Lokerse Feesten 2011 - Grauwe pop en pompende beats

Grote Kaai, Lokeren, 30 juli 2011

Of Lokeren klaar was voor deze steeds groter wordende tiendaagse? Na dag één gaat niemand dat ontkennen. Een wisselvallig weertje hing boven vaste waarde Das Pop, een vrij futloos Primal Scream, een pompende Kelis en een zich kranig werend Goose.

Lokerse Feesten 2011 - Grauwe pop en pompende beats



Met een knoert van een zonnebril (ook al was die zon niet aanwezig) sprong de immer goed geluimde Bent Van Looy de Grote Kaai op. Heel de band, weer getooid in de gekende uniformen (maatpak – salopette – houthakkershemden), getuigde van vrolijke nonchalance. Niets nieuws dus, en dat was het gevoel dat bij de hele set van Das Pop overheerste.

Tired stak bovenaan het hitjesblik dat ze opentrokken. Ook Fool For Love zat helemaal vooraan in de set, waarin het gedreven tempo en het stevige gitaarwerk overingens bijzonder opvielen. You, de instant klassieker die ze nooit zo mooi kunnen brengen als op plaat, hield zich bijvoorbeeld staande op frisse gitaartokkels. Het waren deze zoete broodjes die het lauwe publiek slechts enkele graadjes warmer kregen.

Iets wat de band ook doorhad, hoe hard ze ook sleurden. Van Looy kon zelfs enkele bindteksten als “Laten we nog iets spelen. We zijn hier nu toch.” niet binnensmonds houden. Hoe dieper in de set, hoe meer uitgerekt de songs werden gebracht. Die muzikale orgelpunten als outro leverden bij Can’t Get Enough een hels einde op.

Hoogtepunt voor het publiek? De reuze opblaasdobbelstenen, die de band al het hele uur flankeerden en loerend hun kans op een crowdsurf afwachtten, even kunnen aanraken.

Ook Primal Scream sloeg er niet in de lont aan het vuur te steken. Met Screamadelica kwamen ze het twintigjarig bestaan van die plaat vieren door die integraal te spelen. Technisch verdiende de achtergrondband hoge scores: geen foutje te bespeuren bij deze geoliede machine. Ook zangeres Denise Johnson liet enkele keren op indrukwekkende wijze van zich horen: de kloeke stem als respectwinnend wapen.

Moving On Up, aan het begin van de show, boeide het meest met de visuals. 2manydjs-gewijs werd de plaathoes geanimeerd, wat een vrij fascinerend effect had. De rommelige klank van Gillespie ten spijt was het eerste lichtpunt Don’t Fight It, Feel It. De frontman was niet bij de les en stond momenten lang doelloos naar het publiek te staren alsof hij verwonderd was over het feit dat al die mensen daar stonden.

Maar die mensen kwamen voor een goede show en bleven een beetje op hun honger zitten. Bij Higher Than The Sun liet hij zich toch even gaan, bewijzend dat stuntelige x-benen ook rock ’n roll kunnen zijn. Zijn glitterpakje fonkelde enkele strofes lang even fel als de psychedelische achtergrond. Een zweem van vreugde weerklonk bij de radiostem die Loaded inluidde: dan toch nog een glimlachend, meewiegend publiek! Het vrolijk aansluitende Come Together bevestigde die gevonden goede flow.

Zangeres Johnson redde de meubels finaal door onder andere het ingetogen Damaged in de bisronde te brengen. Daar ging Rocks On met een flauwe en grauwe ondertoon bijna de mist in. Al bij al knap dat de band dit 'Screamadelica' nog kan komen spelen, er zijn genoeg bands die daar niet meer toe in staat zijn en er dan maar een Deluxe Edition tegenaan smijten.

Met wat vertraging kwam ze op het podium maar dat maakte Kelis ruimschoots goed. Een pompend eerste halfuur, waarin ze kronkelend over het podium dartelde en zo de minder gekende songs toch dat extraatje meegaf, onze aandacht had ze helemaal. Met een nutteloze dj, die wat effecten moest faken achter haar was het eerste explosief momentje daar: hitsingle Bounce schalde over de Grote Kaai en de klinkers hebben het geweten.

Het luidde een medley in van oude en nieuwe hits, al dan niet van haar. Een Tinie Tempah-intro, de Holiday Rap, Nirvana (hoefde dan weer niet?!), Party Rock Anthem (hoefde al helemaal niet!), elkeen waren ze de korte intro van nummers als Spaceship, 4th Of July en uiteraard Acapella. Haar tijgerpakje zal in Lokeren niet snel vergeten worden.

De meest onheilspellende intro qua coole beats? Synrise, met voorsprong. Goose kon in de slipstream van Kelis het feest verderzetten en hoe. Met Can’t Stop Me Now lazen ze de gedachtegang van de band én het publiek puik.

Toch stonden ze op dat grote podium in open lucht maar wat te proberen tegen de grote, duistere nacht. Hier stond namelijk geen tent die de beats van dichtbij op je danspasjes smijt en daarna nog driemaal doet terugstuiteren op het zeil. Wel een wall of sound die voor de helft vervloog met de wind. De drums moesten opvallend veel van die sound dragen voor een elektronicaband. Het gitaarwerk was dan weer wel van de bovenste plank, knap ingepast. De vettige synths spuwden vooral songs van op de laatste plaat uit de boxen en dat werd gesmaakt.

“This is as good as it gets”, zong Karkousse en daar waren wij zeer tevreden mee!

30 juli 2011
Ben Moens