Kasabian - Het rijk van Kasabian
Ancienne Belgique, Brussel, 8 november 2008
Kasabian had op Valentijnsdag op de Brit Awards kunnen zijn, maar de groep verkoos Brussel. Een goede keuze, zo blijkt, want ze hebben geen enkele award gewonnen. Maar in de Ancienne Belgique palmen ze de hele Box in zonder enige moeite met hun uitstraling en ongelooflijke présence.

Al vanaf hun debuut zijn er vergelijkingen gemaakt met Oasis. Het is niet zozeer de muziek die dezelfde is, maar volgens de woorden van Noel Gallagher himself, de spirit. En dat kunnen wij niet tegenspreken. Wanneer de lads het podium opstappen krijg je Tom Meighan met open armen te zien, alsof hij de hele wereld aankan. Net zoals Liam Gallagher. Maar daar stoppen de vergelijkingen. Op muzikaal vlak staat de electrorock Kasabian heel ver van de ruwe rock-‘n-roll van Oasis.
Shoot The Runner geeft de start van een sterke set, met onvergetelijke momenten. Tijdens The Last Trip toont de drummer ons hoe het moet en Tom zingt over een LSD-verslaafde tijdens Cut Off. In het publiek wordt er gedanst, gedronken en geluisterd. En ook gelachen, wanneer Processed Beats wordt opgedragen aan onze nationale held Jean-Claude Van Damme.
Het hele optreden is een perfecte mix van nummers van 'Kasabian' (2004) en 'Empire' (2006). Nooit verslapt je aandacht. Ook niet wanneer het naar Belgische gewoonte muisstil wordt tussen de songs. The Doberman toont aan wat voor goede muzikanten de drummer, de bassist en de twee gitaristen wel zijn. De drum, de bas en de gitaren zijn op elkaar afgestemd en de bandleden voelen elkaar zo goed aan dat oogcontact niet eens nodig is. De zanger van zijn kant doet gewoon wat hij altijd doet. Hij loopt van links naar rechts, van op het drumstel tot naar de fans op de eerste rij en zwaait met zijn micro zoals Roger Daltrey van The Who.
Na een hevige set van een dik uur, kan de bisronde starten. Hoogtepunt is L.S.F. (Lost Souls Forever). Als afsluiter kan dat tellen. Niet alleen omdat het nummer een sterk refrein heeft, maar het is ook het bekendste nummer. Iedereen zingt mee, terwijl Tom Meighan. Het lijkt alsof hij zijn passie voor de muziek aan het publiek overdraagt.
Kasabian is een van de weinige groepen die gelooft dat een lied niet op drie minuten af moet zijn. Outro’s en muzikale intermezzo’s mogen er ook wezen. Het is niet omdat er geen teksten meer volgen dat de muzikanten er niets deftig meer van kunnen maken. Kasabian bewijst dat de climax van een nummer niet per se na het tweede refrein komt. Bij deze groep uit Leicester heerst gedurende de hele nummers een absolute climax. Op geen enkel moment verdwijnen de concentratie en het professionalisme.
Tom Meighan had even goed dirigent kunnen zijn. Hoe hij de AB dirigeert, doen weinigen het hem na. Als hij het publiek vraagt de armen in de lucht te steken, wordt dat gedaan. Als hij zegt dat er moet gezongen worden, dan gebeurt dat ook. Een nieuw rijk met Kasabian als keizers? Alsof dromen uitkomen. Neen, dat rijk is nog niet voor meteen. Maar Brussel heeft ervan genoten en Kasabian was ook blij om in onze hoofdstad te zijn. De gemeende uitingen “Thank you” en “Happy to be here”, en een brede glimlach van de zanger op het einde van alle nummers bevestigen dat.