Les Nuits 2021 - Sophia, Float Fall - Feest in het Paradijs der Bedrukten
Botanique, 11 september 2021
Eindelijk weer Les Nuits en eindelijk de kans om Sophia nog eens aan het werk te zien in een (middel)grote zaal. Die kans konden we niet laten liggen, ook al staat de band op 19 september ook nog eens op Leffingeleuren. Misschien daarom dat de zaal niet helemaal uitverkocht was, maar zoals steeds hadden de afwezigen ongelijk.
“It’s not the destination, it’s being underway”, zong Ruben Lefever in Castles, de afsluiter van de set van Float Fall. En wat een reis is het al geweest voor hem en Rozanne Descheemaeker! Het bootje stak van wal in 2012 en leek recht naar alle grote havens te varen, maar het liep allemaal even anders en een debuutplaat moet nog altijd komen. Op 24 september is het zover. Dan komt dat naamloze debuut uit, iets wat op 30 september wordt gevierd in een uitverkochte AB.
In de Botanique speelde de band een duoset en van zenuwen of knaldrang leken de twee geen last te hebben. Misschien omdat ze als voorprogramma bij Sophia geprogrammeerd stonden. Als lammetjes die gecast waren in een wolvenfilm. Of misschien omdat dit toch maar een repetitie was voor het echte werk. Hoe dan ook, de breekbare pop heeft, behalve het emotionele gehalte, niets gemeen met de oerkracht die de zevenkoppige hoofdact zou ontketenen.
Wie Float Fall een beetje volgt en Little Words, Hear You en Forever, de drie singles die voorafgingen aan de plaat, kent, weet dat er in al die jaren nog altijd weinig veranderd is in hun sound. Die klinkt nog altijd een beetje onderkoeld, al heeft Lefever datzelfde warme stemgeluid als Oliver Sim – van de band die we niet gaan noemen – en schuift Descheemaeker af en toe de Franse hoorn onder de synthklanken.
Alles liep niet op wieltjes.De vintage bandopnemer, die moest meelopen bijvoorbeeld, liet de band een paar keer in de steek, maar de Prince-cover I Would Die 4 u deed dat euvel snel vergeten. Float Fall lijkt klaar voor een waardig vervolg op het succes van Sometimes.
Sophia gaat al mee sinds 1996 – frontman Robin Propper-Sheppard zelf al bijna dertig jaar, als je The God Machine meetelt – en dat was te merken aan de vele grijze haren in het publiek. Bijna allemaal mannen en vrouwen die meer dan twintig jaar geleden op zondag de tv uitzetten om naar Duyster te luisteren in de beslotenheid van hun slaapkamer en daar kennismaakten met Robin-Proper-Sheppard.
En toch was die beslagen singer-songwriter “nervous as fuck”. Misschien omdat vaste anker, drummer Jeff Townsin, in Engeland was gebleven uit vrees voor een quarantaine achteraf. Of misschien omdat ‘Holding On/ Letting Go’ eindelijk live aan een groot publiek kon worden voorgesteld.
Hoe dan ook, het zorgde er wel voor dat de trein met een ruk uit het perron vertrok met Strange Attractor en nooit stilviel. Er waren zoveel songs te spelen dat Proper-Sheppard maar een paar woorden met het publiek wisselde en de songs voor zich liet spreken. Ook de zes man sterke band stond volledig in dienst van de songs. Enkel gitarist Jesse Maes stuiterde af en toe van rechts naar links over het podium, de energie nog opdrijvend tot alle meters in het rood gingen.
Na twee nummers uit de meest recente plaat werd er met I Left You een eerste oudje op ons losgelaten en werd het emotionele register helemaal opengerukt. Voor ons stond duidelijk een man die geleefd heeft en zijn fouten moet meezeulen als “poids morals” in de rugzak. Een man die de gezichten van ex-geliefden ziet als hij zijn ogen sluit, maar die ook af en toe bijna de gelukkige momenten kan (h)erkennen of minstens berust in zijn lot.
De fans waanden zich alleszins in het Paradijs der Bedrukten. Zelfs zij die Sophia al lange tijd volgen. Sheppard is zich immers bewust dat hij vaak voor eigen parochie speelt en probeert speciaal voor hen telkens weer nieuwe elementen in de songs te stoppen. Zo kreeg The Desert Song een vioolintro van Renato Màrquez die ons recht naar een Marokkaanse souk katapulteerde en eindigde Wait in een zandstorm waarin saxofoon, viool en een overstuurde gitaar voor een onstuitbare orkaan zorgden in de outro.
En ook al hangt de schaduw van de dood over songs als So Slow en Bastards, toch zag je overal extatische gezichten elke keer als Maarten-Jan Huysmans (Amatorski) de sax bovenhaalde. De fans prevelden de woorden van de songs, die voor hen verbonden zijn met een bepaalde periode uit hun leven, woord voor woord mee of probeerden het ritme van Christophe Claeys te volgen in rocksongs als Road Song en Oh My Love om zo opgelopen littekens uit te wissen.
Met afsluiters There Are No Goodbyes en It’s Easy To Be Lonely kreeg de eigenlijke set een redelijk ingetogen staart, maar uiteraard kon de band niet ontsnappen zonder een paar bisnummers. Daarin werd nog eens flink uitgehaald. In Resisting worstelden drie gitaren met elkaar in een straatgevecht zonder weerga en met We See You (Taking Aim) werd een genadeschot afgevuurd dat een heel peloton kon neerleggen.
Het concert leek daarna definitief voorbij, maar toen velen de Orangerie al verlaten hadden, kwam frontman Robin Proper-Sheppard toch nog eens terug. Hij verontschuldigde zich voor het feit dat hij en de nieuwe band niet meer songs hadden kunnen repeteren en speelde dan maar in zijn eentje nog Lost, een nummer dat hij al lang niet meer live speelde, maar deze zomer opnieuw oppikte tijdens de Duyster-show. “One more breath for the wicked” die lang genoeg bleven hangen.