Jane's Addiction - Eindejaarslijstjesmateriaal
Ancienne Belgique, 4 juni 2024
"Señores y señoras, nosotros tenemos más influencia con sus hijos que tú tiene, pero los queremos. Creado y regado de Los Angeles, Juana's Adicción. Here we go!". Het zijn de legendarische woorden aan het begin van het album 'Ritual De Lo Habitual' uit 1990. Gaan!, dat deed Jane's Addiction dinsdag wel degelijk in de AB. We trokken met gemengde retro-verwachtingen naar de AB, maar zagen een rockshow zoals we er in tijden één zagen noch voelden. De kinderen ("hijos") van weleer zijn intussen oudere jongeren geworden, maar dat was best ok voor frontman Perry Farrell en hij hield nog steeds van ons. Hij maakte er een feest van onder generatiegenoten, geruggesteund door de andere drie, waanzinnige getalenteerde, originele bandleden (dat was op zich al een huzarenstukje, want in vergelijking met de vetes binnen Jane's Addiction zijn die van pakweg Oasis een koffiekransje). Achteraf sprokkelden we in één adem volgende reacties van onze dierbare medeconcertgangers: "Zalig", "Beste optreden van het jaar", "Lichtjes fantastisch", "Niet normaal", "Epic, ... zotjes ..." Welnu, wij zijn het niet altijd eens met onze vrienden, maar in deze kunnen we die euforische meningen alleen maar beamen.
Nadat Hideous - het nieuw samengestelde gezin uit de families Ramkot, Rhea, Kids With Buns en Roméo Elvis - de AB aardig had opgewarmd, borrelde de anticipatie naar de langverwachte terugkeer van Jane's Addiction stilaan naar een kookpunt. De vorige passage - op Pukkelpop - dateerde intussen alweer van 2002 (we herinner ons vooral de scheur in Farrells witte broek op een eerder genante plaats). De enige zaalshow in Belgie lag al drieëndertig jaar achter ons (een legendarisch concert in de Vooruit).
Gedoofde zaallichten en een tribale introtape deden de harten stilletjesaan overuren kloppen. Voor het eerst sinds 19 maart 1991 stapte de oerbezetting met Perry Farrell, Dave Navarro, Eric Avery en Stephen Perkins samen een Belgisch podium op. Niet om meteen een bommetje te gooien, maar om de uitverkochte zaal jennend verder te laten hunkeren met Kettle Whistle, een obscure song uit de begindagen. Farrell verborg zich nog onder de hoed en lurkte aan een fles rode wijn. Toen hij na de opener even die hoed afnam, was het toch even schrikken van de gelijkenis van zijn gezicht met dat van een opgebaard lijk. Schijn, want wat volgde, was anderhalf uur in het gezelschap van een frontman die in de vrolijke fleur van zijn leven leek. Hij kletste al eens over Brusselse wafels ("Mijn vrouw zou erop kunnen overleven") of over de groovy repetitie van Ain't No Right eerder op de avond in de backstage, maar ook over serieuze onderwerpen als wereldvrede ("Komaan, we kunnen dit in ons leven nog samen fixen. Geef de EU, die hier in Brussel huist, een schop onder de kont"). Farrell analyseerde ook nog luidop dat we in een betere wereld zouden leven, mocht de VN ook een Afdeling Muziek hebben (onze sollicitatiebrief ligt al klaar!). Misschien nogal naïef, maar de AB hing aan zijn lippen en het voelde alsof een halfgod plots bij ons aan de toog zat.
Maar goed, voor u denkt dat wij ons bij u aan de toog voelen, keren we best terug naar de muziek. Die was van een geniaal strak niveau door drie muzikanten die samenklitten als konden ze met de vingers in de neus het muzikale equivalent van het EK Voetbal winnen. Na opener Kettle Whistle, kwam er stilaan deining in de Californische golven met Whores, maar voor het eerste vloedgolfje was het wachten op Had A Dad. Intussen viel onze mond open bij de baslijnen van Eric Avery, mocht Dave Navarro af en toe vooraan het podium de show komen stelen met de gitaar, die met een Louis Vuitton-gitaarband om dat kleine, magere lijf hing, en stuurde Stephen Perkins in de achtergrond ritmisch de stoottroepen aan. De akelige perfectie, waarmee gemusiceerd werd, en de manier waarop Perry Farrell de zaal inpalmde, had tegelijk iets bovenaards en duivels, als waren de bandleden de vleesgeworden decadente personages uit de boeken van Brett Easton Ellis.
Met een set, die grotendeels bestond uit songs uit de bejubelde albums 'Nothing Shocking' en 'Ritual De Lo Habitual', kreeg iedereen in de zaal wel zijn eigen flashback naar een vorig leven. De magistrale uitvoering van een song als Ted Just Admit It herinnerde ons er ook aan dat Jane's Addiction niet alleen beukende golven teweegbrengt, maar eigenlijk een woeste onvoorspelbare zee is, die je plots in de onderstroom van een song kan meezuigen en waaruit je pas na minuten weer ontsnapt om naar adem te happen. Perkins drumde dreigend tegen Avery's baslijnen op, terwijl Navarro gretig in die muzikale maalstroom kerfde met de gitaar. Farrell hield het geheel als een sjamaan samen, tegelijk heel geconcentreerd de microfoon hanterend. Zijn stem klonk verrassend goed, maar het was niet duidelijk of daar nu al dan niet karaoke-truken aan te pas kwamen.
Halfweg de set was het rustige Jane Says - Navarro en Avery beiden op akoestische gitaar - een welgekomen rustpunt voor het lange en epische Then She Did. Zichtbaar ontroerd droeg Farrell de song op aan iedereen die onlangs een dierbare verloor (de song gaat trouwens over het vroege verlies van zijn en Navarro's moeder). Na dit stukje Allerzielen was het tijd om de bommetjes aan te snijden. Been Caught Stealing zorgde voor een spontaan moshpitje dat aanzwol naarmate daarna de openingstandem uit 'Nothing Shocking', Up The Beach en Ocean Size, kolkender en kolkender werd. Hoewel het in de AB nooit echt wild of uitzinnig werd, porden, nadat de Spaanse openingszin van dit stukje weerklonk ter inleiding van Stop, toch nogal wat ongecontroleerde ellebogen in onze rug.
Op één song stond iédereen te wachten. En na een korte pauze zette Eric Avery het verlossende baslijntje van Three Days in. In een wereld waar de VN een Afdeling Muziek heeft, zou Three Days hoog in lijstjes als de Tijdloze eindigen (we offeren maar al te graag enig Fleetwood Mac of War On Drugs op). Van lijstjes gesproken, we houden de dolle twaalf minuten Three Days van dinsdagavond al in ons achterhoofd voor de rubriek "Beste Live" voor ons eindejaarslijstje 2024. We koesteren de plaatversie nog regelmatig in goede en kwade dagen, maar de uitzinnige live versie in Brussel tartte alle verbeelding en alle zintuigen. De song oversteeg zichzelf door de passie die de bandleden erin stopten. Inderdaad:"All of them with wings". Alvorens we de zaal konden verlaten, kregen we gelukkig nog een decompressie bij wijze van het genadeslagje genaamd Mountain Song en de epiloog Chip Away met de drie muzikanten op drums vooraan het podium.
Wat een intens weerzien met een band die jaren geleden aan de horizon verdwenen was! Jane's Addiction sluit op 4 juli op The Barn af op Rock Werchter, de avond ervoor kan je een kleine zaalshow meepikken in Luxemburg.
Foto: Who Cares