Halve finale Humo's Rock Rally 2014 - Nog een onverwachte portie seks

Trix, Antwerpen, 3 maart 2014

Straks weten we wie er naar de finale gaat van Humo's Rock Rally 2014, maar moedig als we zijn, spreken we eerst zelf ons oordeel uit over de tien bands die aantraden in de tweede halve finale. Toch waren we niet altijd zo dapper. Gisterenavond bijvoorbeeld werd het ons op een bepaald moment even te warm.

Halve finale Humo's Rock Rally 2014 - Nog een onverwachte portie seks



Kalisto Bay kan zo op de radio met zijn frisse indierock en eigenlijk waren ze daar al want ze stonden al eens in de finale van De Nieuwe Lichting. Vooral de zanger Sevenans heeft de juiste uitstraling. Jammer dat hij aan de zijkant stond opgesteld. In een band zou er weinig plaats voor democratie mogen zijn. De frontman moet vooraan. De cover van Mansard Roof van Vampire Weekend bleef vrij braaf al kreeg het nummer wel een heerlijk fuzzy gitaarmidden mee. Het eigen Broken Clocks was echter minstens zo spannend.

De zanger/ gitarist van The Queefs zag er uit als het broertje met overgewicht van Kurt Cobain en zo klonk hij ook. De grunge punk van zijn band klonk oprecht kwaad en wij kregen al zin in een stage dive vanaf de eerste song, een cover van Electric Wizards Dunwich. Niemand die hier uit de toon viel en al zeker niet de bassist die zijn bas zo laag liet hangen dat het doodshoofd dat hij er op kleefde in het midden van zijn kruis bengelde. En vooral: een band die een eigen nummer ( It Sucks To Grow Up) als hoogtepunt kan laten klinken, mag voor ons naar de finale.

The Insect Soldiers Of The Sky mistten vorig jaar (op een haar na naar verluid) de halve finale. Dit keer raakte ze wel zo ver, maar overtuigend klonken ze niet vanavond. Boris Willems mag er dan uitzien als een jongere versie van Beck, maar Mr Alligator  rammelde en de cover van 99 Luftballons was een beetje lachwekkend vanwege het schabouwelijke Duits en de lalalaatjes. We hadden al kunnen denken dat er een Duits lied zou volgen want in Mr Alligator droeg toetsenist  Winter zo'n “Modern Talking-keyboard” om de hals. De afsluitende song redde nog een pak meubelen maar of dat voldoende zal zijn voor de finale?

Humble Flirt pakte het anders aan. Meteen bij de eerste song pakten ze uit met de slimste riff van de avond, al was het er wel eentje van Yeasayer. En al leken ook zij overgedemocratiseerd op een lijn te staan, toch hadden we hier niet het gevoel dat het een gimmick was. Drie van de vier leden zongen immers en ze deden dat goed. Words Collide was ook goed, maar helaas was Rearrange een dipje.

Samowar deed het solo met twee micro's, samples en elektronica. Haar scherpe jukbeenderen mogen dan wel een dreigende eetstoornis doen vermoeden, muzikaal was dit niet mager. In Thirsty Whale maakte ze de passende onderwatergeluidjes en in Roots bewees ze echt goed te kunnen zingen. Alleen jammer dat de te lange pauzes tussen de nummers de spanning verbraken en dat er zo weinig te beleven viel op visueel vlak. Haar versie van Small Town Boy was kil zoals het treinstation uit de tekst.

Bij Sea Peoples mochten we stilaan van een trend spreken. Ook dit viertal stond netjes op een rij, even netjes als hun frisse geluid. De cover van Womack And Womack's Teardrops was er een zonder soul en helaas moesten de stemmen van Fien Robben en Timo Vantygem aanvankelijk elkaar nog vinden. De gitaarsolo was wel leuk gevonden. Vorig jaar werden ze tweede bij De Beloften, maar dat lijkt ons geen garantie op de finale van Humo’s Rock Rally.

Bij Warhola verwachtten we op basis van de naam iets heel stevigs, maar de naam heeft niets met oorlog te maken. Ondanks de dubbele drumbatterij klonken ze verrassend subtiel met met ijle gitaren, hoog gezongen zanglijnen en slimme, eigentijdse elektronica à la James Blake. Undo  en Reshape betoverden, Reshamaakte een vuist  en de band heeft ook de looks en de branie om het te maken. Dit was de eerste band waar we echt even sprakeloos bij achterbleven.

Ook Yawns klonk best aardig al deden ze niets vernieuwend. De band heeft goed naar zijn psychedelische voorbeelden geluisterd en surft mee op de revival die de psychedelische rock momenteel beleeft. Dat mag best als het nummers oplevert als Lucid Dream en I Wanna Go Where Nobody Knows My Name. De band tekende ook voor de meest geslaagde cover: We Are Your Friends van Justice vs. Simian werd ondergedompeld in een bad geestverruimende chemicaliën.

Over Litescribes houden we het kort. De twee gasten en hun machines: een elektrische gitaar, een bas en een synthesizer brachten instrumentale nummers in een geheel eigen, originele stijl die nummers als naam hadden. Als cover meenden we wel No Limit van 2 Fabiola te ontwaren in de noise. Dat was goed voor een brede glimlach.

Voor we naar huis gingen, kregen we ook nog een portie seks waar we niet meer op gehoopt hadden. Daarvoor tekende Lotte Vanhamel van Hazy Hands. Dit vreemd allegaartje van een grungerocker op gitaar, een bassist met psychedelisch t-shirt, een drummer in ZZ Top-shirt en Vanhamel zelf, uitgedost in een zwart euh… ensemble dat alleen op de juiste plaatsen iets verhulde brachten theatrale, campy gothic die wat deed denken aan Toyah maar dan sexyer.  Do You Wanna Touch Me vroeg Vanhamel, maar we durfden niet. Moeder de vrouw wachtte thuis.

3 maart 2014
Marc Alenus