Jamie Lidell - Verdronken kalf
Ancienne Belgique, Brussel, 18 maart 2013
Een terugkeer naar zijn elektronicaroots, zo moest je zijn nieuwe plaat zien. Jamie Lidell zei het zelf net voor hij zich achter zijn batterij machines zette. Wij vonden het eerder een knieval voor saaie dance. En zijn concert in de Ancienne Belgique bracht daar niet meteen verandering in.
Aan zijn naam zou je het niet zeggen, maar voorprogramma Ludwig Persik komt uit New York. En daar leeft altijd wel iets als het op muziek aankomt. Alleen was het bij deze jongeman al gestorven. En de lijken die hij uit de kast haalde waren zowat dertig jaar oud. Misschien nog net goed om als liftmuzak te dienen, maar verder zijn we deze eenzame jongeman met gitaar en ritmebox al lang vergeten. Ludwig wie?
Dan had Jamie Lidell toch nog wat meer persoonlijkheid. In lange regenjas kwam hij dus uitleggen waarom zijn laatste plaat klonk zoals hij klonk vooraleer de hoes van die laatste plaat op het massieve scherm in duizend digitale stukjes versplinterde en de muziek de zaal vulde.
Aan die lichtshow was veel zorg besteed. Ook dat had Lidell nog meegegeven voor hij de muziekband startte. En tijdens het optreden bedankte hij de lightcrew regelmatig. Nu was die lichtshow, veelal opgebouwd rond driehoekjes van allerlei soort die over het scherm zweefden en dansten, best onderhoudend, maar zeker niet baanbrekend. Daarvoor hebben wij al te vaak naar de screensaver op onze pc zitten staren. Mooi gesynchroniseerd met de muziek, dat wel, maar na de eerste twee minuten niet echt meer een meerwaarde.
Dus moest hij het hebben van de muziek. En waar opener I’m Selfish nog even de schijn ophield dat het misschien toch wel iets had kunnen worden, werd die hoop in de daaropvolgende nummers (onder meer een bijzonder vlak Blaming Something) vakkundig onthoofd. Lidell heeft het nog steeds in zich om nummers met bezieling en soul te brengen, maar de muziek raakte zelden eender welke gevoelige snaar.
Merkwaardig genoeg leek het in het daaropvolgende kwartet nummers wel te lukken. You Naked en What A Shame drongen al door tot in onze ziel. Maar vooral het daaropvolgende Music Will Not Last, dat a cappella (en met de vingerknippende hulp van het publiek) werd ingezet en dan overging in een feest van loops en de geslaagde, sobere cover van Forever In My Life van Prince schudden ons helemaal wakker. En precies voor die nummers werd het lichtspektakel ook nog eens zwaar ingebonden.
Maar daarna liet hij ons opnieuw rustig indutten, ondanks het feit dat de muziek ongetwijfeld als bijzonder dansbaar ervaren werd. Nog even een opflakkering met When I Come Back Around, dat in de strofen een serieuze ondertoon had, maar in het refrein dan weer iets exotisch, bijna Latijns-Amerikaans meekreeg, maar daarna liet hij het kalf verdrinken. Ook Big Love, dat tot bisnummer werd gepromoveerd en waarmee het publiek toch nog een laatste keer tot inleving werd aangezet, kon daaraan niets veranderen.
Jamie Lidell heeft zonder enige twijfel nog steeds voldoende soul om de Ancienne Belgique in zijn eentje te doen gloeien, maar dan zal hij toch iets meer moeite moeten doen. Draai die nieuwe nummers door de mangel, geef ze de twist, die hij ook zijn vroege materiaal durft geven, en dan wordt het misschien nog iets. Maar op deze manier hoeft het niet meer.