Low, Chelsea Wolfe - Gewenning

Ancienne Belgique, Brussel, 1 november 2015

Slowcore en iets wat naar doom neigt. Daarbij past enkel zwart. Er was dan ook weinig kleur te zien. Niet in de zaal en ook niet op het podium van de Ancienne Belgique waar zowel Chelsea Wolfe als Low een volledige set mochten spelen.

Low, Chelsea Wolfe - Gewenning



Je kon er dus maar beter op tijd bij zijn. Want al ruim voor acht uur nam Chelsea Wolfe de zaal in met loodzware bassen en ijzige vocals. Het publiek viel er volledig voor. Rustige passages dienden enkel om het geweld dat daarop volgde en altijd de overhand nam te accentueren en Wolfes stem doemde op als mistbanken in een groezelige stad. Even ongrijpbaar en vaak onverstaanbaar.

Sfeer was er met andere woorden voldoende. Maar muzikaal voelden wij hier weinig bij in tegenstelling tot het overgrote deel van de zaal, dat gewillig het hoofd boog voor de dromen, die Chelsea Wolfe voor hen uittekende. Pas naar het einde toe, met Survive, door de donkere d(r)oomprinses in haar eentje opgestart, voelden wij enige opwinding. We hebben geprobeerd, eerlijk waar, maar het lukte ons dit te laten door dringen.

Doe ons dan maar Low, die toch vaker voor animo zorgden. Ook al leek het vaker slow dan core en waren die paar momenten, dat echt de teugels werden gevierd – een magistraal On My Own, een razend spannend Pissing en afsluiter Landslide – de onbetwiste hoogtepunten van de show.

Niet dat de overige songs van mindere kwaliteit waren. Ook Spanish Translation en Will The Night raakten je op de gevoelige plekjes. Dat laatste nummer noopte drumster Mimi Parker om enkel haar stem te gebruiken, hetgeen dat nummer extra cachet gaf.

Het waren vooral songs van het meest recente album ‘Ones And Sixes’, die aan bod kwamen, soms gezongen door gitarist Alan Sparhawk, dan weer door Parker, soms – zoals in opener Gentle – in een soort van eigenzinnig duet. Bassist Steve Garrington laat ook steeds vaker zijn bas voor wat het is en legt zich dan toe op de piano. Dat was het geval bij Gentle en ook bij de al eerder vermelde, erg mooie versie van Will The Night.

Naast de nieuwe nummers werd plaats gelaten voor publieksfavorieten als Monkey en enige – die verdomde avondklok ook - bisnummer Murderer naast songs uit het wat onnodig verguisde vorige album ‘The Invisible Way’ (Plastic Cup, Holy Ghost).

Nergens werden we echt teleurgesteld door een band, die zichzelf al lang niet meer hoeft te bewijzen, maar echt glinsteren deed het ook niet. De zweepslagen, die wij voelden bij hun optreden op Pukkelpop 2013, werden weer iets zachter. Of ligt het gewoon aan de gewenning?

1 november 2015
Patrick Van Gestel