Jacuzzi Boys - Ware aard

Madame Moustache, Brussel, 8 december 2013

Wie enkel en alleen naar Madame Moustache was afgezakt op basis van de tweede, titelloze plaat van Jacuzzi Boys, stond waarschijnlijk met open mond te kijken naar het spektakel. Voor wie hen al eerder aan het werk had gezien was het business as usual en dus party tot het gaatje.

Jacuzzi Boys - Ware aard



Eigenlijk is de Madame Moustache niet meer dan een groot uitgevallen, bruine kroeg. Het podium staat in een deel van het gebouw, dat waarschijnlijk niet eens groter is dan uw woonkamer. Maar het belette de fans niet om er een feestje van te maken. Vanaf het vierde nummer werd de eerste pogo ingezet en bleek dat de muren duidelijk niet uit gipskarton werden opgetrokken. En even later ging de eerste crowdsurfer de lucht in. Hij plakte net niet tegen het plafond, maar ook dat was dus geen bezwaar.

Dat de punk en de garagerock nog steeds hoogtij vieren in het werk van Jacuzzi Boys, mag dan iets minder blijken uit het plaatwerk, op het podium zijn ze moeilijk in tomen, deze jongens. Drummer Diego Monasterios werd al meteen ondergedompeld in een rookwolk, die eigenlijk nooit meer helemaal zou optrekken. Pas nadat de laatste akkoorden waren verstomd, bleek dat er effectief een drummer op het podium aanwezig was. Daarvoor getuigden enkel de rammelende cimbalen van zijn aanwezigheid.

Bassist Danny Gonzalez bekeek het eerder stoïcijns. Af en toe wilde hij al wel eens een duel met fromtman, zanger en gitarist Gabriel Alcala aangaan, maar verder deed hij zijn ritmische dans zonder enige blijk van emotie. Al durven wij er onze reputatie (voor wat die al waard is) onder verwedden dat er een glimlach om zijn mondhoeken verscheen toen de crowdsurfers op handen werden gedragen.

En dan was er dus nog Gabriel Alcala. Als hij zijn teksten al niet door de distorted microfoon aan het brullen was, zijn gitaar hoog op de borst dragend, ging hij zichzelf te buiten aan gitaarsolo’s, daarbij zijn instrument wild in het rond zwierend. Telkens hij een nummer aankondigde, maakte hij er ook een sport van om dat zo onduidelijk mogelijk te doen. Om u een idee te geven: Cool Vapors werd dan bijvoorbeeld “Koeoeoeoeoeoeoeoel Vvvvvveeeeeejpeeeerrrrrrrzzzzzzzz”.

Telkens een nummer uit de nieuwe plaat werd gespeeld, kreeg het publiek even de kans om op adem te komen om dan weer volop tekeer te gaan bij het volgende. Uiteindelijk vroeg Alcala nog om alle lichten te doven voor de afsluiter om daarna met een lange, maar boeiende solo dat laatste nummer in te zetten.

Jacuzzi Boys hebben, ondanks die laatste plaat, de ware aard niet verloochend. Zij zijn nog steeds een stelletje punks met een stel verdomd aanstekelijke songs. En daar wil niemand voorlopig iets aan veranderen.

8 december 2013
Patrick Van Gestel