Kasabian - Anthems van een generatie
Vorst Nationaal, Brussel , 9 november 2014
Aha, Kasabian was weer in het land! Het signaal voor een anderhalf uur durende ode aan narcisme, zonnebrillen en slechte kappers. Maar ook een garantie op rock-'n-roll van de bovenste plank en bergen psychedelica (hebben ze zonet de apothekerskast leeggeplunderd?), bakken sfeer en springen alsof uw leven ervan af hangt.
Gitarist en ongeleid projectiel Sergio Pizzorno spaarde in de aanloop naar de release van hun vijfde album '48:13' de superlatieven niet: het beste dat ze ooit gemaakt hebben en mogelijk zelfs de redding voor de rock-'n-roll. Beide uitlatingen lijken een lichte overschatting: de plaat heeft steengoede momenten, maar flirt op momenten net iets te veel met platte elektronica en geeft soms blijk van een gebrek aan ideeën. Nochtans is Kasabian steeds de band geweest die ideeën op overschot had: een stevige beat hier, een flard hiphop in de manier waarop zanger Tom Meighan zijn teksten uitspuwt.
Gelukkig blijft die koppigheid moeiteloos overeind wanneer ze het live moeten doen. Kasabian treedt niet op, ze gebruiken hun songs als brandstof om concertzalen mee in de fik te steken. Dat lukte aardig met opener Bumblebee, waarin Pizzorno al een eerste keer kon doen wat hij zo graag doet: het publiek opnaaien. De jongens uit Leicester stormden in een rotvaart door het eerste deel van de set. Dat ze niets minder dan een hitmachine zijn geworden, bewees de opeenvolging van knallers als Shoot The Runner ("I'm a king and she's my queen, BITCH"), Underdog, Where Did All The Love Go en Days Are Forgotten.
Maar Kasabian wil meer doen dan hun hits afhaspelen. Af en toe verdween Meighan even in de coulissen en kreeg Pizzorno de kans om uit te wijden in soms interessante, soms overbodige instrumentale intermezzo's. Kasabian is op zijn sterkst wanneer de twee frontmannen tegelijk strijden voor de hoofdrol: met Pizzorno en Meighan heeft Kasabian twee kanjers van ego's op een podium staan, maar concludeer daar niet uit dat ze elkaar niet zouden kunnen luchten. De veelgemaakte vergelijking met Oasis stopt gelukkig op het muzikale vlak. Het duo voelt en vult elkaar perfect aan en de interactie tussen beiden is soms interessanter dan de songs zelf. Ook leuk: de flarden I Feel Love van Donna Summer en Praise You van Fatboy Slim die als intelligent eerbetoon in de set verwerkt werden.
De dubbele verrassing in de setlist - Me Plus One vanop het doorgaans grotendeels genegeerde tweede album 'Empire' en een semi-akoestisch Thick As Thieves - was een welgekomen afwisseling, maar was geen spek naar de bek van het publiek dat om te dansen naar Vorst was afgezakt. De donkere intro van Club Foot bracht iedereen opnieuw bij de les. Na tien jaar is dat nog altijd een stomp in de maag om u tegen te zeggen. Een enthousiast meegezongen Re-wired deed de rest.
De aandacht verslapte daarna nog even tijdens een te lang gerekt Treat, dat met een knoert van een lasershow even de indruk gaf dat we op I Love Techno waren. Maar vanaf dan had de band gewonnen spel. "Brussels, you're an empire", riep Meighan terecht na een swingend Empire en vlak voor de bisronde volgde de verwachte apotheose met Fire, een indierock anthem zoals je er maar eentje om de vijf jaar van tegenkomt.
Voor wie nog niet gesprongen had volgde nog een hyperkinetisch Vlad The Impaler (zelden hadden de woorden "Get loose, get loose" zoveel betekenis) en met Stevie kregen we ook het hoogtepunt van '48:13' achter de kiezen. De passende, grote finale was voorbehouden voor een lang uitgesponnen L.S.F., waarbij de zaal gehoorzaam inging op de vraag om op elkaars schouders te kruipen.
Kasabian slaagde er niet in om anderhalf uur topniveau te handhaven, maar als het gaat om de boel in vuur en vlam te zetten en een zaal moeiteloos uit je hand te laten eten, dan zijn er maar weinig bands die kunnen wat Kasabian kan. Van in de catacomben van Vorst Nationaal tot in de tram op weg naar Brussel-centrum hoorden we het de lalala's van afsluiter L.S.F. weerklinken als ware het een voetbalanthem. Passend voor Kasabian dat de lat hoog legt en voor niet minder gaat dan anthems van een generatie. Op basis van de passage gisteren blijkt klaar en duidelijk: missie geslaagd.