Lokerse Feesten 2014 - De kracht van een punklegende
Grote Kaai, Lokeren, 8 augustus 2014
De zesde avond van de Lokerse Feesten kleurde opvallend tricolore. Toch werden alle vier de Belgische acts, die nochtans geen onverdienstelijke prestaties leverden, compleet naar huis gespeeld door een punklegende die met gemak hun moeder of zelfs grootmoeder kon zijn.
Die punklegende is natuurlijk Patti Smith. De bakvissen die voor Oscar & The Wolf kwamen opdagen wisten niet wat ze zagen. Zevenenzestig jaar is ze en nog steeds even rock-‘n-roll uitziend als veertig jaar geleden. Dat wil zeggen: lang, grijs, loshangend haar met muts, veel te grote broek, vest en hemd. En veel rochels. Van ver heeft ze veel weg van een man en haar scheurende, scherpe stem deed zeker op het einde van de set soms hetzelfde vermoeden.
Smith was echter in topvorm en herinnerde er ons in vijfenzeventig grandioze minuten aan waar muziek en - bij uitbreiding - het leven nu echt om draait. Of zou moeten draaien. Openers Dancing Barefoot en Redondo Beach kwamen niet over zoals het moest. Het geluid stond te stil en de nummers kabbelden iets te veel om ons meteen bij de keel te grijpen. Midden in de set hadden ze misschien beter overgekomen. Pas tijdens Fuji-San werd duidelijk dat hier een topband stond te spelen met zoals steeds een glansrol voor gitarist Lenny Kaye.
Het eerste kippenvel kwam bij een schitterend opgebouwde versie van Beneath The Southern Cross. Dit was ook het punt waarop de tot dan toe grote, babbelende menigte achteraan het wat zielloze festivalterrein wakker schoot en ook eens in de richting van het podium loerde. Nummer na nummer begeesterde Smith meer en meer en tijdens Pissing In A River en vooral het geniaal in elkaar overgaande Horses en Gloria leken Smith En publiek in een soort van collectieve trance te raken.
Because The Night, opgedragen aan Fred “Sonic” Smith”, haar reeds lang overleden man, hoefde eigenlijk niet in de set, maar deed de laatste babbellustige bierslurpers en paardenworsteters finaal rechtveren. Tijdens de “bisnummers” (Smith weigerde het podium af te gaan en terug op te komen wegens tijdverspilling, dus ging ze maar gewoon door) Banga en vooral het uitzinnige Rock N Roll Nigger werd ons nog even collectief een geweten geschopt, net zoals Neil Young dat een dag eerder had gedaan. De kern van haar boodschap is nooit veranderd: wij hebben de kracht om de wereld te veranderen. Ook al kwam de boodschap uit de mond van een voor sommigen overjaarse hippie, toch klonk het maar zelden zo krachtig, terecht en actueel.
Er is maar één woord dat dit optreden en de hele persoon van Patti Smith kan samenvatten en dat is “echt”. Haar muziek, overtuigingen, voorkomen en idealen zijn echt. Geen geleuter, geen pose, geen gedoe, geen gafake, maar pure poëzie in muziekvorm. Iets waar pakweg Max Colombie, die met Oscar And The Wolf deze dag mocht afsluiten voor een reeds goed leeggelopen terrein, nog heel wat van zou kunnen leren.
In veel opzichten was deze set het compleet tegenovergestelde van de weergaloze passage van Smith. Drama, theater, overbodig grote gebaren, plastieken palmbomen, confettikanonnen, …; geen moeite werd gespaard om ons te overdonderen, maar tevergeefs.
De bombastische (al kan dat gezegd worden over elk nummer) opener Joaquim en het (te) lang uitgesponnen en dansbare Strange Entity klonken niet onaardig, maar in vergelijking met de prachtige albumversies leek het soms alsof we hier naar een coverband van Oscar And The Wolf stonden te kijken.
Afsluiter Princes, nochtans niet ten onrechte al meermaals uitgeroepen tot beste nationale nummer van het jaar, deed ons terug verlangen naar Intergalactic Lovers, die er eerder op de avond wél in slaagden om hun nummers te vertolken in waardige, knappe liveversies. Opvallend trouwens hoe deze band, en vooral frontvrouw Lara Chedraoui, de laatste vier jaar geëvolueerd zijn en aan zelfvertrouwen gewonnen hebben.
Het vijftal wist van begin tot eind te beklijven zonder grote gebaren, maar met vermakende, gewone opmerkingen tussendoor en vooral knappe versies van onder meer Northern Rd en hits Islands en Delay. Het was ons eerlijk gezegd een beetje ontgaan hoeveel simpelweg fijne nummers Intergalactic Lovers ondertussen hebben uitgebracht en het ons dan ook niet geheel duidelijk waarom het allemaal niet nog sneller is gegaan voor hen.
Iets wat we ons al jaren afvragen bij Girls In Hawaii, dat de oneerbare taak had de avond op gang te trekken voor een nog maar mager gevulde Grote Kaai. Iedereen is het er al lang over eens dat dit zestal zowat het beste is wat er aan de andere kant van de taalgrens te beleven valt, maar toch blijft de echte erkenning vooralsnog uit.
Opener Sun Of The Sons bewees nochtans meteen dat dit ten onrechte is. Not Dead en Misses klonken als perfecte indiepop, This Farm Will End Up in Fire kende een geniale opbouw en Flavor was zowat het meest dreigende, zware moment van de hele avond. De band leek niet helemaal in zIJn element, maar desalniettemin zetten ze een oerdegelijke, sterk opgebouwde en professionele show neer waarin het nogmaals duidelijk werd dat hun grote sterkte in de samenzang ligt. Girls In Hawaii zou zonder problemen een bunker als Vorst Nationaal kunnen platspelen. Ooit?
Oh ja, dan was er ook nog Novastar. Die deed wat ze al een eeuwigheid doen. Mooie lichtshow. Sterke stem ook. Joost Zweegers ging ook even op de piano staan. En hij was enthousiast en speelde veel hits. Het klonk allemaal niet slecht, maar na Girls In Hawaii, Intergalactic Lovers en vooral Patti Smith wel erg plat, wat zielloos en akelig perfect met als gevolg dat het ons werkelijk niets deed. En tegen het einde van de set moesten we ook aan Keane denken. Daarmee is alles gezegd. We waren na Patti beter huiswaarts getrokken.