Joe Satriani - Verandering werkt

Koninklijk Circus (Brussel), 5 juni 2013

Met ‘Unstoppable Momentum’, zijn meest recente album, wilde Joe Satriani iets anders. En gezien accordeon spelen geen optie was, opteerde hij voor een andere band. Het leverde hem geen windeieren op, want in Amerika haalde de plaat zowaar de charts. In het Koninklijk Circus bleek die omschakeling bovendien bijzonder geslaagd.

Joe Satriani - Verandering werkt



Met Oli Brown had Satriani geopteerd voor jong talent als voorprogramma. En dat jong talent zocht het in oude blues. Oud vanuit zijn standpunt, want in de zaal zaten er zeker een paar die zich de seventies nog levendig herinnerden. Rory Gallagher leek bijvoorbeeld niet veraf en de stem deed ons, ook al gezien het genre, af en toe denken aan Gary Moore.

Maar Brown deed het allemaal wel op zijn eigen manier. Door zijn gitaar die specifieke sound te geven alsof je ze met je vingers in plaats van met een plectrum betokkelt, bijvoorbeeld. En door af te wisselen tussen slome slepers met krachtige solo’s en snedige bluesrockers, waarbij zijn ritmesectie iets meer op de voorgrond kwam te staan, bleef het spannend tot de laatste noot. Het komt goed met Oli Brown. Dat staat vast.

Geen Jeff Campitelli dus. En geen Stu Hamm. Maar Joe Satriani had zich ook nu weer met uitstekende muzikanten weten te omringen. Vooral gitarist-toetsenist Mike Keneally, onlangs nog met zijn eigen band te gast in de Spirit of 66, droeg bij tot de hoogstaande kwaliteit van dit optreden. Niet alleen voorzag hij zijn frontman van de nodige laagjes toetsen, hij stond er vooral als hij samen met Satriani de gitaren kon doen ontploffen, zoals in het stilaan onsterfelijke Ice 9 of het geïnspireerde, door Satch zelf als 'soul music' omschreven The Crush Of Love.

Met Marco Minnemann (drums) en Bryan Beller (bas) had Satriani nog een duo als ruggensteun - zij het niet het duo dat op de plaat speelt. Een duo dat elkaar kende en dus ook wist wat het aan elkaar had.

Minnemann mocht al voor het eerste nummer zijn drumkit uitgebreid testen (kwestie van de obligate drumsolo meteen achter de rug te hebben) en nadat Beller inviel, stookte de grootmeester het vuur aan met Cool #9. Het was het begin van een uitstekend optreden dat zo goed als geen dipjes kende.

Zelf waren wij bijzonder enthousiast over de versies van tragere nummers als Flying In A Blue Dream en, heel wat verderop in de set, Always With Me Always With You. Maar wij zijn ervan overtuigd dat iedereen in de zaal wel zijn eigen, persoonlijke Satch-favoriet van de avond had, ook al waren het logischerwijze vooral de nieuwe nummers die naar voren werden geschoven.

Van die nieuwe nummers onthouden wij vooral het moeilijk te scheiden duootje Jumpin’ In en Jumpin’ Out, die hier ook broederlijk naast elkaar stonden, waarbij Keneally in dat laatste nummer knipoogde naar Deep Purple’s Jon Lord. En verder was het een genoegen om loos te kunnen gaan op rockers zoals afsluiter Surfing With The Alien of Devil’s Slide.

Of het aan de personeelsverandering lag, zal u ons niet horen zeggen, maar feit was wel dat dit concert uittorende boven zijn vorige passage(s), zonder afbreuk te doen aan wat Satriani toen tentoonspreidde. Verandering werkt dus ook in dit geval inspirerend.

5 juni 2013
Patrick Van Gestel