Jack White - Hell Yeah!!

Lotto Arena, Antwerpen, 7 september 2012

"HELL YEAH !!!" Dat zou zo ongeveer zijn wat we zouden antwoorden als iemand ons zou vragen naar een beknopt concertverslag van Jack White’s passage gisteren in de Antwerpse Lotto Arena. Maar omdat het altijd wat uitgebreider mag, plakken we er nog een paar paragrafen aan.

Jack White - Hell Yeah!!



ack White is een levende legende, daarover zijn we het eens. Op zijn zesendertigste heeft de man in allerlei gedaantes (White Stripes, The Raconteurs, The Dead Weather, solo) niet minder dan elf platen op zijn conto staan, een ronduit indrukwekkend aantal.

Dat Jack White ook live memorabel is, mochten we deze zomer al meemaken op Rock Werchter. Het optreden van White staat in het geheugen van velen geboekstaafd als één van de absolute hoogtepunten van een sterke editie.

Zoals we ondertussen wel weten is Jack White op tour met niet één, maar twee bands. De ochtend van een show beslist hij of hij die avond het podium zal opgaan met zijn all-male- dan wel zijn all-female-band, afhankelijk van de goesting van de dag. Op die manier houdt hij het ook voor zichzelf spannend.

Ook het feit dat Jack White geen setlist opmaakt en het volgende nummer bepaalt naargelang de inspiratie van het moment vervult ons met respect.

Maar genoeg gepalaver. Uiteindelijk ging het erom of Jack White de hooggespannen verwachtingen kon inlossen.

Het was meteen duidelijk dat White zin had in een stomende rockset. Openers waren White Stripes-klassiekers The Hardest Button To Button en ‘Blunderbuss’-single Sixteen Saltines. Die steengoede nummers gingen helaas grotendeels verloren in de galm van de Lotto Arena. Maar als bij mirakel werd de klank daarna, vanaf Missing Pieces, plots perfect en dat duurde tot het einde van de show.

De mannelijke band staat erom bekend een stuk steviger te rocken dan de vrouwelijke en nummers als Love Interruption, Blunderbuss en We’re Going To Be Friends bleven dan ook mooi in de kast.

Met twee piano’s, een drummer die tekeer ging alsof zijn leven ervan afhing, een violist, een (contra)bassist en de protagonist zelf was White hier een stuk veelzijdiger dan tijdens de White Stripes-periode.

Tijd om een woordje met het publiek te wisselen was er amper, maar dat kwam het tempo van de set alleen maar ten goede. Pauzes tussen de nummers waren er nagenoeg niet: het ene nummer vloeide naadloos over in het andere.

White bracht snedige versies van Raconteurs-nummer Top Yourself, Dead Weather-single I Cut Like A Buffalo en combineerde in één nummer  - Hotel Yorba - ook nog eens country met rockabilly.

Ook het solowerk mocht er zijn. Hypocritical Kiss klonk nijdig, On And On And On was min of meer een rustpunt in de set en toen hij zich in het midden van Take Me With You When You Go van piano naar gitaar haastte, klonk de solo die volgde nog imposanter.

Nog een adempauze was Two Against One, de samenwerking tussen Jack White en Danger Mouse. Minder bekend, maar desalniettemin een hoogtepunt in de set.

Met Ball And Biscuit kwam een woest einde aan een gewelddadige set. Als toegift kregen we nog Steady As She Goes, Freedom At 21 en Seven Nation Army, dat - uiteraard - het dak van de Lotto Arena blies.

Het ene muzikale hoogtepunt volgde het andere op. In een jaar waarin we reeds Sigur Ros, Portishead en Damien Rice hadden zien optreden en Richard Hawley, Radiohead en Bon Iver nog moeten langskomen is het zo stilaan duidelijk: het wordt drummen in de eindejaarslijstjes, maar Jack White verdient zonder twijfel een plaats in de hoogste regionen.

7 september 2012
Geert Verheyen