Jett Rebel - Prince Mini Star

Trix, Borgerhout, 19 februari 2015

In Nederland zijn alle spotlights gericht op Jett Rebel. Bij ons willen we nu ook wel eens zien waar ze zich in Nederland zo druk om maken. Jett Rebel richt nu in een eerste offensief de pijlen op Vlaanderen met achtereenvolgens optredens in de Vooruit, de Muziekodroom, Trix en Het Depot.

Jett Rebel - Prince Mini Star



Wie de documentaire Who The Fuck Is Jett Rebel? al gezien heeft, weet dat Jett Rebel eigenlijk Jelte Tuinstra heet, nog maar vierentwintig is en alle instrumenten op zijn plaat zelf inspeelt. De documentaire schetst het waanzinnige beeld van een getormenteerd artiest met een extreem laag zelfbeeld en onderhevig aan allerlei angsten. Een dikke week geleden verkondigde Tuinstra in de Nederlandse talkshow 'De Wereld Draait Door' dat hij niet meer met de pers zou praten. Het zou hem te veel afleiden van de muziek.

Tuinstra wil dus liever geen deel uitmaken van het mediacircus, maar op het podium staat niet Tuinstra, maar Jett Rebel. Nog maar net bezig, maar in Trix toch al goed voor een show van dik twee uur, met quasi alle nummers uit de ep’s ‘Venus’ en ‘Mars’ en de debuutplaat ‘Hits For Kids’. Hij stond dan ook op het podium met een gretigheid en een goesting die we nog maar zelden gezien hadden. De wereld moet horen en zien wat hij kan.

En hij kan wel wat. De vergelijkingen met Prince vliegen Tuinstra om de oren en daar zit wel wat in. Want zwoele ballades als When She’s Older of Should Have Told You zouden van Prince kunnen zijn en ook zijn stemgeluid en –bereik doen aan Prince denken. Alleen is Jett Rebel nog niet ten volle gerijpt en moet hij aan zijn stembeheersing werken. Eén keer ging hij stevig de mist in (bij een uithaal in Sister), maar het potentieel is er.

Tuinstra heeft bakken talent, maar zijn nummers zijn nog te wisselvallig en zijn teksten vaak te banaal, wat vooral opviel in Tyrannosaurus Rex, het nogal puberale Secret of het a capella-nummer Harmony waarbij de boodschap zich beperkte tot :“Wat zou de wereld een mooie plek zijn als we allemaal in harmonie zouden samenleven”, hetgeen de meligheidsmeter stevig in het rood deed springen.

Maar daartegenover staan ook positieve punten. Toen Jett Rebel solo achter de piano kroop voor een streepje God Only Knows bijvoorbeeld. Of toen hij echt iets te vertellen had, zoals in Gwen, het nummer dat ook zijn beste tekstuele vondst (“I think about you now and then / And I hate myself for the way I miss you, Gwen”) in zich draagt. Er zit een dichter in Jett Rebel, maar die moet zich nog verder ontwikkelen.

In vele van de nummers werd ruimte gemaakt voor een verlengstuk: al dan niet geïmproviseerde gitaarsolo’s, pianosolo’s en funky baslijnen. De nummers werden vaak net daardoor van de banaliteit gered. Dat was onder meer het geval in Sunshine, On Top Of The World en Sleep Overs. Geef Jett Rebel binnen een paar jaar nog een set blazers mee het podium en hij wordt pas echt funky.  

En dan zijn er nog die catchy melodieën. Pineapple Morning waarmee de avond werd afgetrapt bijvoorbeeld. Of Tonight, dat de hele weg naar huis en de hele nacht in je hoofd bleef zitten. Of die laatste, onverwachte bisronde, toen de band het podium weer opkwam nadat de lichten al aan waren gegaan, zoals Prince dat ook wel eens doet. Twee stomende rockers werden nog uit de mouw geschud: Whatcha Got For Me en Do You Love Me At All; en wat een rockers. Ze zorgden er samen voor dat iedereen in feeststemming huiswaarts trok.

Jett Rebel heeft met Prince niet de simpelste der voorbeelden gekozen en vooralsnog is het vooral een Prince Light, maar live gebeurt er wel iets. Iets dat op plaat grotendeels achterwege blijft. Er is de gretigheid en de goesting. Zichtbaar, voelbaar en hoorbaar. Tuinstra is nog jong, maar hij heeft talent. Laat hem nog even rijpen, bij voorkeur op een podium.

19 februari 2015
Geert Verheyen