Les Nuits 2013: Cold War Kids, Plants and Animals, British Sea Power, Milo Greene - Jammer
Botanique, Brussel, 6 mei 2013
Een zwaar beladen affiche, die avond in de Botanique. Vier bands moesten de snijdende noordenwind doen vergeten, maar eigenlijk was het resultaat behoorlijk mager.
Een half uur. Meer kreeg Milo Greene niet om de Chapiteau - dit jaar extra breed en voorzien van vier decoratieve, mooi ingekapselde struiken uit de Kruidtuin - te overtuigen. En hoewel het vijftal wel probeerde met extra percussie en doordeweekse popsongs de kou te verjagen door regelmatig van instrument te wisselen en om beurten te zingen, ontsteeg het resultaat nooit de middelmaat. Het zoveelste bandje in het spoor van Snow Patrol en consorten. Snel gekomen, nog sneller vergeten.
Bij Plants & Animals werden alle franjes weggelaten. Twee gitaren, bas en drums en een pak fantastische songs, die van bij opener Undone Melody, dat na een gevoelige, bijna emotionele intro, een stevig vervolg kreeg, tot aan het einde van de set voortdurend op je schouder tikten. Als om je eraan te herinneren dat er nog iets anders dan Arcade Fire en Neil Young uit Canada komt.
Soms klonk zanger-gitarist Warren Spicer, voorzien van pornosnor, bijna smachtend, waarmee hij de muziek van een song als Good Friend perfect wist te vatten. De volgende keer werd er al rockend een oplossing voor de Crisis! gezocht en werd die song met de nodige hooks en bijpassende tempowisselingen naar een magistraal hoogtepunt geleid.
Hierover kunnen we, net als het optreden, erg kort zijn: het enige minpunt was dat de zes songs lange set bijlange niet volstond om ons te bevredigen. Want hierna hadden wij alleen maar honger naar meer Plants & Animals.
Wat een contrast met het optreden van British Sea Power. De Engelsen hadden er blijkbaar geen zin in. Had het te maken met het feit dat zij de bill niet mochten toppen? Misschien, maar dat gaf hen nog niet het recht de fans – en die waren er wel degelijk – te bedonderen.
Opener Machineries Of Joy leek nog het beste aan te kondigen, maar daarna werd het al snel drammerig en storend. Ook toen bassist Hamilton het roer even overnam sprong de vonk niet over. Loving Animals kon nog even bekoren, maar toen was het kalf eigenlijk al verdronken. Met Carrion werd nog een ultieme poging gedaan om het publiek mee op sleeptouw te nemen, maar buiten de vijf echte fans vooraan, leek ook dat verloren moeite. De Power in hun naam was erg ver te zoeken.
Dus moesten Cold War Kids voor een waardige afsluiter van de avond zorgen. En het mag gezegd dat deze heren nog steeds een show weten neer te zetten, hoewel hun ster nooit meer zo geschitterd heeft als ten tijde van hun debuut ‘Cowards And Robbers’. Ook hun laatste plaat ‘Dear Miss Lonelyhearts’ wist niet iedereen te overtuigen, zelfs al bevat die toch enkele prima songs.
Maar naast de juiste songs kan présence al een heleboel goed maken. En daarover beschikken Nathan Willett en de zijnen wel degelijk. Bassist Matt Maust was nog steeds zijn overenthousiaste zelf, botste te pas en te onpas tegen zijn maats aan en verkocht Willett zelfs een trap voor zijn broek. Nieuwe gitarist Dann Gallucci was iets meer gereserveerd, maar ook hij dwaalde rusteloos als een dronken spook het podium rond. En Willett verstaat de kunst om een publiek te boeien: met zijn handen leek hij een onbestaand orkest te dirigeren en het publiek smulde ervan.
Maar het aantal songs waarmee dat allemaal gepaard moest gaan was helaas te beperkt. Wij konden niet aan de indruk ontsnappen dat alles bij Cold War Kids vervlakt is. Dat (al dan niet gemaakt) stuntelige, hortende van de eerste plaat is inmiddels ver zoek. Waardoor wij bij sommige nummers een geeuw niet konden onderdrukken.
En waar Tuxedos ons nog wist te bekoren, was dit nummer te traag om de zaal echt in motie te zetten. Dat gebeurde pas toen de band de nieuwe nummers liet voor wat ze waren en Hang Me Up To Dry, Hospital Beds en Saint-John opdisten, niet toevallig songs van dat eerste album. Trouwens, ook deze songs zijn tegenwoordig te proper om nog potten te breken. Bovendien nam de band, tegenwoordig versterkt met een vijfde man op toetsen, gitaar en achtergrondzang, niet eens de moeite om een bisronde te spelen. Hadden zij ook begrepen dat het niet echt lukte?
Jammer dat Plants & Animals niet meer tijd kreeg toebedeeld. Jammer dat British Sea Power geen zin leek te hebben. En jammer dat Cold War Kids er slechts gedeeltelijk in slaagde te overtuigen. Jammer dus.