Isobel Campbell & Mark Lanegan - De ketting is zo sterk als zijn zwakste schakel
Vooruit Kunstencentrum, Gent, 24 januari 2009
Na de twijfelachtige voorstelling van ‘Ballad of the Broken Seas’ vorig jaar in de AB had Isobel Campbell iets goed te maken. Deze keer was Mark Lanegan wel van de partij, en dat bracht het optreden duidelijk naar een hoger niveau. Een opmerkelijk optreden, met een al even opmerkelijk voorprogramma. Wij vroegen ons al af waarom er zo gretig met Johnny Cash-nummers gestrooid werd toen wij ons een weg naar het podium probeerden te banen.

William Elliott Whitmore groeide op tenmidden van de natuur aan de oevers van de Mississippi, waar zijn ouders een paardenfokkerij bezaten. Toen die laatsten kort na elkaar omkwamen zag de jonge Whitmore slechts twee uitwegen: muziek maken of zelfmoord plegen. Hij koos voor het eerste, wat resulteerde in pure countrybluesnummers, begeleid op banjo of gitaar en gekenmerkt door Whitmores rauwe stem. Hij is een prille dertiger, maar zijn stem klinkt erg doorleefd, mede door zijn rook- en drinkgedrag (getuige hiervan is de fles Jack Daniels die op het einde van zijn optreden volledig leeg was, met enige hulp van het publiek weliswaar). De vergelijkingen met Tom Waits, omwille van de stem, en Johnny Cash, voor zijn vertelkwaliteiten, zijn dan ook niet uit de lucht gegrepen.
Whitmore puurde voor deze set voornamelijk uit zijn laatste album ‘Song of the Blackbird’. Vooral One Man’s Shame en Take it on the Chin zijn beklijvend. Hij bewijst nogmaals dat er geen dertigkoppig orkest nodig is om het publiek aan je lippen te doen hangen en weet zijn luisteraars te bezweren met nummers die recht uit het hart komen, enkel met behulp van een snaarinstrument en een simpele stamp van de hielen.
De samenwerking tussen Isobel Campbell en Mark Lanegan mag toch een van de succesvolste van de afgelopen jaren worden genoemd. De frèle stem van Isobel contrasteert opvallend met de diepe doorrookte stem van Lanegan, toch vullen ze elkaar perfect aan op ‘Ballad of the Broken Seas’. Zo warm als de plaat klinkt, zo kil staat het tweetal op het podium. Ijskoningin Isobel blijkt na verloop van tijd gewoon verlegen, van Lanegan zijn we niets anders gewend.
Bij de eerste voorstelling van de plaat in de AB vorig jaar bracht Isobel Eugene Kelly mee en dit deed hun optreden geen eer aan, Lanegan blijkt een onmisbare schakel in de plaat. En duidelijk ook in de live set. De nummers die ze samen brengen, zoals Revolver en het uitstekende Deus Ibi Est zijn topklasse. Als Campbell echter enkele nummers voor haar rekening neemt en Lanegan even van het podium verdwijnt wordt het snel duidelijk dat het succes van ‘Ballad of the Broken Seas’ wel degelijk in de gecombineerde stemmen schuilgaat. Ze beschikt over een zuivere en vertederende stem, maar die gaat net niet diep genoeg om lang te blijven boeien.
Tot onze opluchting schuifelt Lanegan regelmatige terug het podium op om het niveau van het optreden terug een paar treden hoger te schoppen. Dit doet hij onder andere met enkele verrassende covers uit zijn coveralbum ‘I’ll Take Care of You’, zoals Carry Home en Little Sadie. Ondanks zijn onbestaande interactie met zowel het publiek als zijn medemuzikanten dwingt Lanegan moeiteloos respect af. Hij doet zijn ding en verdwijnt, maar laat een onuitwisbare indruk achter.
Ook Campbell put uit solowerk en brengt een breekbare versie van Yearning uit haar nieuwste album ‘Milkwhite Sheets’, een album dat minder enthousiast werd onthaald door de pers. Je ziet haar zelfvertrouwen geleidelijk aan groeien tijdens het optreden. Campbell fluistert bijna onverstaanbaar “thank you” en haar gezicht ontdooit merkbaar. Wanneer ze begint te blunderen bij Honey Child What Can I Do? (“I had a day off yesterday, and it seems I’ve forgotten everything!”) kan er zelfs een glimlach bij Lanegan vanaf, ongetwijfeld een primeur.
In de bisronde worden we nog getrakteerd op een sublieme versie van Ramblin’ Man en het donkere Wedding Dress. Een nieuw nummer doet ons vermoeden dat de samenwerking nog niet ten einde is. Tot dan draaien we ‘Ballad of the Broken Seas’ nog wel even grijs.