Jason Lytle - Heden en verleden
Botanique, Brussel, 26 mei 2009
Het is onwaarschijnlijk dat er ook maar één onbeschreven blad aanwezig was op het eerste Belgische solo-optreden van Jason Lytle (spreek uit: “Laaitl”). Diens Grandaddyverleden had duidelijk sporen nagelaten op de muziekliefhebbers die zich in de Rotonde van de Botanique hadden verzameld. Bovendien lag het solodebuut ‘Yours Truly, The Commuter’ eerder in het verlengde van zijn voormalige groep dan dat het er haaks op stond. Bleef nog de vraag hoe Lytle dat op het podium zou aanpakken.

Voorprogramma Yuko was in elk geval al een aangename verrassing. Dit gemengde combo palmde de zaal van bij de aanzet van hun set vol vreemde liedjes in. Niet dat de muziek onconventioneel was. De verrassing zat eerder verstopt in de keuze van instrumenten, voor zover daarvan sprake kon zijn. Of wat dacht u van een koffiemolen, een leeg glas dat werd bespeeld met een strijkstok, bubbelplastic of een zingende zaag om er maar enkele te noemen?
Maar het waren de songs waaruit de schoonheid naar boven borrelde zoals de bubbels in een champagneglas. Elk van de groepsleden droeg daartoe zijn steentje bij: Karen Willems deed dat wijdbeens achter haar drumstel, ondertussen zanger-gitarist Kristof Deneijs ook nog vocaal bijstaand; Tom Vander Hulst hanteerde de tweede gitaar en Lotte Depuydt zorgde voor de gesmaakte accenten. Het geheel voelde aan als een warm lijf naast je in bed op een koude winternacht.
“So who did you say is playing tonight?” Aan de hand van een voice-over werd het hoofdprogramma aangekondigd, waarna een bijzonder goedgeluimde en baardloze Jason Lytle het podium op huppelde. Terwijl het hoofdpersonage zich dit keer beperkte tot akoestische gitaar en af en toe piano, werd hij bijgestaan met drums, een occasionele elektrische gitaar en bas. De batterij synths, die Lytle tijdens Grandaddyshows bij zich had, bleef beperkt tot slechts enkele knopjes en pedalen.
Om de overgang naar het nieuwe materiaal niet te bruusk te maken, werd de set geopend met Chartsengrafs. Elk nummer werd wel iets aangepast, hetgeen het publiek voortdurend scherp hield. Tussen de songs werd steevast een pianodeuntje afgespeeld, terwijl Lytle uitgebreid de tijd nam om zijn gitaar te stemmen. Hierdoor werd wel de snelheid uit het optreden gehaald, maar dat lieten de toeschouwers duidelijk niet aan hun hart komen.
Het was duidelijk dat Lytle zich volop amuseerde. Hij dolde met zijn bandleden en maakte voortdurend grapjes. Over cocaine en deuntjes die hij aan reclamebonzen zou moeten verkopen (u mag zelf raden over welk nummer het gaat).
Op elk nummer werd enthousiast gereageerd. Dat het enthousiasme bij de aanzet tot AM 180 iets groter was dan bij nieuwe songs als Ghost Of My Old Dog of het titelnummer van de nieuwe plaat is enkel maar normaal. Gezien die nieuwe songs eerder een logisch vervolg leken op de zwanenzang ‘Just Like The Fambly Cat’, was de overgang nergens bruusk.
Wij verlieten de zaal met een goed gevoel: Jason Lytle kan het dus nog steeds.