Lokerse Feesten 2011: Robert Plant's Band Of Joy - Mandolines, banjo’s en folkgitaren
Grote Kaai, Lokeren, 7 augustus 2011
Ter introductie: Robert Plants support North Mississippi Allstars leek ons toch wat te weinig gewicht in de schaal te werpen. Gabriël Rios kan de bakvissen misschien verleiden met een Hendrix-covertje en wat E-street-belletjes, maar daar zijn wij te oud voor geworden. En de soul van Paolo Nutini - voor bakvissen èn hun moeders - beroert ons niet echt. U raadt het: wij togen naar Lokeren voor Robert Plant.

Enkele jaren geleden - vijftig jaar volgens de man zelve, tien volgens de rijkswacht - stond Robert Plant al eens op de Grote Kaai met zijn Strange Sensation. Ondertussen is Plant al een paar incarnaties verder en dit keer stonden er dus geen leden van Portishead of The Cure aan zijn zij, maar een keur aan folk- en countryartiesten.
Kwiek opende de groep met Black Dog, maar echt snedig was het niet te noemen. Zangeres Patty Griffin hield zich niet bepaald op de achtergrond en Plants stem werd bij momenten zelfs weggedrukt. Gelukkig viel bij Down To The Sea alles op zijn plaats; Plant nam het voortouw en de band was in zijn element. Het folky arrangement deed de song goed.
De instrumentenwissels tussen elk nummer gebeurden zoals dat hoort: snel, onopvallend, en functioneel. Mandolines, banjo's, een pedalsteel en folkgitaren: u begrijpt dat dit geen zware, elektrische set was. Angel Dance werd naar onze smaak wat te lang uitgesponnen, maar Plant bewees nog altijd zijn vocale uithalen te beheersen zoals alleen de groten dat kunnen.
Buddy Miller blonk niet altijd uit in z'n gitaarsolo's; hij mocht wel zijn eigen nummer Somewhere Trouble Don't Go brengen, maar daarin stal vooral de mondharmonica van Plant de show. Daarna werd het podium in een blauw licht gezet voor de donkere rock van Lows Monkey; als contrast in een harde rockset had het niet misstaan, maar in deze folkset was het gewoon even een ander kleurtje; Shine It All Around kreeg weer een mooie maar voorspelbare behandeling. De vele oooh-oohs en aah-aahs begonnen ook wel wat te vervelen.
De vrij korte set werd afgesloten met Bron-Y-Aur Stomp, Misty Mountain Hop en een verschroeiend en donker Gallow's Pole. Plant bewees nog steeds een uniek en opvallend vocalist te zijn en een frontman met uitstraling en bezieling, maar deze arrangementen en deze groep - hoewel zeer vakbekwaam - zijn zeker niet het meest beklijvende dat we Plant ooit hoorden doen. Nu ja, folkarrangementen passen in de huidige tijdsgeest - iets wat van ons niet altijd gezegd kan worden.