Les Nuits 2011: Twin Shadow, Holy Ghost, Esben And The Witch - Never judge a band by its name?
Botanique, Brussel, 24 mei 2011
Met de boodschap "Enjoy yourself!" werd een aardig feestweekend afgesloten in de Orangerie, die voor een avond omgetoverd werd tot een mixed-up scene van postpunk en disco. Twin Shadow kreeg met zijn zweverige gitaarsound het publiek volledig op de knieën, terwijl het New Yorkse Holy Ghost! nog moest overtuigen, om zo in het midden van de set een dansplatform van jewelste te creëren.

Het objectieve uitgangspunt "Never judge a band by its name" werd deze avond ontkracht door het Britse Esben and The Witch.
Het onheilspellende horrorsprookje dat vorig jaar nog mee op tournee ging met The XX en Foals, was ook live een vrij beangstigende ervaring. De stem en uitstraling van zangeres Rachel Davis hadden helemaal geen grauw of hekserig kantje, maar deden ons vanwege de warme stemvastheid toch hopen op enige kwaliteit.
Helaas verzonk de rest van de muziek in zinloze chaos. Niet dat we achter elke muzieknoot steevast een boodschap zoeken, maar het gitaargejengel, cimbaalgekletter en elektronicageweld kwamen eerder over als een uiting van zwaarmoedige emotionele frustraties. En dat werd bevestigd door Marching Song: "Drum beat died/ Cymbal crash down."
Twin Shadow overtuigde daarentegen onmiddellijk. Na enkele inleidende woorden werden de bassnaren aangeslagen voor het funky Shooting Holes, waarna de drummer, met een op en neer huppelende palmboomstaart op zijn hoofd, met een vette basdrumintro Tyrant Destroyed aankondigde.
Daar waar de nummers op de debuutplaat ‘Forget’ nog een dromerig soundscapelaagje hebben, werden ze live in een ruiger, maar eveneens aanstekelijk jasje van basic bas, gitaar, drums en synth gestoken. Gecombineerd met een droog je m’en fous-gehalte, werd de live meerwaarde van George Lewis Jr. duidelijk in de verf gezet.
Zo kregen we ook een andere versie van Slow te horen. De song bracht ons steevast terug naar de jaren tachtig, maar de typerende Morrisey-toon verviel, waardoor het nummer minder nostalgisch overkwam. Ook Castles In The Snow werd van zijn zweverig Aha-sfeertje ontdaan en de synth ruimde plaats voor meer gitaarwerk. Verrassend en goed.
Met Holy Ghost! werd de instrumentaal vergelijkbare setting voortgezet, maar doken we dieper terug in de geschiedenis naar de discotheken uit de jaren zeventig. Omdat dit hun eerste bezoek aan Brussel was, had het vijftal wat tijd nodig om te wennen.
Hold My Breath ging even de mist in door het ontbreken van de bas. En dat foutje gaf de onzekerheid van de zanger even een extra deuk, maar de band herpakte zich erg snel om zo via Static On The Wire naar een hoogtepunt als Do It Again.toe te werken, waarbij we even aan de fast talk uit Smooth Criminal herinnerd werden.
De Orangerie veranderde hiermee in een erg dynamische motion picture, waarop de New Yorkers, net als wij, nog vaak zullen terugblikken. Zondag, feestdag!