Jim White - Tedere tragiek

Ancienne Belgique, Brussel, 9 december 2011

Er gaat iets ontegensprekelijk tragisch uit van Jim White. Hoewel hij op foto’s steevast zelfverzekerd overkomt, lijkt hij vanavond, tijdens het interview dat we vooraf afnemen én op het podium, uiterst breekbaar. De haren aan zijn slapen worden grijs en zijn lijf lijkt te mager voor de baggy kleren die hij draagt. Diezelfde tragiek zit ook in zijn muziek. Wie houdt van murder stories genre Nick Cave en niet gillend wegloopt als hij (alt-)country hoort, zal zijn gading ongetwijfeld vinden in de liedjes van Jim White.

Jim White - Tedere tragiek



Hij voelt zich hoe dan ook beter dan ooit en dat is ook te horen op zijn laatste album, ‘Transnormal Skiperoo’. De teksten zijn iets minder donker en hier en daar kan je een sprankje hoop door zien schemeren. Geluk is echter vluchtig en dus is hij op zijn hoede en probeert hij dat goede gevoel zo veel mogelijk te koesteren.

De AB Club is zo goed als uitverkocht en dat doet de man deugd. Zijn muziek leent er zich nu eenmaal niet toe om de hitparade te bestormen. Dat is trouwens ook niet zijn ambitie, daarvoor is hij veel te nuchter. Desalniettemin geeft het een beter gevoel om op te komen voor een volle zaal dan voor drie man en een paardenkop.

Ook de techniek is aan hem niet voorbijgegaan. Wanneer Tornadoes wordt ingezet, samplet hij eerst even zichzelf om als gierende wind op de achtergrond het totaalgeluid extra te kleuren. Hij staat trouwens niet alleen op het podium, maar heeft een bassist en een gitarist bij zich. Die gitarist speelt ook mee op zijn laatste album en staat hier met een wat vreemde gitaar, waardoor hij zijn reguliere instrument zonder overgang in een soort pedal steel kan omtoveren - geen overbodige luxe trouwens in dit genre. En dan is er uiteraard nog de “Japanse drummer”, zoals hij zijn drummachine schertsend noemt. Muzikaal zit het in elk geval goed en dat blijkt ook.

Op het internet wordt zijn laatste werkstuk wel eens zijn beste album genoemd. Hoewel we ons daar niet echt over willen uitspreken, staan er zonder twijfel prachtnummers op dat schijfje, zoals het onovertroffen Jailbird, dat in deze eerste koude dagen hartverwarmend klinkt. “I wanna be your jailbird / From the prison of my own damn mind.” Niet echt de meest opbeurende teksten, maar de warmte die uitgaat van de fluisterende stem van de boomlange Amerikaan en de bijhorende muziek doen de zaal smelten.

Van humor is White evenmin gespeend. Uit de verhaaltjes die hij tussen de nummers vertelt, komt duidelijk naar voren dat hij met woorden overweg kan. Wanneer White bijvoorbeeld zijn microfoon moet bijstellen omdat hij te laag staat, merkt hij terloops op dat hij blijkbaar gegroeid is sinds de soundcheck. Het hele optreden lang wordt er op die manier ingespeeld op verschillende situaties (het woord “goofy”, de radio-opnames die gemaakt worden voor Radio 1, enz.)

Uit zijn debuutalbum komt een heerlijk intiem Still Water, uit ‘No Such Place’ wordt Handcuffed To A Fence in Mississippi gelicht en uit het derde album krijgen we Wordmule en het schitterende If Jesus Drove A Motorhome voorgeschoteld. Uiteraard komt het nieuwe album het meest aan bod.

De toegift wordt meteen aan de hoofdmoot van het optreden gebreid. De vijf minuten die hij achter de coulissen staat te lanterfanten, kan hij naar eigen zeggen beter gebruiken. Dus speelt hij onder andere Suckers als een van de bisnummers. Vooral afsluiter Bluebird gaat daarbij door merg en been. Het is een liedje dat hij schreef over zijn dochter en hij speelt het met gesloten ogen, wegdromend naar het huis waar zijn vrouw en kinderen op hem wachten.

Tragiek mag dan in hem ingebakken zitten, op het podium weet hij dat door zijn bindteksten mooi te camoufleren. Dit resulteert in een innig mooie show, waardoor de kou die je overvalt wanneer je terug de straat wordt opgestuurd even geen vat op je lijkt te krijgen.

9 december 2011
Patrick Van Gestel