Leffingeleuren - All's well that ends well

De Zwerver, , 29 september 2009

Leffinge. Een dorp in nabijheid van Oostende, waarvan de naam een collectief ¿qué? losweekt. Tenzij je Leffingeleuren vernoemt uiteraard. Het kleine festivalletje van vroeger groeide uit tot een seizoeneind om U tegen te zeggen.

Leffingeleuren - All's well that ends well



Terwijl er zich een ware exodus voordeed op de camping – maandag schooldag -, stroomde rond drie uur, samen met Orchestre International du Vetex, het oudere publiek toe. Traditiegetrouw zou ook deze zondag een rustige dag worden. Tot groot genoegen van de eigenaars van een weekendticket: misschien zouden die gigantische wallen onder de ogen vandaag wel verdwijnen.

Absynthe Minded, volop bezig met het promoten van het nieuwe album, deed alvast een goeie poging om de vermoeidheid uit onze ogen te wrijven. De band zette hard in met Plane Song, waardoor de behoorlijk volle tent al meteen aan de lippen van Ostyn en de zijnen hing. Heaven Knows en Moodswing Baby zetten verder meteen de jazzy toon.

Bert Ostyn, zelf ontsprongen aan West-Vlaamse grond, kon op veel bijval rekenen van jonge tienermeisjes en - de eerlijkheid gebiedt ons dit te zeggen - ook jonge manskerels worden heel even week bij de zachte rock. “Het volgende liedje gaan jullie allemaal wel kennen.”, aldus de frontman en hij zette prompt My Heroics Pt. One in. Ook huidig singletje Envoi is nog lang niet grijsgespeeld. De band mag trots zijn op hun jongste album, en live kunnen de nummers evenzeer bekoren. Seasick Steve, als nobele onbekende in het publiek, kwam, zag en liet Absynthe Minded heel even overwinnen.

Een vreemde eend in de bijt was dan weer Elvis Perkins in Dearland. De band rond de zoon van acteur Anthony Perkins, bekend van Hitchcocks 'Psycho', bracht een karrenvracht blaasinstrumenten mee, maar kon niet overtuigen. Een drammerige set zorgde voor een matig gevulde tent. Een matige opwarmer voor Admiral Freebee.

Admiral Freebee is heden ten dage alleen op pad. Weinigen die daar een punt van maken. De charismatische Antwerpenaar werd verwelkomd door een volle tent, en zijn dankbaarheid was groot. Met Ever Present startte hij groots, terwijl Faithful To The Night dan weer ingetogen en intiem gebracht werd.

Aan humor heeft de boomlange Admiraal geen gebrek, getuige het meermaals scanderen van “I’d rather be thinner than famous, but I’m famous and fat.”. Spek naar de bek van de aanwezigen, die met plezier meelipten met de veelzijdige singer-songwriter. Ook bij Oh Darkness ging er van bij de eerste akkoorden een groot licht branden bij het publiek. Na bisnummer Rags 'n Run nam Van Laer afscheid met de woorden “We komen zeker terug.”, met de nadruk op "we". Dat belooft alweer.

Intussen gingen we even een kijkje nemen in het bomvolle Café de Zwerver, waar Dawn Landes een onwaarschijnlijk enthousiast optreden gaf. De folksongs werden gesmaakt, terwijl een zeer gezellige sfeer heerste in het cafeetje. Lang verpozen konden we er niet, aangezien Ray LaMontagne geprogrammeerd stond in de tent.

De bebaarde artiest gaf een weinig gevarieerd optreden, waar we niet helemaal weg van waren. Kennelijk is LaMontagne niet te vinden voor een gesprek met zijn publiek, wat hem ongelooflijk antipathiek doet lijken. Bij plotse problemen met zijn gitaar vond hij het enkel nodig met zijn crew te praten, maar niets van uitleg te geven aan zijn toehoorders. Bij momenten leek het of de zanger met nogal eentonige songs er niet eens was, te horen aan het geroezemoes in de tent.

De man met de gouden stem liet ons nummers als Jolene of Let it Be Me onthouden. Vreemd genoeg, en tot groot ongenoegen van de toeschouwers, kwam zijn bekendste – en zowat enige – hit You Are The Best Thing helemaal niet aan bod. Als één van de headliners flopte deze bebaarde zanger behoorlijk. Als er één artiest alvast geen fans bij zal gekregen hebben, moet het wel Ray LaMontagne zijn.

Helemaal anders was het dan weer bij Seasick Steve. Onbekend en aanvankelijk onbemind verbaasde de immer sympathieke ex-zwerver vriend en vijand met zijn songs, humor en vreemde snaarinstrumenten. Zo bracht de zanger een gitaar met drankreservoir, eentje met drie snaren (Three-String Trance Wonder), een exemplaar met één snaar (One-Stringed Diddley Bow) en eentje gemaakt uit een gitaar (Cigar Box Guitar) mee.

Het spelplezier droop van de achtenzestigjarige man af en het publiek bedankte op zijn manier terug. De tent, gevuld tot in de nok, danste, zong en sprong onvermoeid mee met de kwieke Steve. Ook de drummer op leeftijd gaf zich helemaal, tot ergernis van een cimbaal van de schijnbaar versleten drumkit die hij meermaals tegen het podium smakte.

Steve was niet vies van een verhaaltje meer of minder. Zo kwamen we bij Chiggers te weten wat je moet doen als je in ‘chiggerterritorium’ komt, en in het ronduit schitterende Dog House Boogie vertelde hij zijn levensverhaal. Kippevel op muziek gezet en soms tristesse bij zijn verhalen. Bij het ingetogen Walking Man herhaalde hij zijn Werchtertruc door opnieuw een meisje het podium op te roepen en het nummer aan haar op te dragen.

Minder aandachtige luisteraars kregen een terecht “Shut the fuck up” naar het hoofd geslingerd, maar in het algemeen gingen jong en minder jong ongegeneerd uit de bol. Dit is een optreden om JE te herinneren, en om als organisator trots en voldaan op terug te kijken en om dit volgend jaar als maatstaf te gebruiken.

29 september 2009
Thomas Morlion