Le Guess Who? 2010 - Onvoltrokken rampscenario
Tivoli, Utrecht, 27 november 2010
Van 24 tot en met 28 november is Utrecht weer helemaal in de ban van het alternatieve muziekfestijn Le Guess Who?. Waar het festival aanvankelijk enkel Canadese acts een platform wou bieden, rekruteerden de programmatoren voor de vierde editie ver buiten die landsgrenzen. Wat een bijzonder indrukwekkende affiche opleverde.

Theoretisch gezien was vooral de vrijdagavond veelbelovend. Door verschillende ticketconstructies konden naast afzonderlijke dagtickets eveneens kaartjes gekocht worden per zaal of arrangementen van bands. Het programma in Tivoli Oudegracht, waar relatief grote namen als Junip, Caribou en Beach House zouden spelen, was dan ook weken van tevoren uitverkocht. Maar hoewel het uiteindelijk inderdaad goed vol bleek te zijn gelopen, bleef de absolute topdrukte en het rampscenario dat we de zaal niet meer in en uit zouden kunnen (een organisatorisch echec waar het Crossing Borderfestival in Den Haag onlangs nog mee te kampen had) ons wonder boven wonder bespaard.
Al rond acht uur was het behoorlijk druk bij Junip. Hoewel de Zweedse groep licht exotische gitaarpop speelt die vooral prettig voortkabbelt en het merendeel van het Nederlandse uitgaanspubliek er niet van weerhield om met elkaar te bespreken wie er kaartjes voor Lowlands had weten te bemachtigen kwamen de subtiele details in de toch volle sound nochtans verbazingwekkend goed over. Van het huiselijke decor tot de mooie sneeuwvlokkenlichtshow en de sympathiek ogende José González, de frontman die zich van het geroezemoes niets aan leek te trekken, alles klopte. Bovendien verrichtte de geluidsman fenomenaal werk: González’ zachte vocalen waren kraakhelder. Een vakkundig opgebouwde setlist, waarin de sterke single ‘Always’ halverwege één van de hoogtepunten vormde, deed de rest. Het Zweedse vijftal was precies de gangmaker die we de avond voordien zo hadden ontbeerd.
Wij spoedden ons vervolgens naar elders in de stad om het verwachte spitsuur bij Caribou voor te zijn en Menomena, een van onze persoonlijke favorieten, te gaan bekijken. Voor de Amerikanen, die met Mines één van de beste indierockplaten van het afgelopen jaar maakten, bleek vlak voor de start van het optreden nog maar bar weinig animo te zijn. Gelukkig veranderde dat al snel toen de band eenmaal plaatsnam op het podium van Ekko. We hebben het hier al eens vermeld: in de regel valt eenieder die ze eens live aan het werk ziet, onmiddellijk als een blok voor de charme van Menomena. Zeer avontuurlijke maar toch aanstekelijke songs als TAOS, Five Little Rooms en Sleeping Beauty gingen erin als zoete koek, mede doordat de beukende drummer weer eens bewees een ware lust voor het oog te zijn. Bovendien bleken de heren allen goed bij stem en werd de baritonsax meer dan eens ter hand werd genomen. Het was echt zonde dat de groep enigszins weggemoffeld werd in het programma. Volgende keer op een groter podium, alstublieft!
We mogen van geluk spreken dat we Tivoli Oudegracht hierna nog binnen geraakten. Publieksfavoriet Beach House was daar namelijk net aan het tweede nummer begonnen. Wat ons gedurende het optreden het meest opviel, was het blakende zelfvertrouwen dat de groep uitstraalde. Het intensieve touren in navolging van het succesalbum Teen Dream heeft geresulteerd in een gesmeerde liveshow tijdens welke veel contact met het publiek wordt gemaakt. Het prachtige decor met lichtgevende wigwams, waartegen de zwoel headbangende Victoria LeGrand en de in een nauwsluitend pak gestoken Alex Scully hun schimmenspel uitvoerden, versterkte de uitgelaten sfeer in de zaal. Een punt van kritiek is dat het viertal wel erg vaak terugviel op de studioversies van hun nummers. Het voortdurend lome tempo en de toch wat karige instrumentatie deden ons soms smachten naar wat meer pit. Anderzijds viel er niets anders dan respect op te brengen voor de euforie die prijsnummers als Zebra en Take Care teweegbrachten.
Ook dag twee had zijn verwachtingen ingelost. Benieuwd wat dit festival nog voor ons in petto zou hebben.