Lokerse Feesten 2011: Morrissey - Zonder scrupules
Grote Kaai, Lokeren, 6 augustus 2011
Natte slipjes gesignaleerd bij de organisatoren van de Lokerse feesten gisterenavond. En dit niet alleen door de aanhoudende regen tijdens het voorafgaande optreden van Balthazar. Er werd absoluut geen geheim van gemaakt dat het stadsfestival al jarenlang hengelde naar de komst van Morrissey. Een ultiem voorstel om vlees noch vis te serveren tijdens de dag van z'n optreden wist het voormalig Smiths-opperhoofd uiteindelijk over de streep te trekken.

Dat niet iedereen opgezet was met de kunstgreep van de organisatie om het festivalmenu aan te passen bleek al weken op voorhand. Op Facebook en Twitter werd opgeroepen om fijne vleeswaren mee te smokkelen op het terrein. Tel daar nog de controverse rond de recente uitspraken van Morrissey over het drama in Noorwegen bij en het is niet verbazend te noemen dat de security bijzonder op z'n hoede was. Onterecht, zo bleek. Want zelfs de hemelsluizen gingen dicht toen de videomontage van Mozzers helden (The New York Dolls, Nico en andere iconen) een kwartiertje voor de aanvang van zijn concert werd gestart.
Hoewel opener I Want The One I Can't Have (uit het Smithsalbum 'Meat Is Murder', of wat had u gedacht?) nog moest opboksen tegen een holle geluidsmix werd met een snedig First Of The Gang To Die de toon gezet voor een kleine twintig minuten jukeboxnostalgie. Crowdpleasers als You're The One For Me Fatty , You Have Killed Me, het onsterfelijke There Is A Light That Never Goes Out en een melancholisch Everyday Is Like Sunday werden bijzonder keurig en haast feilloos afgewerkt.
Daarna verloor de set jammer genoeg een beetje vaart. Dit had allicht te maken met de songkeuze. Maar toch konden we ons ook niet ontdoen van de gedachte dat de in 'Fuck Fur' getooide begeleidingsband (met Boz Boorer op kop) bij momenten eerder op routine speelde. Zo viel het nieuwe Scandinavia wat uit de toon en misten we het charisma van weleer tijdens I Know It's Over, dat live overigens slechts heel zelden gespeeld wordt. Lou Reeds Satellite Of Love mocht dan wel op een schitterende manier aan de man gebracht worden, toch hadden wij de man liever in zijn eigen verleden zien graven.
Het ingetogen Meat Is Murder, dat zich gaandeweg ontpopte tot intense bombast, kon dan weer wel beklijven. "Thank you, to those who listened", predikte Morrissey zonder scrupules. Een statement dat de beelden van mishandeld vee en legbatterijen, die tijdens de song werden geprojecteerd, nog een extra zetje moest geven.
En dan was het plots over. Na het ietwat mak gebrachte Speedway en een snelle, korte maar overdonderende versie van Irish Blood, English Heart verdween het gezelschap in de coulissen om niet meer terug te keren. Jammer, want er was nog ruim de tijd voor één toegift, zoals we dat eigenlijk van hem gewoon zijn.
De eindbalans is dan ook snel gemaakt. Morrissey speelde een sterke, gebalde en charmante set die halfweg zijn vaart wat verloor door de iets minder toegankelijke songkeuze, waarin de echte fan zich ongetwijfeld volledig kon in vinden. Maar voor de grote massa niet altijd evident te slikken was. Ons hoort u daarover lang niet malen. Wij zagen de grootmeester al minder goede beurten maken in het verleden. The pleasure, the privilege was ours!