Le Guess Who? 2010 - Pathetische finale
Tivoli, Utrecht, 29 november 2010
Van 24 tot en met 28 november is Utrecht weer helemaal in de ban van het alternatieve muziekfestijn Le Guess Who?. Waar het festival aanvankelijk enkel Canadese acts een platform wou bieden, rekruteerden de programmatoren voor de vierde editie ver buiten die landsgrenzen. Wat een bijzonder indrukwekkende affiche opleverde.

Na drie lange, koude dagen in hartje Utrecht brak dan uiteindelijk het sluitstuk van het weekend aan. Inmiddels had de vermoeidheid toegeslagen en dat bleek een duidelijke weerslag te hebben op de concerten.
Zo viel het optreden van Munch Munch in Ekko genadeloos door de mand. Het vijftal, gitaarloos maar met een hele batterij aan synthesizers en slagwerk, speelde hard en hyperactief maar wist ons geen enkele keer te verblijden met een daadwerkelijk memorabel nummer.
De inspiratieloosheid sloeg ook over op het publiek, dat niet goed wist wat het met de vrij pretentieuze Londenaren aanmoest. Dan kon er nog zoveel aan indieclichés beantwoord worden (voortdurend wisselen van instrument, tierelantijntjes op de xylofoon, schreeuwerige emozang), dit was vooral een band die misschien leuk is in een volgepakte hippe Londense kroeg. Voor LeGuessWho? waren ze gewoon niet goed genoeg.
Hoeveel beter kwamen The Lower Dens even later dan wel niet uit de verf. De uit Baltimore afkomstige band was duidelijk niet gekomen voor gepriegel, maar klonk als een soort logge, stonede versie van Blonde Redhead.
Af en toe werden ook bands als Galaxie 500 en The Jesus & Mary Chain in herinnering geroepen en onlangs tourden ze als support van Beach House door Engeland.
En dat sloot perfect aan bij onze lome zondagse gemoedstoestand. De etherische geluidsmuren die de stoere, stoïcijns spelende frontvrouw Jana Hunter en gitarist Will Adams optrokken, waren louter functioneel.
Onder die laag bleken namelijk steeds weer sterke songs te schuilen. We besloten de groep in de armen te sluiten en ons nog eens te verdiepen in hun album ‘Twin-Hand Movement’. Onze zin om nog te blijven en de wispelturige Marnie Stern aan het werk te zien verdween na dit tweeluik op slag. Later op de avond zouden The Lower Dens de beste band van de avond blijken.
Wat ons overkwam in Tivoli Oudegracht sloeg namelijk alles. Dat er een boel dagtoeristen op The Tallest Man On Earth af zouden komen, hadden we wel verwacht, maar van het ongegeneerd rumoerige publiek bij Idiot Wind kregen we plaatsvervangende schaamte.
Ondanks het uitdrukkelijke verzoek van Ekko om niet te spreken, werd de kwetsbare muziek van de Zweedse zangeres (nota bene op aanbeveling van The Tallest Man On Earth zelf) verpest door die te vrijblijvende opstelling. Naar ons idee bewees deze situatie dat het hoog tijd wordt dat er serieuze maatregelen worden getroffen die zulke slechte manieren eens uit het clubcircuit doen verdwijnen.
In de aanloop naar het concert van de grote kleine man Kristian Matsson werd de spanning in de zaal voelbaar. Toen The Tallest Man On Earth op de klanken van een Zweeds kinderliedje eenmaal het podium betrad en met luid applaus werd onthaald, gebeurde er echter nog iets vreemds.
Wij zagen de singer/songwriter nu al twee keer eerder, maar knapten deze avond op hem af. Het moge duidelijk zijn dat de Zweedse volksmenner, die door mond-tot-mondreclame binnen een jaar tijd tot een ster uitgroeide, een pak onverwoestbare songs als The Gardner, The Wild Hunt en Pistol Dreams op zijn naam heeft geschreven. Ook het feit dat wat nieuw materiaal en enkele nummers op piano de revue passeerden, ongetwijfeld vanuit het besef dat zijn muziek niet bepaald gevarieerd is, was een goede zet.
Vanavond konden we het niet helpen meerdere keren een gevoel van walging te moeten onderdrukken. Waar de beste man nooit gespeend was van enige zelfspot, wentelde de charismatische Matsson zich ditmaal in pathos en narcisme.
Ongetwijfeld zullen de horden fans de kans aangrijpen om de show, in contrast met Idiot Wind, te typeren als magisch, maar wij beginnen de gimmick onderhand behoorlijk vervelend te vinden. Natuurlijk is zijn gitaarspel weergaloos, maar Matsson voert steeds weer dezelfde trucjes uit om te overdonderen.
Dat het verwende publiek, gretig naar meer en meer hap-slik-weg folk, op aansporing van Matsson ook nog applaudiseerde voor Idiot Wind, was schijnheiligheid ten top. The Tallest Man On Earth moet zich er voor hoeden om met maar liefst een uur speeltijd in grote zalen als deze geen karikatuur van zichzelf te worden.
Zo eindigde het festival zondagavond naar ons idee toch wat in mineur. Desalniettemin bleek LeGuessWho? over de hele lijn een buitengewoon prettig en aantrekkelijk geprijsd festival te zijn met een goede neus voor nieuwe popmuziek.