Les Nuits 2014: The War On Drugs - Alle kleuren van de regenboog
Botanique, Brussel, 26 mei 2014
Hoog tijd om het over iets anders dan kleuren te hebben. En wat is er dan beter dan muziek om de zeden te verzachten? In de Botanique kon de overwinning gevierd of de nederlaag vergeten worden met The War On Drugs.
Ideaal om een dergelijke avond te beginnen was de sixtiespop met psychedelisch tintje van Quilt. Met vaak ronduit prachtige vierstemmige samenzang legden zij de vroeg opgedaagden in de muzikale watten. Met twanggitaren gedrenkt in reverb en op goed getimede momenten een Farfisa-orgel maakte dit kwartet dat zowat de hele zaal zich een half uur later uitgelaten voelde.
Er werd niet steeds meerstemmig gezongen. Af en toe nam één van hen het voortouw zoals in Tie Up Tides, dat werd gedragen door gitariste-organiste Ana Fox-Rochinski. Maar ook sologitarist Shane Butler Nam wel eens het heft in handen. Verder liet het kwartet de aandacht van het publiek nooit verslappen omdat er veelvuldig van tempo werd gewisseld en je zo onverhoeds in een volgend nummer kon belanden. Quilt was een leuke verrassing, het volgen zeker waard.
Dan was Victoria + Jean heel andere koek. Ergens op de kruising van Dresden Dolls (het theatrale, pompeuze), Kaizers Orkestra (de doe-het-zelf-aanpak met bussen en platen om op te trommelen) en een garageband leken ze de strijd met de rest van de wereld aan te willen gaan. Victoria had wel een kloeke stem, die ons deed denken aan de misthoorn waarover ook Linda Perry (van onehitwonder 4 Non Blondes) beschikt. Maar het leek allemaal te veel een act, een toneelstuk. Mooie performance, dat wel, maar met te veel show en te weinig hart.
Dan liever The War On Drugs, waarin Adam Granduciel zijn hart, maar ook zijn ziel steekt. Hij had ons beloofd dat de liedjes voldoende gerodeerd zouden zijn tegen de tijd dat hij in Brussel zou spelen. En hij had woord gehouden. Vanaf het moment dat de drumcomputer het begin van An Ocean Between The Waves aankondigde, leek de trein van boeiende gitaarsolo’s, gewiekste wendingen en tot in de puntjes uitgekiende songs vertrokken om niet meer te stoppen voor het eindstation bereikt werd.
Er was een klein dipje bij Under The Pressure, waarin het even aan pit ontbrak, maar daarna won het ijzeren ros terug aan snelheid om geen enkele halte meer te maken.
Om de ketel op te stoken had Granduciel zich omringd met een bijzonder goede en inmiddels tot in de details op elkaar inspelende band waarbij een knik voldoende was om drummer Patrick Berkery op de hoogte te brengen dat het nummer moest afgerond worden of waar de conversatie met toetsenist Robbie Bennett enkel via wat oogopslagen gebeurde.
Als toeschouwer werd je meteen meegesleurd door de op elkaar in beukende golven van gitaar, sax, piano en een krachtige ritmesectie. Het was een genot om een song als Red Eyes aangeblazen te horen worden door de piano om dan te worden overgenomen door de gitaar van Granduciel, die je alle hoeken van de ronde concertzaal liet zien.
Of het nu een ingetogen nummer was als het bijna voelbaar pijnlijke Suffering of verderop in de set I Hear You Calling (van Bill Fay) of gedreven knallers als Baby Missiles, altijd was het van een even hoog niveau. En tussendoor nam Granduciel de tijd om te dollen met de fans en om plectrums uit te delen aan hondenliefhebbers.
Voor één avond zagen wij alle kleuren van de regenboog, alleen niet op de manier dat die in vele vergaderruimtes en tv-studio’s werden getoond. Dit waren emotionele kleuren van een zelden geziene intensiteit. Nog een geluk dat wij onze zonnebril niet vergeten waren.