I Love Techno 2014 - Weer méér techno

Flanders Expo, Gent, 9 november 2014

Dat I Love Techno een statement moest maken was duidelijk. Door de toenemende concurrentie van zomerfestivals, de versnipperde dance scene en het jongere publiek dat al lang niet meer naar één muziekgenre luistert, leek de mega-techno party de afgelopen jaren niet goed te weten welke koers het moest varen. Een moedige keuze was het om op deze editie de niches overboord te gooien en voluit te kiezen voor de roots van het festival.

I Love Techno 2014 - Weer méér techno



Dat leverde 26.000 bezoekers op, 4000 dansende hoofden minder dan vorig jaar. Het deel dubstep-, drum & bass- en elektrofans haakte allicht af en het getrouwe technopubliek zal zijn weg ook moeten terugvinden naar Gent. Dat was ook merkbaar in de zalen. Geen lange wachtrijen voor de gekleurde rooms, meer bewegingsruimte op de dansvloer en een vlottere doorloop in de centrale hal. Voor de danslustigen had het enkel voordelen.

We merkten ook een verschil in publiek in de verschillende ruimtes. In de Green Room, waar hitsuccessen als Clean Bandit, Duke Dumont, Gorgon City en Klangkarussell hun duit in het zakje deden vond je overwegend het jonge volkje. De kleine Black Room werd dan weer bevolkt door oudere clubbers die kozen voor hedendaagse undergroundacts als Rødhåd, Pfirter en de door R&S opgepikte Paula Temple. De zwarte ruimte, met een capaciteit van, schatten we, 600 mensen was een verademing in het megagebeuren. De donkere techno kreeg daar zo zelfs een intieme en warme sfeer die we elders misten.

De grootste ruimte werd voorbehouden voor jongens als Underworld, Paul Kalkbrenner, Len Faki en Loco Dice. Underworld mocht dan vooral putten uit hun doorbraakalbum ‘Dubnobasswithmyheadman’ dat zijn 20ste verjaardag vierde, ander bekend materiaal werd niet aan de kant geschoven. Eindigen deden ze met Born Slippy Nuxx. We hoeven je daarbij allicht niet te vertellen dat de al reeds opgehitste zaal finaal uit het dak ging. Dat ze nog steeds een breed publiek bereiken merkten we aan de mengelmoes van talen en t-shirts van zowel de Duitse technotempel Tresor als van Bonzaï.

In de Yellow Room, gehost door Boys Noize, vielen nog enkele verrassingen te rapen. Daniel Avery speelde er zij aan zij met Erol Alkan. Die set neigde eerder naar donkere minimalistische techno dan naar elektro. Brodinski en Gesaffelstein sprongen dan weer van de hak op de tak en reikten een breed gamma genres en tempo’s aan waar je benen soms moeilijk bij konden volgen. Entertainend was het op z’n minst. Boys Noize zelf knipoogde dan weer volop naar oude rave en new beat. Op een over heel de breedte van de zaal uitgesmeerde led wall zagen we dansende geraamtes en rollende smileys.

De Red Room tekende voor de hardste beats. The Advent stampte al vroeg op de avond 130 beats per minuut over ons hoofd. Een paar uur later doet technogoeroe Jeff Mills het niet minder rustig. Het monotone gedreun klinkt als een ware Apocalyps. Hij speelt in de diepte en dan moet je tijd maken om in de sfeer te komen.

Maar techno stond dus weer helemaal centraal op deze 19de editie van I Love Techno. Het genre is al enkele jaren weer aan een steile opmars bezig. Benieuwd wat dat gaat geven op de verjaardag die het festival volgend jaar te vieren heeft.

9 november 2014
Koen Van Dijck