Leffingeleuren 2011 - Vrouwen die de klepel weten hangen
De Zwerver, Leffinge, 15 oktober 2011
Terwijl de tent vrijdagavond nog mocht genieten van de schaarse warmte van deze zomer, sloeg de barometer zaterdag om naar Belgisch weer. Een laagje meer aantrekken dus om de tweede dag in te zetten, hoewel we het ook al warm kregen van het aantal vrouwen dat Leffingeleuren op zaterdag in de aanbieding had.

Rainbow Arabia trapte af in de Zwerver met een opwekkende mix van poppy psychedelica, poprock en elektronica. De groep werd aangekondigd met de waarschuwing er best niet te lang naar te luisteren op het risico af om zelf krankzinnig te worden, maar wij maken het nog steeds goed, dank u. Dit is droommuziek om op te woelen en daarna te ontwaken midden in de jungle. Een heel onderhoudend optreden met een frontzangeres die wist waar de klepel hangt. De toon was gezet.
Eerder op de dag speelden Verse Vis-winnaar Scrappy Tapes en Intergalactic Lovers hier al, maar wij keken vooral uit naar Crystal Fighters in de tent. Het vijftal uit Spanje/Engeland werd door onze noorderburen bekroond met een gouden plaat voor hitje Plage, terwijl België meer vertrouwd is met At Home. Al een beetje faam vergaard dus, maar live is deze band pas écht een verademing, die gerust een paar uur later geprogrammeerd mocht worden.
Een charismatische frontzanger Sebastian Pringle die de ukelele bespeelde terwijl immens vette dubstepbeats de tent ingejaagd werden, veel meer was er niet nodig om het jonge volkje te doen gaan. Zelden werd hier zo vroeg op de dag gedanst. De txalaparta, een houten percussie-instrument, gaf ook nog eens een Afrikaanse touch aan het geheel. Een microfoon, die soms eens durfde fluiten, kon het feest niet drukken. Belachelijk vrolijke nummers als Champion Sound of I Love London zijn zeker nummers om te onthouden, net zoals Xtatic Truth en At Home. Deze groep mag, of liever moet u gezien hebben.
In de Zwerver leefde SX-zangeres Stefanie Callebaut zich naar goede gewoontje weer helemaal uit. Iets te veel, misschien, aangezien ze zich schromelijk vergiste en een verkeerd nummer inzette, terwijl de andere bandleden Graffiti speelden. “Shit happens!”, lachte Callebaut haar foutje weg, waarmee ze de sympathie van het publiek zo mogelijk nog meer voor zich won.
De afgeladen zaal wiegde zachtjes mee met lomere nummers als The Future, maar wanneer de zangeres op zwoele toon Black Video aankondigde, konden geile bokken – en de rest van de zaal met hen – pas echt de controle verliezen. Een brave set, maar soms moet dat niet meer zijn.
Iets energetischer was EMA. De violist-toetsenist vertrouwde ons voor het optreden al toe dat het goed zou zijn. Het zou er alleszins op lijken. EMA, initialen van gewezen Gowns-lid Erika M. Anderson, speelde ijzerhard. Anderson had er serieus zin in. En niet alleen in het optreden, zo leek het, met haar suggestieve heupbewegingen en botergeile attitude.
Het geluid zat aanvankelijk niet erg goed, maar gaandeweg kwam het allemaal in orde. De garagerock loeide in de oren, en Anderson wist zich een pose aan te meten waar Courtney Love ongetwijfeld jaloers op zou zijn. Voor het overige lopen alle vergelijkingen met Love mank: EMA is stukken beter.
Geen Courtney Love – de hemel zij geprezen -, maar wel G. Love, singer-songwriter uit Philadelphia, zakte af naar de Leffingse concerttent, voor de gelegenheid zonder begeleidingsband Special Sauce. Een beetje jammer, want hoewel de Amerikaan schijnbaar alles gaf wat hij kon, misten we een beetje meer instrumentale begeleiding dan mondharmonica en gitaar.
G. Love opende flauwtjes met Milk And Sugar. Toch vroeg en kreeg hij een weerzang bij Peace, Love And Happiness. Al vlug werd duidelijk dat dit countryrock ten voeten uit was met een leuke toets hiphop ertussenin. Hoogtepunten waren Paul Simon-cover 50 Ways To Leave Your Lover en titeltrack van het nieuwe album Fixin’ To Die, maar toen plots Admiral Freebee ten berde verscheen en ze samen Rags ’n Run brachten, was het publiek niet meer te houden.
Het duo Blood Red Shoes stond zaterdagavond voor de derde keer op het Leffingse podium na een doortocht in Zaal De Zwerver en op Leffingeleuren 2009. Toen ze hier in 2009 stonden, zat het album 'Fire Like This' eraan te komen. Twee jaar later stonden ze hier weer en fraai standvastig ook.
Het Leffingse concert was het laatste voor het duo de studio weer induikt. En dat konden ze niet genoeg benadrukken. Duo’s doen het over het algemeen niet slecht in de rock-’n roll-scene als we kijken naar The Black Box Revelation of het betreurde White Stripes. Blood Red Shoes mag voor ons gerust ook in dat rijtje thuishoren.
Nummers als Don’t Ask of Light It Up mogen gehoord en, als het even kan, uitgeschreeuwd worden. We wachten alvast vol verwachting op dat nieuwe album van deze twee twintigers.
Concerten van Arno zadelen ons telkens een beetje op met een dubbel gevoel: le plus beau draait al zodanig lang mee dat hij erop afgerekend wordt als hij zijn nieuwe materiaal speelt, en de hits doorschuift naar het einde. Het mocht dan ook niet verbazen dat, met Brussels als uitzondering, de meer gedurfdere sound van laatste album ‘Brussld’ weinig beweging in de tent kreeg.
Met tearjerker Elle Pense Quand Elle Danse werd de voelbare tristesse echter wel bijgezet door heel wat aanstekers. Echt op gang kwam het optreden pas bij Je Veux Nager, en de metamorfose van het tamme publiek naar een dansende massa werd nog meer aangevuurd door nummers als TC-Matic-reliek Oh La La La en Putain Putain. De zoals vaker zichtbaar beschonken Arno leek ons ditmaal toch iets benevelder. Des te meer pret was er te beleven bij finale Les Filles Du Bord De Mer, waarbij het grootste feest van het weekend leek los te barsten.
Afsluiten deden we in de Zwerver, waar de geur van de rookmachine en sloten bier ons tegemoet kwamen. Een geur die Steak Number Eight typeert. De jonkies mochten afsluiten voor een volle zaal, die net als zijzelf, participeerde in het collectief headbangen. Achteraan het podium werd de totstandkoming van tekeningen, die live gemaakt werden, geprojecteerd. Bij pakweg Stargazing werden onze oren verdoofd door drums en gitaren, maar bij Steak Number Eight loont dat steeds de moeite.
Met gefluit in de oren, een voldaan gevoel in lijf en leden en een hoofd vol vrouwelijk schoon begonnen we stilaan te snakken naar rust. Er kwam immers nog een dag.