Josef Salvat - Weergaloze eindsprint

Botanique, Brussel, 6 november 2015

Abrupt doorbreken met een cover van Rihanna, maar zelf songs schrijven die deze cover even snel doen vergeten. Dat is waar Josef Salvat voor staat. Daarnaast is hij een entertainer pur sang. Met half weggedraaid hoofd bespeelde hij vanaf de eerst strofe van Night Swim zijn publiek.

Josef Salvat - Weergaloze eindsprint



Two Kids On Holiday mocht de avond openen en stond verrassend genoeg als trio op het podium. Het publiek was al talrijk opgekomen en chauvinistisch enthousiast voor deze landgenoten. Vanwege het jazzy gebruik van de cimbalen en de sound van de synthesizer leek de band aangename, tropische surfpop te gaan brengen. Maar dat werd snel weggewuifd, toen de band de hardere, psychedelische klanken bovenhaalde. Niets mis mee, zij het dat de vocalen verre van overtuigend waren.

Een groter contrast met de hoofdact was amper denkbaar. Josef Salvat is vocaal ijzersterk. Hij betrad het podium in gezelschap van drie muzikanten, maar Bear, de gigantische bassist die er begin dit jaar in de Rotonde bij was, ontbrak deze keer waardoor de avond toch met een lichte teleurstelling begon.

Het debuutalbum van de Australiër werd in België nog niet uitgebracht, maar ook zonder nieuwe nummers als Paradise of Constant Runners eerder gehoord te hebben, wisten die live moeiteloos te overtuigen, aangezien ze in dezelfde lade van aanstekelijke, catchy popsongs liggen waarin Josef Salvat gretig grabbelt.

De tragere nummers hadden eerder het tegengestelde effect. Secret en In The Audience deden de set strompelen. Deze twee zogenaamde anti-love-songs schreef Salvat om aan zijn ex duidelijk te maken dat het gedaan was. Salvat heeft er geen moeite mee zijn asshole-gehalte op te voeren, laat staan erover te zingen in songs die weinig aan de verbeelding over laten. Een gewaagde manier om de tolerantie van een publiek te testen. Maar dat publiek houdt van Josef Salvat en de liefde is wederzijds, dus werd dit probleemloos weggelachen.

Desondanks nam de set een duik en kwam zelfs de fantastische single Hustler eerder bleekjes over. Ook die trage, emotionele cover van Rihanna’s Diamonds leek eerder overbodig. Gelukkig bracht de band met Till I Found You en Shoot And Run twee formidabele en typerende Josef Salvat-songs, die het optreden uit de neerwaartse spiraal redden en er weer wat tempo in brachten.

Hierna moest enkel nog Better Word geslikt worden. Nog zo’n traag nummer waarin Salvat zijn frustraties uit over het feit dat er slechts één woord voor “Love” bestaat. Een mooi verhaal, maar een nummer met een iets te groot Sam Smith-gehalte. 

Het totaal onbekende Closer toverde de orangerie daarna plots om tot een danstempel; een zelden geziene omwenteling. Een radiohit lijkt hier een minimum. De orangerie ging uit het dak. En dan had Josef Salvat nog enkele troeven achter de hand. Alvorens een eerste keer de backstage in te duiken, bracht de band nog de hit Open Season. Vanzelfsprekend in de half naar het Frans vertaalde versie, die het Brusselse publiek enthousiast kon meebrullen.

De grootste verrassing moest dan nog komen, want ook de bisronde was subliem. Josef Salvat zette zich achter de piano een bracht met You Don't Know What Love Is een ode aan Chet Baker. Met dank aan het trio muzikanten achter hem werd dit moeiteloos omgezet in het fenomenale This Life. Het eerste nummer, dat de Australiër uitbracht, en misschien zelfs zijn beste. Verassend genoeg werd deze vocale verleiding niet in zijn debuutalbum opgenomen.

Afsluiten deed Salvat met The Days, nog zo’n nog onbekende heerlijkheid, die bewust werd bewaard tot het einde van een set, die traag op gang kwam, maar een weergaloze eindsprint kende en ons vertrouwen in popmuziek in leven hield.  

6 november 2015
Jorik Antonissen