Iron And Wine - Mooie wegdroommomenten

Koninklijk Circus, Brussel, 4 juni 2013

Iedereen die Iron & Wine een beetje kent, weet dat die groepsnaam eigenlijk de schuilnaam is van de Amerikaanse singer-songwriter Samuel Beam. Alleen was daar in het Koninklijk Circus niet veel van te merken. Dertien (!) mensen stonden op het podium muziek te maken: Beam zelf, een bassist, een pianist, een drummer, drie strijkers, drie blazers en drie backingvocalisten. Maar ons hoor je niet klagen.

Iron And Wine - Mooie wegdroommomenten



Iedereen die Iron & Wine een beetje kent, weet ook dat Beam zijn volstrekte zin doet op het podium. Geen aaneenrijging van singles, wel de nadruk op albumtracks en een b-kantje hier en daar. Alleen vinden wij het jammer dat we daardoor de huidige single Joy en het prachtige Flightless Bird/American Mouth zijn misgelopen.

Gelukkig bleef er nog meer dan voldoende moois over. Er werd geopend met de recente, vrolijkmakende oorwurm New Mexico’s No Breeze, waarna meteen werd teruggegrepen naar het verleden met Carousel en Kingdom Of The Animals uit ‘The Sheperd’s Dog’ en publieksfavoriet Tree By The River uit ‘Kiss Each Other Clean’, de plaat waarop Beam zijn geluid net iets te veel verbreed had, volgens velen.

In het Koninklijk Circus wist Beam een mooi compromis te vinden tussen de fans van het vroegere werk en zij die de jazzy invloeden op ‘Ghost On Ghost’ hadden omarmd, onder wie ondergetekende. Zo kreeg een ouder nummertje als Belated Promise Ring een knappe instrumentale outro die naar freejazz neigde. Hetzelfde gebeurde later met Caught In The Briars, al ging het daarna iets te lang door om boeiend te blijven en werd het ons iets te chaotisch. 

Halverwege de set verliet het grootste gedeelte van de band het podium en bewees Samuel Beam dat hij helemaal geen dertienkoppige band nodig heeft om te imponeren. De versie van Monkeys Uptown die hij bracht samen met het strijkerstrio was stukken indrukwekkender dan de versie op plaat. En ook de versie van Such Great Heights is knapper dan het origineel van The Postal Service. Helemaal alleen bracht Beam de oudjes Naked As We Came en Sodom, South Georgia. En wij waren daar allerminst rouwig om.

In het tweede gedeelte van de set volgden nog publieksfavorieten als Jezebel en het springerige Grace For Saints And Ramblers, het bijna-funky Singers And The Endless Song en het uitbundige Your Fake Name Is Good Enough For Me als afsluiter. Als enige bis werd geopteerd voor The Sea And The Rhythm uit de beginperiode van Iron & Wine, door Beam weer helemaal solo gebracht. Kippenvel.

Iron & Wine is voor ons nog altijd het muzikale evenbeeld van een namiddag wegdromen terwijl we met de zon op ons gezicht op het groene gras naast een kabbelend riviertje liggen, een plekje dat we bij voorkeur alleen kennen: niet zozeer opwindend, maar wel sfeervol, ontspannend en zo deugddoend. Het nummer dat we bij zo'n namiddag als soundtrack zouden willen, heet Lean Into The Light, een b-kantje van een jaar of twee geleden, maar o zo mooi.

Van die mooie wegdroommomenten bezorgde Iron & Wine er ons toch een flink aantal in een kleine twee uur. En dat doet niemand hem na.

4 juni 2013
Geert Verheyen