Lokerse Feesten 2019 - Oma aan de top
Grote Kaai, 2 augustus 2019 - 11 augustus 2019
De Lokerse feesten werken meestal met thema-avonden zoals een metaldag, een urban dag, enz. Nu stond een ratjetoe aan artiesten geprogrammeerd. Bijna allemaal artiesten die zich niet tot één kunstvorm beperken. Ideaal voor mensen die niet in hokjes denken. Maar zijn er daar nog veel van?
Op basis van de opkomst voor Whispering Sons, ’s lands postpunkhoop, zou je gezworen hebben van niet. Tot helemaal vooraan was er nog veel lucht tussen de toehoorders. De fans konden dan ook met een gerust hart en met weidse gebaren de beste eighties dancemoves bovenhalen, ook al omdat ze in de waan waren dat de nacht al een zwarte sluier over de Grote Markt had gedrapeerd en ze dus onzichtbaar waren voor de mannen met de camera’s.
Dat laatste was natuurlijk de verdienste van Fenne Kuppens en haar mannen, die al blij waren dat er zo vroeg op de avond toch al volk opgedaagd was. Dat velen ook nog eens een Whispering Sons-shirt droegen, was genoeg om Kuppens aan te sporen om nog maar eens het beste (of het donkerste) uit zichzelf naar boven te halen. De band is halfweg een zotte festivalzomer en ondertussen al behoorlijk gerodeerd. Dus tegen White Noise en Waste, waren er, ondanks het te vroege uur weer wat nieuwe zieltjes bij gewonnen.
Wie zeker niet in hokjes denkt, is Josh Tillman. Hij prees de Lokerse Feesten met de headliners van de dag. “Patti Smith and Charlotte Gainsbourg, it’s the dream team,” zo monkelde Father John Misty net voor het einde van de eigen set. Of was het ironie? Met Father John Misty weet je immers nooit. Zijn donkerste gedachten, zijn diepste emoties en gitzwart sarcasme verpakt hij ook altijd in melodieën van glanspapier, diep geworteld in de grote Amerikaanse songsschrijverstraditie. Pas als je diep in de pakjes kijkt, zie je wat er werkelijk in zit.
Ook voor Father John Misty bleven er trouwens nog veel gaten in het publiek. Lokeren leek er nog niet klaar voor. De man moest zelf de dj het zwijgen opleggen met een dwingend “Settle down, settle the fuck down.” Hij leek serieus nors en het duurde dan ook zeven songs eer de man de eerste woorden tot de wat verbouwereerde Lokerenaars richtte, al toverde hij bij opener Hangout At The Gallows wel een paar wufte danspasjes uit zijn zwarte loafers.
Het zou het enige noemenswaardige wapenfeit blijken in een set die stapje voor stapje werd opgebouwd en door nogal wat mensen eentonig werd gevonden. Ook wij misten de blazers en voor de meeste mensen bleken de songs van Misty onbekend. Je moet al een aardig mondje Engels spreken om zijn humor te vatten. En riep Tillman zelf niet op tot begrip voor enige middelmatigheid: “Does every story have to be the greatest story ever told?
Toch heeft de man parels van songs en doet zijn stem ons elke keer weer smelten. Als hij zegt geen ster te willen zijn, in Total Entertainment Forever, geloven we hem. Als hij de Ballad Of The Dying Man brengt, hangen we elke keer weer aan zijn lippen. En dat deden we ook toen hij vanaf Chateau Loby #4 (In C For Two Virgins) de pauzes tussen twee songs begon op te vullen met gevatte bindteksten.
De songs waren in deel twee ook een pak potiger en meer afwisselend. In Please Don’t Die mocht een streep mondharmonica opduiken en het rockende I’m Writing A Novel deed de Grote Kaai opleven. Het vormde de aanloop naar Tillmans bekendste song: Real Love (“You might have heard this one in your yoga class”).
Voor wie alsnog in slaap gesukkeld was, was er This Atom Bomb And Me, dat door Misty in zijn eentje werd gebracht, enkel ondersteund door de pianist, maar dat uitbarstte in een flinke dot noise, toen de rest van de band terug zijn plaats innam. Daarna wiegde Tillman ons terug in zijn armen met I Love You, Honeybear als knuffel. Het was er goed vertoeven.
Patti Smith begroette ons zoals een oma dat behoort te doen. Goedlachs en wuivend betrad ze het podium. Zachtjes legde ze haar Wing om onze schouders, maar eens geïnjecteerd door de rock-‘n-roll van Are You Experienced, mikte diezelfde vriendelijke oma een vette fluim op het podium. Het zou niet de laatste zijn.
Toch was het vooral liefde die Smith verspreidde; liefde voor de mensen, liefde voor de vrijheid en liefde voor de planeet waarop wij leven. Ghost Dance was bijna een religieuze belevenis en Beds Are Burning (van Midnight Oil) paste haar als gegoten. Of beter: ze zette het volledig naar haar hand nadat ze het inleidde met een eigen gedicht.
Op Dancing Barefoot bewees de tweeënzeventigjarige nog over heel wat gratie te beschikken. De manier waarop ze galant haar jasje uitdeed… daar kon menig Lokerse barmeid nog wat van leren. Maar haar gedachten waren bij Ruby en Hart Campbell, twee tieners die dit jaar het leven lieten in een ongeval en aan wie Beneath The Southern Cross opdroeg.
En uiteraard dacht ze vandaag aan haar zoon Jackson Smith, ook haar gitarist en bovendien jarig. Hij kreeg een taart en zijn verwekker, Fred Sonic Smith, kreeg Because The Night. Tussendoor bracht bassist Tony Shanahan covers van Free (Rolling Stones) en Walk On The Wild Side (Lou Reed) en droeg Jackson After The Goldrush op aan de eenzame Marc Curiosity Rover, die naar zijn mening op zijn verjaardag in 2012 op Mars landde en daar sindsdien telkens zijn verjaardag alleen moet vieren. Feitelijk was dat op 6 augustus, maar het was een mooi gebaar.
De band amuseerde zich en wanneer Smith Pissing In A River bracht en de vlechten losmaakte tijdens een ziedende versie van Gloria (Them) waarin zij de ondertussen legendarische woorden “Jesus died for somebody’s sins, but not mine", stopte, raakte ook het publiek aan de kook. En dus zong het uiteraard People Have The Power uit volle borst mee.
Smith is ondertussen (terecht) een icoon, maar de menselijkheid en het enthousiasme dat ze uitstraalde, zijn minstens even prijzenswaardig. Wie wil er niet zo’n oma? En wie zou niet zo willen zijn als zij op die leeftijd? Wij alvast wel. Waar kunnen we tekenen?
Net zoals Patti Smith is Charlotte Gainsbourg een multi-talent. Ze mocht zelfs een trapje hoger op de affiche staan en er werden kosten noch moeite gespaard voor de lichtshow. Op het podium werden kaders geplaatst en rechthoekige, spiegelende platen opgehangen die voor mooie plaatjes moesten zorgen en zoals je onder andere op de pagina van Creeping Mac Kroki kan zien, was dat ook zo, maar dat Gainsbourg in de eerste plaats actrice is en geen zangeres, werd al snel pijnlijk duidelijk.
Vanaf opener Lying With You, trakteerde Gainsbourg ons op een klinische, mechanische beat waarboven ze met haar fluisterzang maar amper uit kwam. De setting op het podium kwam over als een steriel labo en zo klonk Gainsbourg ook: gemaakt en emotieloos. We gaven haar nog een kans en bleven wachten op beterschap. Die leek er te komen met Sylvia Says waarbij Gainsbourg vanachter de piano kwam, maar dan volgde Paradisco en leek het pleit verloren. We misten de warmte van Patti Smith, die het aandurfde om minutenlang hetzelfde akkoord te strummen op de gammele gitaar en om zich te amuseren.
In dansen op de LCD-Soundsystem-klanken van in het Electro Depot hadden we geen zin en tegen dat Gainsbourg de tedere kaart trok, waren wij dan ook al afgedropen.
Collega (cd) had zijn sportschoenen aangetrokken en pendelde de hele avond tussen het buiten- en binnenpodium. Dat laatste heet officieel de Red Bull Music Room en de bands die daar aantraden moesten zeker niet onderdoen voor de meer ronkende namen op het hoofdpodium.
Na de donkere sound bij daglicht van Whispering Sons, mochten The Germans de trip vervolmaken in de donkere ondergrond van de sportzaal achter het grote podium. Als vanouds kregen we eerder een in alle richtingen kronkelend muzikaal monstertje, dan een netjes afgelijnde set songs.
Een beetje met pijn in het hart schakelden we ons karretje voortijdig van hun rollercoaster om toch maar Father John Misty te zien. Binnenkort onze herkansing op Leffingeleuren. Net als bij het voetbal winnen op het einde The Germans want toen Mauro vijf uur later de vier dag van deze Lokerse Feesten deed ontploffen, stonden de bandleden wild om zich heen te molenwieken voor het podium.Respect!
Is Whispering Sons onze nationale postpunkhoop, dan is Newmoon de shoegazehoop (een paar jaar terug stonden Fenne Kuppens en co. nog in het voorprogramma van Newmoon in de AB Club). Als het optreden een voorproefje was voor hun in oktober te verschijnen album ‘Nothing Hurts Forever‘, dan wordt dat een plaatje om naar uit te kijken.
Het vijftal hinkelde met passie (en akelige perfectie) van shoegaze naar dreampop en terug. We vergaten dat Patti Smith op ons stond te wachten en bleven tot de laatste noot hangen bij Newmoon. Wegdromen, heet zoiets. Lief waren ze ook want zanger Bart Cannaerts bedankte uitgebreid elke schakel van het festival met een welverdiend schouderklopje voor de honderden vrijwilligers die het zaakje aan de Grote Kaai elk jaar opnieuw draaiend houden.
Nadat we samen met Patti Smith op onze eerstewereldsloffen de aarde hadden gered, pikten we nog een stukje mee van de enige buitenlandse band op het tweede podium. Het Deense Iceage kan zwaar meevallen of zwaar tegenvallen, in Lokeren kregen ze het voordeel van de twijfel. Wereldsongs kregen we niet te horen, maar de band sloofde zich uit om het publiek tot aan de achterste rij mee te krijgen (helaas was die achterste rij niet zo ver van het podium vandaan). De grootste verdienste – ook van de programmatoren – was dat we met Iceage ook meteen de vuile, ongebreidelde rockshow van de avond hadden gehad.
Onder het motto one for the road gingen we na Charlotte Gainsbourg nog even piepen bij Gruppo di Pawlowski. “Even” want het was toch onderweg naar de auto. Dat was buiten Mauro gerekend want een uiterst bizarre interpretatie van Ride Like The Wind (jaja, van Christopher Cross) intrigeerde ons danig en de Limburger zou ons niet meer uit zijn ban loslaten.
Zijn explosieve set kon geen groter contrast zijn met de mooi gestileerde show van Gainsbourg. Terwijl zijn muzikanten hun instrumenten folterden, croonde Pawlowski als een uit de hand gelopen experimentele kruising tussen Jagger en Cave over het podium, af en toe strompelend over een dwerg die nu eens een lappenpop rondslingerde, dan weer in een kartonnen doos figureerde.
De Gruppo slorpte op haast duivelse wijze alle energie uit het (nog talrijke) publiek om het als een niet afhoudende splinterbom terug de zaal in te katapulteren. Het venijn zit in de staart, zeggen ze dan. Rond halftwee lag de zaal in as, maar na een blik op de smartphoneklok breidde Gruppo di Pawlowski er nog een bis aan. Uitgeput konden we ons even later naar de parking slepen. Moe maar erg voldaan na een gezellig gevarieerd avondje Lokerse Feesten zonder echte tegenvallers. (CD)