman en bassist Troy Sanders deed de metalachtergrond van zijn band alle eer aan, maar schrikte je niet af met infantiele of lachwekkende gebaren. Hij pikte meermaals iemand uit het publiek uit en keek die oprecht indringend in de ogen. Hij smeet de bas rond zijn nek alle kanten op. Hij deed de AB wijdbeens op zijn grondvesten daveren.
Mastodon staat mijlenver af van de doordeweekse, poserende metalband. Vergeet dat niet. Dat weerspiegelde zich in het publiek. Je zag bloedmooie meisjes naast pensioengerechtigde kaalkoppen en daartussenin een harde kern van indiekids, metalheads en mensen die het gewoon weigeren om muziek in hokjes te wringen. Even mixen en je krijgt een schrikwekkende moshpit.
Met slechts twee selecties uit 'Crack The Skye' (2009) liet Mastodon de voorganger van 'The Hunter' in relatieve rust. 'Blood Mountain' (2006) en 'Leviathan' (2004) waren met elk vijf songs schitterend vertegenwoordigd en ook 'Remission' (2002) werd even aangesneden. Het nieuwe materiaal van 'The Hunter' moest echter nergens het onderspit delven. Eerder integendeel. Curl Of The Burl, dat we enkele maanden geleden door zijn verraderlijke simplesse nog met argusogen bekeken hadden, bevestigde zijn status van classic in spe. Niet enkel binnen het Mastodon-repertoire, maar voor de hele rockscene van dit vroeg-eenentwintigste-eeuwse tijdvak. Niet meebrullen was onmogelijk, net als tijdens het memorabele refrein van All The Heavy Lifting: "Just close your eyes / And pretend that everything's fine / I'll tell you when."
Mastodon speelde in de AB ritmisch, technisch en melodisch gezien briljant, én snoeihard - onze oren lagen na afloop urenlang in de lappenmand. We bedachten ons plots dat we de eer hadden om in een uitverkochte zaal een opvoering van een van 's werelds meest uitdagende riff- en songarsenalen bij te wonen. Zweet en bier, maar vooral magie, genialiteit en slamdansende atomen vlogen in de AB door de lucht. Mastodon, dat is Steven Seagall in de biljartscène van 'Out For Justice': veelzijdig, één tegen allen en toch onoverwinnelijk.