Leffingeleuren 2013 - Met een warm gevoel huiswaarts
Festivalterrein, Leffinge, 18 september 2013
De laatste dag van Leffingeleuren is eigenlijk maar een halve. Tijd genoeg dus om uit te slapen, een uitgebreid ontbijt te nemen en zelfs een fietstochtje van twintig kilometer af te malen. Om halfvier waren we echter weer present in de tent.
Dez Mona zagen we nochtans al verschillende keren aan het werk deze zomer. Waar speelde die band niet eigenlijk? Soit, Gregory Frateur bleek zelfs op de drempel van de herfst nog heel goed bij stem en ook al dook hij deze keer niet het publiek in tijdens Get Out Of Here, toch zette Dez Mona een onderhoudende set neer. Toegankelijker dan in Dranouter, maar zoals Frateur zelf zei: “De prins van de nacht heeft het niet makkelijk om zijn demonen overdag uit te drijven.” Ook aan het einde van de set deed Frateur niet moeilijk. Voor wij beseften dat er iemand om een bis riep, stond hij er al terug, kroop Delbeke achter de piano en kregen we nog Lack of Love.
Zo helder als de stem van Gregory Frateur klonk, zo mat klonk die van Johannes Sigmond van Blaudzun. En hier geen normale backdrop, maar wel het logo van ‘Heavy Flowers’ in duizenden led-lichtjes. De twee bands hadden wel een accordeon gemeen. Vanaf nieuwe song Watch Your Mouth (?) verbeterde de klank gelukkig en werd het toch nog genieten van mooie momenten zoals We Both Know dat werd ingezet op enkel ukelele.
Dan mochten mandoline en accordeon invallen en aan het eind wou Sigmond het publiek laten meefluiten, maar dat lukte niet goed. Hij redde dan maar de meubelen door laconiek te stellen: “Nu mogen jullie eens een Hollander uitfluiten en doen jullie het niet.” Als beloning zong het publiek ongevraagd mee op Solar en werd het (relatief) nieuwe Promises Of No Man’s Land goed ontvangen. Ook leuk was het knipoogje naar Springsteens I’m On Fire in Jezebelle. Ronduit spetterend was de finale met Elephants.
Twee pintjes later stond Trixie Whitley in een soort tafellaken op het podium. Het bleek haar kimono te zijn, want de first lady of bluesy Belgium had het koud. Het deerde niet. Wij kregen het warm zoals altijd bij haar verschijning en na The Engine gingen zowel kimono als lederen jasje al uit.
Toen de stemacrobate achter de piano kroop voor Pieces, was het onze beurt om kippenvel te krijgen. Niet van de kou, maar van emotie. Lang duurde dat echter niet, want Trixie Whitley stoorde zich – net als wij – aan het constante gebabbel dat de muziek oversteeg. “Ik ben hier precies in Holland!”, riep ze vertwijfeld uit om na afloop van Undress Your Name uit plaatsvervangende schaamte de aandachtige luisteraar te bedanken.
De rest van de set besloten Whitley en band dan maar met de spieren te rollen. Surrender kreeg een rockjasje en nog een ander nieuw nummer (The Shack ?) knalde de tent in om van het bijtende Hotel No Name nog maar te zwijgen. Pas op het eind waagde Whitley zich nog eens aan een ballad. En ja, tijdens Breathe You In My Dreams hield het publiek wel de adem in.
Timothy Showalter van Strand Of Oaks was verbannen naar Café De Zwerver waar slechts een vijftigtal mensen getuige konden zijn van de laatste show uit zijn tour die startte in juni 2012. Dat kon de pret echter niet drukken.
Met enkel drummer Chris Ward als ondersteuning – die dan ook nog eens halfweg de set naar het toilet moest – bracht Showalter zijn kleine verhaaltjes op tedere, maar soms ook stoere manier. Zowel fysiek als vocaal deed Showalter denken aan Jesse Tabish van Other Lives, maar muzikaal klonk Strand Of Oaks in deze bezetting natuurlijk veel naakter.
We kijken nu al uit naar een volgende passage van deze man, maar gunnen hem zeker een break nu we zagen hoe hij grijnsde bij de gedachte dat hij zijn vrouw Sue zou terugzien na lange tijd. Hij droeg Bonfire (vreugdevuur) aan haar op en ook wij gingen met een warm gevoel huiswaarts.