Les Nuits Botanique - Etienne Daho - Vedette op Franse wijze
Koninklijk Circus, Brussel, 8 november 2008
Het voorprogramma deed ons even de wenkbrauwen fronsen. De Ukelele Girls brachten popklassiekers op ukelele en dit op humoristische wijze. Onwillekeurig dachten wij dan aan Bart Peeters. Misschien moest die maar eens vaker in Frankrijk gaan spelen, dan bleven dergelijke fratsen ons hopelijk bespaard. Niet bepaald origineel, niet bepaald muzikaal en niet bepaald grappig en daar kan geen kazoo ter wereld iets aan verhelpen. Het verlangen naar een zonnig terrasje en grote hoeveelheden Duvel stak al snel de kop op. Men zou zweren dat een deel van het publiek al aan een dergelijke verleiding had toegegeven want de sfeer zat er toch snel in. Van een heel ander kaliber was Daphné, die onlangs een tweede plaat uitbracht met dromerige liedjes en ballads. Daphné werd op het podium gedragen en op een barstoel gezet. Ze had een been had gebroken en dus zou er van dansen niet veel in huis komen. Maar niet getreurd want met haar mooie fragiele stem en dromerige nummers stal ze al snel menig hart. Met haar cover van Hey Big Spender van Peggy Lee bewees ze dat niet alle Fransen het Engels 'Allo 'Allogewijs verkrachten. Wij dachten aan het beste van Björk en Kate Bush en ook wel aan Duvel en zonnige terrasjes. Er mocht al eens gelachen worden en de set was voldoende gevarieerd om te blijven boeien. Het ging soms iets meer uptempo, en ondanks het gebroken been ging het kontwiegen de bevallige Daphné behoorlijk goed af. Een beetje jammer dat ze haar set afsloot met een cover van Losing My Religion. Een goeie cover weliswaar, maar haar eigen schrijfsels waren merkelijk origineler. Dit smaakte naar meer. Dan was het de hoogste tijd voor monsieur Daho. Met het nodige misbaar en een flitsende lichtshow stond de man op het podium en het publiek werd wild. Daho, met blote borst onder een stijlvol maatpak, liet het zich duidelijk welgevallen zoals het een vedette betaamt. Hij opende de set met een paar nummers uit zijn nieuwe plaat, 'L'Invitation'. Het achtkoppig orkest werd snel voorgesteld, maar het werd al snel duidelijk dat dit live-orkest een tape nodig had voor strijkers en koortjes. Waar Daho op zijn vorige platen nogal eens de elektronica liet spreken, klinkt de nieuwe plaat très rock naar Franse normen. Helaas leek voor de live-optredens het snedige er vakkundig afgehaald. Sterke nummers, dat wel, maar Daho klinkt op plaat al een beetje als warme chocomelk met slagroom en nu was er nog een fikse scheut honing aan toegevoegd. De adoratie van het publiek en Daho's vedette-status maakten het er niet echt beter op. Maar eerlijk is eerlijk. Ondanks de iets te gladde afwerking bleef Daho toch boeien en zowat alle nummers van de nieuwe plaat passeerden de revue net als een resem hits waaronder Des Attractions Désastre, Le Premier Jour, Sur Mon Cou en Saudade. De reacties van het publiek deden ons dan weer denken aan een Clouseau-optreden met die kanttekening dat de muziek hier wel van belang bleef. De lichtshow was bij momenten bijna pijnlijk aan de ogen maar de aandacht bleef op die manier toch altijd op het podium gevestigd. Ook muzikaal bleven de nummers boeien tot het eind, maar de arrangementen misten wat pit.

Daho speelde misschien iets te veel op zeker met deze vrij afgeborstelde show, maar zijn muziek en zijn donkere fluisterstem hielden ons toch geboeid. De adoratie van het publiek en de vedettecultus zijn in Vlaanderen misschien minder courant, in Frankrijk staat Daho in de rij met halfgoden als Gainsbourg en Halliday.
Wars van dergelijke idolatrie blijven wij Daho een sterk songschrijver vinden die muzikaal weet te boeien, maar voor zijn live-arrangementen zou een pittig rockgroepje ons meer bekoren dan deze backing band. Desalniettemin een interessante avond met mooie en interessante muziek waarvan wij nog geruime tijd mochten nagenieten bij een welverdiende Duvel.