Leffingeleuren 2011 - Gedurfd maar geslaagd
De Zwerver, Leffinge, 20 september 2011
Noem het een feest om het einde van de oogst te vieren, om een nieuw studentenjaar vol bacchanalen in te zetten, of om gewoon nog eens uit de bol te gaan onder de Leffingse kerktoren. Iedereen zal wel zijn eigen gekke redenen bedenken om een ticket voor Leffingeleuren op zak te steken. Feit is dat wij helemaal geen idee hebben wanneer de oogst ten einde is en bacchanalen meer regel dan uitzonderingen durven te zijn. Leffingeleuren lijkt ons gewoon een heel sterk festival, met een steeds originele en gedurfde affiche. En dat daar al eens een pintje bijhoort, tant pis.

School is Cool mocht deze vijfendertigste editie van Leffingeleuren aftrappen. Helaas konden we slechts het laatste kwartier van de band mee volgen - Leffingeleuren speelt zich nu eenmaal af in een tijd en streek waarin de autoweg al eens versperd durft te worden door tractoren. Uiteraard bracht Humo's Rock Rally-winnaar de hits In Want Of Something en New Kids In Town, maar ook met minder bekendere nummers kreeg de immer energetische band het publiek al aardig op haar hand.
Leffingeleuren is, naast het vanzelfsprekende grote feest, vooral een kans om nieuwe groepen te ontdekken. Screaming Females is zo'n groep.
Het trio, met een frontzangeres die trekken heeft van het aapje van Gorillaz, kwam schuchter het podium van de Zwerver op, maar dat was ook het enige dat schuchter was. Harde riffs en spectaculaire solo's bliezen al snel de waas van verlegenheid van het frêle schoolmeisje in het zwarte jurkje met witte boord en haar vrienden de zaal uit.
Dat Dinosaur Jr. deze schreeuwende wijven - die overigens slechts bestaat uit één Marissa Paternoster, een bassist en een drummer, beiden mannelijk - in hun voorprogramma plaatste, hoeft geen uitleg als je de band aan het werk hoort. Rauw en onversneden grunge, slordig verpakt met een stel sterke stembanden als strik: meer moet dat niet zijn op een vrijdagavond.
Met Das Pop speelt de organisatie op veilig: frontzanger Bent Van Looy is een geboren entertainer. Zo kregen hij en de zijnen een volle tent opgezweept met nummers als You en Skip The Rope, maar ook op songs als A Kiss Is Not A Crime werd vreemd genoeg gecrowdsurfd.
De festivalzomer liet wel zijn sporen na bij Van Looy, bij wie de stem niet meer honderd procent goed zat. Toch knalde ook The Game logischerwijs het dak eraf. Toen de gigantische opblaasbare dobbelstenen - onderwijl een vaste waarde bij Das Pop-optredens - het publiek ingesmeten werden, kon het jolijt helemaal niet op.
Misschien volgende tour een andere gimmick kiezen: de dobbelstenen raakten vaak weer tot bij het podium, waarvan microfoonstatieven het slachtoffer werden.
Op de tonen van Wings wandelden we naar de Zwerver, waar het veelbelovende Yuko een ingetogen set speelde. De bandleden leken elk op zich in een trance te vertoeven. Enkel drumster Karen ging volledig op in de muziek. Zolang de muziek maar goed is, moet de band gedacht hebben.
'For Times When Ears Are Sore', was hun debuutalbum uit 2008. Goede titel voor een album in familie Duyster, en dat bleek ook op het podium. De indiefolk met elektronisch tintje kon op veel bijval rekenen bij het "bijzonder aardige" publiek, maar toch leek iedereen vooral gekomen voor Dolly Parton. Lichtjes cynisch merkte frontzanger op dat ze "nu het nummer gingen spelen waarvoor het publiek allemaal was gekomen."
Terwijl het immer populaire Das Pop een volle tent trok, bleek de opkomst voor Battles heel wat magerder. Aan de snor van Van Looy zal het niet gelegen hebben, want Battles-gitarist-toetsenist Ian Williams heeft er ook een. Het jonge publiek zal de eclectische mix van gitaren, elektronica en slagwerk wellicht niet gesmaakt hebben.
Misschien had deze band beter in de Zwerver gespeeld, aangezien de grandeur ontbrak om de tent helemaal te doen gaan. Niettemin deed Battles een bewonderenswaardige poging met Ice Cream. Ook met Atlas bleef de band verbluffen: hoe ze telkens weer wist op te bouwen naar een climax van jewelste was bijzonder mooi. Druggies beleefden ongetwijfeld de tijd van hun leven, zwevend tussen de eclectische klanken, maar het optreden was een treat voor iedereen.
Na een halfuurtje naar vriendelijke Britse singer-songwriter Jon Allen, die de Zwerver met pakweg Time To Cry een instant liefdesverdriet aansmeerde, geluisterd te hebben, kozen we toch voor het pakken energetischere Goose.
En terecht, want de mannen uit Kortrijk weten steeds te entertainen met loodzware beats en opzwepende lyrics. Meest recente hit Synrise leidde al een groot feest in, dat met Can't Stop Me Now al niet meer stuk kon.
Als een goed geconditioneerde massa ging de afgeladen tent door het lint vanaf het moment dat er een beat door de boxen gejaagd werd. Bij hun vorige passage in 2008 stond deze zelfde tent al in brand met de dj-set van Goose. Live ging het er zo mogelijk nog wilder aan toe.
Bring It On en Black Gloves toonden aan dat Goose heerlijk tijdloze elektro maakt, en met apotheose Words, dat iets te lang gerekt werd, mocht het publiek nog een laatste keer de benen strekken.
Terwijl Lindstrøm de moeilijke taak had het feest in de tent draaiende te houden na Goose, sloot The Hickey Underworld klassevol af in de Zwerver. Dat de stem van frontzanger Younes Faltakh een beetje schor was, daar werd niet zwaar aan getild.
Onder een heldere hemel mochten de festivalgangers afzakken naar de camping, alwaar het feest ongetwijfeld nog tot in de diepe nacht verdergezet werd.