La Priest - De synth zij met u

Ancienne Belgique, Brussel, 30 oktober 2015

Wees altijd op je hoede in de buurt van een priester. Het is een waarschuwing die we de laatste jaren meer en meer aan onze kinderen meegeven. En al zeker als ze een satijnen nachtjapon aanhebben waar het borsthaar vanonder krult en het lange haar als een gordijn voor de ogen hangt. De Brit La Priest – spreek uit op zijn frans, niet op zijn Californisch – is gelukkig geen arbeider in de wijngaard des heren, maar een doe-het-zelver uit het uitgestrekte weiland van de synthpop. Wij werden gelokt met een snoepje, dat ‘Inji’ heet, en werden voor een zelfgefabriceerd altaar met open armen ontvangen.

La Priest - De synth zij met u



La Priest, beter gekend onder de naam Sam Dust en bij de burgerlijke stand van het Britse Loughborough ingeschreven als Samuel Eastgate, blijft een vreemde vogel. In de vroege jaren nillies maakte hij furore bij de met glowsticks, fluoverf en indianenveren bedekte dancepunkband Late Of The Pier, die na het uitbrengen van een debuutalbum al snel de stekker eruit trokken. Dust was niet klaar voor het succes, dat Late Of The Pier al snel bleek te hebben, dus ging hij zijn eigen weg. Een weg die hem leidde via Connan Mockasin en Groenland (het gebied, niet het programma) tot het gemoedelijke zolderkamertje gisteren in de Ancienne Belgique.

Groenland, want daar werd het zaadje voor zijn solodebuutplaat ‘Inji’ geplant en bemest. Dust is altijd al in de weer geweest met het fabriceren, verbinden en solderen van eigen opname-apparatuur. En het is net in dat verre Groenland dat hij op wandel ging met één van zijn toestellen, tot hij per abuus stootte op enkele elektromagnetische golven. “Klinkt lekker”, dacht hij en hij besliste er prompt een geweldige dansplaat van te maken.

Want dat opnemen op allerlei plaatsen, dat trekt hij ook door in zijn live-shows. Terwijl ‘Inji’ de basis blijft, werd het startschot veelal gegeven met stukjes geluidsregistraties, die hij in de stad oppikt of tijdens het optreden maakt. Meestal is dat gejoel uit het publiek, dat hij dan “loopt” en waarachter hij enkele hi-hats of zware bassen verstopt om zo alles te vervormen tot we tot een gekend nummer komen. Een interessant schouw- en luisterspel, dat altijd uitmondt in retro-futuristisch dansgeruis en klanken, die enerzijds naar het verleden teruggrijpen, maar toch klinken als toekomstmuziek.

Nighttrain is bijvoorbeeld een zalige meestamper, die neigt naar iets van Kraftwerk met een snuifje Italodisco erover gesprenkeld. Zomerhitje Oino klonk bij de aanzet misschien ietwat rommelig, maar zorgde bij het aanwezige publiek toch voor gepiep en gekraak in de heupen. En Learning To Love was, zoals verwacht, een schepsel dat je via de zacht ingezongen intro besloop langs achter en je uiteindelijk verweesd en opgebruikt achterliet na een wilde dance-off om de heerschappij van de dansvloer.

Maar het waren uiteindelijk Occasion en Lady’s In Trouble With The Law die het meest bleven nazinderen. De perfecte kruisbestuiving tussen Prince, Ariel Pink, Bowie en Hot Chip, waar eens te meer duidelijk werd dat niet alleen zijn liefdesteksten primeren, maar de melodieën, catchy refreinen en funky arrangementen de pièce de résistance zijn. Dat allemaal terwijl je van geen kanten wijs geraakte uit de dradenbrij die uit de zelf samengestelde apparatuur kwam gekropen en de PA die met bezorgde blik de brandveiligheid van dit alles in vraag stelde.

La Priest bleek daarbovenop nog eens een sympathieke knul te zijn met gevoel voor humor, die altijd – of als we hem mogen geloven toch zeker gisterenavond – zin heeft in een feestje. Hij was het ultieme bewijs dat wat je zelf doet, je toch maar lekker zelf hebt gedaan. En wat het priesterschap betreft: in dit geloof wil ik leven en sterven. Amen.

30 oktober 2015
Joris Roobroeck