Jason Isbell - Kampvuur

Botanique, Brussel, 28 november 2013

The Last Song I Will Write was één van de songs die Jason Isbell, toen nog met zijn 400 Unit, opnam. Gelukkig heeft hij geen woord gehouden. Want in de Botanique bleek dat hij niet moet onderdoen voor dat andere godenkind Ryan Adams. Alleen moest Isbell het doen met een veel te warme, halfvolle Witlof Bar en kreeg Adams een paar overvolle, Antwerpse Elisabethzalen voorgeschoteld. Of hoe het onrecht de wereld nog niet uit is.

Jason Isbell - Kampvuur



Handig dat je je lief als voorprogramma kan meenemen. Bespaart je een hoop gedoe. Amanda Shires, partner van dus, heeft bovendien een bijzonder uitgesproken, bijna doordringend en mooi stemgeluid, dat niet toevallig - ze komt ook uit The South - aan Dolly Parton deed denken. Alleen begeleidde ze zichzelf aanvankelijk enkel op ukelele en dat werd op den duur een tikkeltje eentonig.

Pas toen Jason Isbell haar met zijn akoestische gitaar kwam bijstaan, werd het echt spannend. En al helemaal toen ze de ukelele daarna verruilde voor haar viool (fiddle eigenlijk, hoewel het verschil hem vooral zit in de soort muziek die je met het instrument speelt).

Later kwam dat meermaals opnieuw uit de verf gezien zij haar echtgenoot bijna het hele optreden lang bijstond met prachtige solo’s en passende achtergrondzang. Het zorgde voor een extraatje bij een concert dat ook zo al boeiend was. Want vanaf het moment dat Isbell Live Oak, één van de nummers van zijn uitstekende, laatste soloplaat ‘Southeastern’, inzette totdat de laatste noten van de cover van Warren Zevons Mutineer uitstierven was het puntje van de stoel de enige passende plaats.

Wat die laatste plaat zo speciaal maakt is dat het evenwicht tussen rockers, meezingers en pure luisterliedjes zo uitgebalanceerd is. Van die rockers zaten er uiteraard –van een band was geen sprake - geen in de set, hoewel een liedje als Flying Over Water op plaat toch een stuk steviger is dan de akoestische versie die wij kregen. Op die momenten mocht de fiddle van Shires dan de rol van sologitaar overnemen.

Ook op het podium was er die perfecte balans tussen liedjes als Travelling Alone, die het bijna onmogelijk maakten om niet op zijn minst mee te lippen, en songs als het machtige Elephant, dat je met ingehouden adem aanhoorde. Ook Goddamn Lonely Love, dat Isbell nog voor en met Drive-By Truckers schreef, was zo’n puur moment. Outfit en Decoration Day diepte hij trouwens ook nog uit die periode op.

Dat laatste nummer schreef toen hij “te jong was om al iets te zeggen te hebben” en dus zette hij maar de geheimen, die anderen hem hadden toevertrouwd, op muziek. Het resultaat mag er in elk geval zijn. Maar niet elk nummer werd uitgelegd en tussendoor was er zelfs ruimte voor Jean-Claude Van Damme – muscles from Brussels – die voor Isbell voor altijd met een (Jean-Claude) “damn van” verbonden zal zijn.

Dit was een concert als een kampvuur. Gloedvol en warm en nog mooi om naar te kijken ook. Eentje waarmee je ver kan komen nu de winter eraan komt.

28 november 2013
Patrick Van Gestel