Jeffrey Lewis & The JRams - Ruimtereis

Magasin 4, Brussel, 19 juni 2015

Als er iemand heeft begrepen dat een concert meerwaarde krijgt als je meerdere melkwegen uitprobeert, dan is het wel Jeffrey Lewis. Wat hij met zijn Jrams bracht in Magasin 4 was een überruimtelijke ervaring.

Jeffrey Lewis & The JRams - Ruimtereis



Ook zijn voorprogramma, de illustere Fransman Guillaume Maupin heeft zo zijn eigen opvatting van wat optreden kan inhouden. Dus trommelde hij de aanwezigen op met een draagbaar balgorgeltje en een hoogstpersoonlijke ode aan de net overleden Ornette Coleman. En dat deed hij in het midden van de zaal, waarna hij de nieuwsgierigen als een rattenvanger naar het podium toetrok.

Naast eerder traditionele singer-songwritersongs durfde hij ook zijn akoestische gitaar te teisteren of gaf hij Madonna’s Material Girl en – bij wijze van ultiem contrast – The Stooges’ I Wanna Be Your Dog plots een heel ander gevoel mee door beiden, enkel met begeleiding van dat balgorgeltje, een heel andere dimensie te geven. Uiteindelijk kreeg hij voor enkele nummers nog de hulp van Valentin Portron, met wie hij samen onder meer Sun City Girls’ Space Prophet Dogon aanpakte. Leuk en opvallend, maar niet meteen gedenkwaardig.

Jeffrey Lewis gelooft niet in het “traditionele concertleven”, waarbij muzikanten zich terugtrekken in de backstage met security voor de deur. Hij wil tussen het publiek staan, verkoopt eigenhandig zijn merch, stelt zijn eigen materiaal op en is vooraf en achteraf terug te vinden in de zaal, waar iedereen hem kan en mag aanspreken. Het is daar, zo gaf hij zelf aan, dat hij vaak inspiratie vindt.

Voor deze tournee had hij een band bij zich. Die wisselt regelmatig van naam (en niet altijd van inhoud) en stond deze keer onder de titel Jrams (spreek uit: “drams”) op de affiche. De twee dames in kwestie – respectievelijk Mem Pahl (bas) en Heather Wagner (drums) – zorgden ook voor vocale ondersteuning. En als extraatje was er een basklarinettist, die de opener en de twee laatste nummers mee opfleurde, losjes uit de hand(en) improviserend.

Tussendoor was er humor (of er ook een Scowling Crackhead François of Roger in Brussel was, naar aanleiding van Scowling Crackhead Ian), waren er punkcovers (de Crass-cover Do They Owe Us A Living) en doodgewone rock-‘n-roll (Sad Screaming Old Man). En dan waren er nog de mini-documentaires over K-Records en over Sitting Bull, die Lewis hoogstpersoonlijk “zong” (nadat hij een gitaarlijntje in loop had gezet) en uiteraard voorzag van prachtige striptekeningen.

Kenmerkend voor zijn liedjes is de overvloed van tekst, die je als luisteraar over je heen krijgt gestort. In een nummer van Lewis lijken alle details te worden uitgewerkt. Soms zijn dat dan verhaaltjes, maar evengoed kunnen dat – zoals in deze set de meer rockende versie van Time Trades – doodgewone ovepeinzingen zijn, die je op de een of andere manier aan het denken zetten.

Dat maakte dat dit als een ruimtereis was langs kleurrijke planeten en doorheen allerlei geluidsdimensies. Een ruimtereis, die wij voor geen geld hadden willen missen en die ons op fluwelen benen huiswaarts stuurde. En dat had niks met The Last Time I Did Acid te maken.

19 juni 2015
Patrick Van Gestel