Inna De Yard - Legendarisch

Openluchttheater, 8 juli 2023

Inna De Yard - Legendarisch

Even de ogen sluiten. We nemen je mee naar het broeierige Trenchtown, de armenwijk van Kinston, Jamaïca. Met gammele huisjes, een boel werkeloze mensen die op straat rondhangen om uit verveling en ongenoegen samen muziek te maken op zelfgemaakte, geleende of gedeelde instrumenten. Vaak van eenvoudige kwaliteit, maar wel met “de stem van de straat”: vol emotie, passie en soul.

Het is niet gemakkelijk om deze pure muziek uit de context te rukken om ermee de wereld rond te trekken. Maar dat is de missie van Inna De Yard (oep z'n Antwaareps: “in de nof”). Het gezelschap is gekend als “de Buena Vista Social Club van Jamaïca”, en huisvest ondermeer Cedric Myton (The Congos), Winston McAnuff en Ken Booth. De missie: “Jammen in de tuin (van legendarisch gitarist Earl “Chinnah” Smith) met akoestische instrumenten, trage en traditionele ritmes en veel harmonieuze samenzang. Zeg maar: het hart en de roots van reggaemuziek opnieuw in volle glorie laten kloppen.

En waar kan je die missie beter brengen dan in het fabuleuze Openluchttheater, de “voortuin” van Antwerpen? Liefst nog op een tropische zomeravond dan, wanneer er evenveel ijsjes als pintjes verkocht worden. Het verbaasde ons misschien een beetje dat zo’n legendarische passage het mooie amfitheater slechts voor twee derde vulde.

Op de tonen van de de warme rootstunes van de Blackbird Sound System en zijn drie rub-a-dub-soldiers zeilden we voorzichtig de mooiste concertplek van België (en omstreken) binnen. Mooi op tijd voor de opkomst van Spellbreakers, een rootsgezelschap uit Antwerpen dat met negenen de gloednieuwe debuutplaat kwam voorstellen. Niet al te snelle, expliciete nummers vol soul van de volle vibratostem van Juli Jupter, bijgestaan door een mooie tweede stem van Militant Mila. Maar vooral ook met doordachte, niet al te overladen arrangementen die voortdurend prikkelen en gerust zes minuten de spanning hoog hielden / houden.

Wij onthielden alvast een sterk Deliverance met dat hoge singalonggehalte en een krachtig, oprecht Working Class. Maar zeker ook een blazerssectie die niet al te overtollig, maar lekker punctueel voor extra “fijah” zorgde. Of een indrukwekkende, bluesy solo op de keys van Jasper Fisherman en vooral ook erg aanstekelijke, kronkelende warme baslijnen van Emile Claeys die Spellbreakers zonder twijfel een dimensie hoger brachten. Helaas kreeg het gezelschap maar een half uurtje toebedeeld, zo’n vijf songs lang. Wij hadden met plezier meer kunnen verteren.

Maar het vraagt natuurlijk enige technische interventie om een podium klaar te stomen om de dertien (!) koppen van Inna De Yard te plaatsen. Een strakke timing, die net niet gehaald werd door “technische problemen”. Lees: een toetsenist die vergat om het keyboard aan te zetten. Iets wat trouwens enkel maar extra bijdroeg tot de relaxte, vrolijke sfeer on stage.

De formule van deze superband is geniaal natuurlijk. Je neemt als basis een vaste reggaebegeleidingsband met legendarische sessiemuzikanten (bas, gitaar, keys, blazers). Daarnaast zet je op acht stoelen de hele cast van Inna De Yard, legendarische rasta’s en singers. Die nemen elk een bongo, djembe, handtrom, conga of ander percussie-instrument om samen collectieve, trage en traditionele ritmes aan te slaan. Vervolgens gaan beurtelings één of twee van de ritmemakers naar voren om op te treden als leadsinger, terwijl de rest van de cast harmonieus nazingt. Voordeel: elk van de grotendeels bejaarde zangers moet maar enkele korte intermezzo’s frontstage brengen en kan daar dan ook honderd procent vol energie voor gaan én je krijgt een soort van best of-compilatieset, die voortdurend verrast en afwisselt.

Verrassing is misschien net wat overdreven: de eerste helft van de show werd integraal geplukt uit de recente plaat ‘Family Affair’, te beginnen met trage rootstraditional Africa (“we want to go”) met de uitbundige Myton en McAnuff als tweestemmige ambiancemakers – beiden op blitse sportschoenen – tot een erg krachtig Fire Burn van Kiddus I met een profetische spokenwordintro en een erg vurige blazerssectie. Maar ook met al snel in de show een eerste cover: het legendarische Stop That Train uit 1967, dat door het oorspronkelijke rocksteady duo Keith & Tex in Cubaanse pakjes en op een lekkere uptempo modus gebracht werd.

Van lovers-slowrock tot pure rootsreggae, van nyabinghi-ritmes tot dancehall en rocksteady en zelfs een zeldzame keer iets meer moderne ragga, Inna De Yard bracht het allemaal. vooral met veel focus op traditie. En dat het spektakel dan telkens even stil viel tussen twee verschillende songs of acts, bleek een verwaarloosbaar euvel.

Rond de tiende song schakelde de band plots een versnelling hoger door niet meer aan dat laatste album vast te houden. Met de singalong classic The Congoman bracht Cedric Myton de ‘Heart Of The Congos’ opnieuw aan het kloppen en met een jazzy stiltemoment dat prachtig tussen de bomen van het OLT zinderde, bracht Kiddus I zelfs Edith Piaf even terug tot leven met de bloedmooie ballad If You Love Me, Really Love Me – enkel met piano, drums en akoestische gitaar. Als tegengewicht ging iedereen aan het swingen met de oldskool Studio One-skaclassic Let The Water Run Dry van Ken Boothe (“Don’t let the tear drops fall from your eyes”) en bracht Tex nog met een erg broze vertolking van A Groovy Situation als toemaatje ode aan wijlen Lee “Scratch” Perry. En dan de allerlaatste kers op de taart in de bisronde: de verhoopte Congos monsterhit Row Fisherman, eveneens door Perry geproducet. In een lange full-harmonyversie vol dubmomenten, samenzang- en -voelemoties en de trots en togetherness die bij rootsreggae en Inna De Yard past.

Legendarisch.

Inna De Yard @ OLT Rivierenhof 8/7/2023

10 juli 2023
Johan Giglot