Jan De Wilde - Een lach en een traan

Ancienne Belgique, Brussel, 5 oktober 2014

Jaarlijks terugkerend ritueel in de jaren negentig: op de eerste lentedag werd ‘Hé Hé’ uit het schap gehaald en schalde Een Vrolijk Lentelied keihard uit de boxen en door de ramen. Kwestie van de buren op de hoogte te brengen van de komst van het voorjaar. Logisch dus dat dit ‘Rewind’- concert van Jan De Wilde veel nostalgie opriep.

Jan De Wilde - Een lach en een traan



Want het was precies die plaat die de oude viezerik hier zou komen spelen. Viezerik ja, want, zoals hij zelf al aangaf, was zijn Joke begin jaren zeventig goed voor heel wat scheve blikken van de goegemeente. In de AB was het een ultiem moment van blijdschap en vol humor, iets waar wel meer van de nummers van Jan De Wilde goed voor zijn.

Het draaide dus allemaal rond die plaat, die de kleinkunst in 1990 de pop binnen zou smokkelen. Of was het nu andersom? Feit is dat producer Henny Vrienten (die van Doe Maar) ervoor zorgde dat heel wat van de nummers van een toen bijna-vijftiger werden gespeeld op jongerenzender Studio Brussel en de daarbij horende populariteit was daarvan een logisch gevolg. Als een deel van die nummers ook nog eens zorgden voor een glimlach, was iedereen uiteindelijk tevreden.

Nu, bijna vijfentwintig jaar later, klinken de nummers nog altijd even fris, de popsongs poppy, de kleinkunst intrigerend. Jan De Wilde zelf, intussen zeventig, bewees dat de humor die in zijn nummers zat daar niet toevallig was beland. Steeds opnieuw haalde hij allerlei grapjes – van geslaagde woordtrucs tot mislukte Ben Crabbé-mopjes (zoals hij dan graag toegaf) – uit, vroeg hij zich af waarom heel die zaal in godsnaam naar een ‘Rewind’-concert kwam (“Zou fast forward niet beter geweest zijn?) of plaagde hij zijn drummer, die naar zijn zeggen bij Golden Retriever verkeerd was ingevallen. Er mocht met andere woorden al eens - en eigenlijk vrij veel - gelachen worden.

Maar het was hem dus om de muziek te doen. Die was van bijzonder mooi tot lekker rommelig. De protagonist leek zelf soms een beetje onwennig met die grote groep muzikanten rondom zich en zijn frasering was dan – al dan niet met opzet - niet altijd op de maat. Het waren vooral de meer ernstige nummers, geschreven door Lieven Tavernier (De Fanfare Van Honger En DorstDe Verdwenen Karavaan), waarop hij zich toelegde en die bijgevolg het mooist waren. Niet toevallig waren dat twee van de nummers waarbij het koper van groot belang was. Maar ook Walter Ballade Van Een Goudvis (geleend van W.H Auden) en het ernstige Schapen Tellen konden bekoren.

Het spreekt vanzelf dat vooral nummers als Hé HéDe Eerste Sneeuw en het eerder genoemde Een Vrolijk Lentelied op het meeste enthousiasme konden rekenen. En ook Zussen, dat voor de bisronde werd afgestoft, was erg populair. En tussendoor kon je nog bijleren dat Urbanus zijn Lieve Loemoemba eigenlijk van Jan De Wilde was of wat Tom Waits’ Tom Traubert’s Blues (u misschien beter bekend als “Waltzing Matilda”) nu precies betekende.

Het was dus een concert met een lach en een traan. Precies zoals het hoort. En voor de volledigheid hebben wij vanmorgen de ramen nog één keer opengezet en Een Vrolijk Lentelied aan de straat laten horen.

5 oktober 2014
Patrick Van Gestel