I Love Techno 2011 - Haters gonna hate

Flanders Expo, Gent, 16 november 2011

Haters gonna hate. Op internet is het ondertussen een vaste rubriek geworden bij de grapjassen, maar voor I Love Techno geldt de boutade al een stuk langer. Al van in den beginne staan de criticasters met wrijvende handen klaar om het festival op alle mogelijke manieren neer te bliksemen. Het volk trok het zich echter niet aan want alle vijfendertigduizend tickets waren weer de deur uit.

I Love Techno 2011 - Haters gonna hate



Kritiek 1: I Love Techno draait niet meer om techno. Nee, natuurlijk niet. Rock Werchter is ook meer dan rock. Meegaan met zijn tijd noemen we dat. Op dergelijke schaal is het nu eenmaal onmogelijk om vast te houden aan één bepaalde niche. Daar bestaan genoeg kleinere initiatieven voor.

Dus kwamen de organisatoren met de Orange Room op de proppen. De grootheden uit de razend populaire dubstep mochten er afwisselen met heersers van de drum&bass. Nero bijvoorbeeld, die naast Rome ook Flanders Expo in brand kwam steken met zijn wobbels en kicks. Elk woord, elke sample en zelfs de gekste geluiden werden mee gescandeerd door een uitzinnig bouncend publiek.

De security werd volledig onder de voet gelopen door een honderdtal mensen die niet meer binnen mochten op de live-set van Chase&Status. Spijtig want ze misten one hell of a show. Katy B daarentegen kon veel minder overtuigen. I Love Techno kent al jaren problemen met live-performances en ook nu ging het geluid van de Britse volledig de mist in. Benga&Skream worstelden in het begin wat met de geluidsnorm maar knalden er naar het einde toe volledig op los. Flux Pavilion tenslotte vernietigde wat nog overbleef van je trommelvliezen met geschift zware bassen en beats.

Maar er was ook aan de nostalgische mens gedacht. Echte klassiekers kwamen eveneens aan bod. Laurent Garnier bijvoorbeeld, die een set van maar liefst vier uur bracht. Heerlijk relaxt, met veel oog voor een goede vibe en een tragere opbouw. Carl Craig kwam dan weer op de proppen met zijn 69 project. Cassius was ook van de partij, maar zij konden wat minder overtuigen: een rommelige set, die veel te veel teerde op het succes van monsterhit Love You So.

Kritiek 2: I Love Techno lijkt wel een braderij. Akkoord het is een massa-bedoening en soms waan je je op een uit de hand gelopen boekenbeurs. Maar ook dit jaar werd alles in stelling gebracht om het clubgevoel op te wekken. Paul Kalkbrenner bijvoorbeeld, die een fantastische set bracht, werd mooi ondersteund door een enorme videowall en lichtinstallatie.

En voor de rest van de gezelligheid zorgt de bezoeker zelf wel. Tijgers, beren, cowboys met een banaan in de holster, rave-girls, glowsticks, excentrieke hoeden, gekke Hollanders die met hun camper voor de deur stonden, dubsteppers die een ‘klakke’ op je hoofd zetten omdat dat nu eenmaal moet bij dit genre, Spanjaarden die hun drank doorgeven om te verbroederen… en uiteraard een enorme mensenmassa, die samen op dezelfde muziek uit hun dak gaan. Zoek maar eens wat live-beelden op van de set van Boys Noize. Fenomenaal hoe iedereen ganz lös gaat op de knallers van de Berlijner.

Kritiek 3: I Love Techno is een drugsfestival. Welk festival niet natuurlijk? Dit is geen fenomeen van deze tijd en al bij al viel het wel mee in Flanders Expo. De draagberrie moest dan wel heel vaak op en af door de zaal, maar daar zat de enorme hitte en drukte zeker voor iets tussen. En er liep een kerel volledig in zijn nakie door de zaal, maar waarschijnlijk was alcohol hier de boosdoener. De politie heeft zeven dealers opgepakt maar met vijfendertigduizend aanwezigen valt ook dat te relativeren. Hier en daar zag je uiteraard wijd opengesperde ogen en oncontroleerbare kaakbeenderen, maar de grootste extases kwamen nog altijd voort uit de muziek.

Kritiek 4: Er is te weinig oog voor Belgische artiesten. Het kan natuurlijk altijd beter, maar de Belgen kwamen ook nu aan bod. Leesa en Raving George bijvoorbeeld, twee jongedames, die elk binnen hun genre de boel mochten opwarmen. The Subs waren er ook en dat zal iedereen geweten hebben. In een volgepropte room bewezen ze meteen waarom ze enige rechtmatige winnaars van de Red Bull Award voor Best Live Performance zijn. Papillon ging uit zijn dak en sleurde het publiek moeiteloos mee. Mumbai Science deed het wat later iets kalmer aan, maar kon evenzeer overtuigen.

I Love Techno is een massa evenement en probeert dat ook helemaal niet te ontkennen. Ze gaan voor grote namen, kiezen een commerciëler profiel en houden niet vast aan één bepaald genre. Keuzes die al lange tijd geleden genomen zijn en waar het publiek zich moeiteloos bij neerlegt. Haters gonna hate, but shakers gonna shake!

16 november 2011
Niel Van Herck