Liars - Scheuren en verscheuren

Botanique, Brussel, 5 november 2012

Liars is een groep uit Berlijn of Los Angeles of Australië of New York. Ze maken electronische muziek of punkrock of experimentele muziek. Het is niet altijd allemaal duidelijk, maar het zijn dan ook leugenaars. Alleen zichzelf liegen ze niks voor. Op hun zevende plaat maken ze (weer) electronische muziek die herinneringen aan de jaren tachtig oproept. En dat klinkt goed. Op plaat tenminste. Of dat ook live zo was konden we in de Brusselse Botanique uitvissen.

Liars - Scheuren en verscheuren



“Kom zeker ook naar het voorprogramma kijken!”, hadden de mensen van de Botanique ons verwittigd. Waarvoor dank, want The Haxan Cloak maakte er wat moois van.

Uit een klein knoppenbakje haalde de man minimale beats of zelfs extreem minimale beats. Het leek in het begin of ’s mans enige taak was om een loodzware, trage, monotone bas te laten weerklinken in de orangerie terwijl de zwart-witte video’s die achter hem werden geprojecteerd voor de broeierige, dreigende sfeer moesten zorgen. Maar gaandeweg werden geluidjes toegevoegd en we werden op sleeptouw genomen doorheen die wereld van details, die na een half uur allemaal een plaats in een mooi geheel hadden gevonden. Toch wel indrukwekkend!

Met de evergreen Dansez Maintenant als kitscherige intro gaf Liars meteen aan waar de prioriteiten lagen: het publiek moest bewegen. Een trio vette elektronummers en een sullige dansbeweging werden aangewend om de sfeer te zetten, maar het hielp ook dat keyboardspeler Aaron Hemphill en drummer Julian Gross er absurd rare kapsels op nahielden. Gross' vlechtjes waren achteraf allicht makkelijk te verwijderen, het Jommeke-kapsel van Aaron leek een permanentere misdaad tegen de esthetiek.

Liars is geen band die voor één gat te vangen is en ging verder met punkrocknummers als Let’s Not Wrestle Mt. Heart Attack en Scarecrows On A Killer Slant. Strak, overstuurd, hard en compromisloos klonk het. Het zijn ook oudere nummers, maar ondanks de stijlverschillen pasten ze toch bij wat eraan vooraf was gegaan.

In No. 1 Against The Rush klonk de stem van zanger Angus Andrew bijna als Ian Curtis. Een moment later schreeuwde hij zich dan weer te pletter in een scheurend en verscheurend Plaster Casts Of Everything.

Na vijfenveertig minuten kregen we er nog drie toegiften bij en zat het erop. The Other Side Of Mt. Heart Attack had niet meer gehoeven, maar als enige kalm nummer was het een goed geplaatste uitsmijter en een mooie manier om ons de wijde wereld in te sturen.

5 november 2012
Kristof Van Landschoot