Half Moon Run - Bijna omvergeblazen
Botanique, Brussel, 18 april 2013
Onlangs was Half Moon Run één van de twee voorprogramma’s die Mumford & Sons bij zich hadden om het uitverkochte Sportpaleis op te warmen. Achteraf leek iedereen vol lof over deze Canadese band. Nu weten wij wel dat de massa niet altijd gelijk heeft – soms wel, veel vaker niet – maar als vier mensen uit onze omgeving met een onberispelijke muzieksmaak ons onafhankelijk van elkaar aanraden om eens naar hen te gaan kijken dan weten wij wat ons te doen staat.
De Rotonde was uitverkocht vanavond. Ze zijn nog geen grote band – zoals ze vanavond ook meermaals zelf zullen zeggen – maar ze hebben wel alles in huis om het te worden. Wie Half Moon Run nog niet kent kan beginnen met het luisteren naar hun eerste twee singles. Het aanstekelijke Call Me In The Afternoon kan fungeren als de aanstekelijke doorbraakhit (zo één van die zeldzame nummers die op alle zenders passen) en Full Circle laat je de meer ingetogen kant van de groep horen. Eén duwtje in de rug, meer is er niet meer nodig.
Wat meteen opviel bij Half Moon Run was de ongewone podiumbezetting. De drie bandleden (die meestal werden bijgestaan door een vierde) combineerden vaak verschillende instrumenten. In ieder geval wisselden ze vaker van instrument dan van onderbroek. De meest indrukwekkende prestatie werd geleverd door de drummer, die over zijn drumstel heen een keyboard had staan en die beide zelfs meermaals samen wist te bespelen. Ons eeuwigdurend respect.
Het trio zat nog in die fase waarin het duidelijk zichtbaar was dat elke avond waarop ze hun nummers mochten spelen voor een publiek een plezierige avond was. Van verveling of routine was er nog lang geen sprake.
Dat het publiek in de Rotonde enthousiaster was dan we ze ooit tevoren hebben gezien (en vooral gehoord) zal hier zeker aan hebben bijgedragen. Na drie toegiften te hebben gespeeld verliet de band het podium, maar het gejoel en applaus bleef aanhouden tot de band nog eens terugkwam. Maar al wat er vanaf kon was een welgemeende buiging en de belofte snel terug te komen. De nummers waren op wellicht.
Muzikaal was het dan ook best knap. Dat de groep energie in zich heeft wonen hoorden we aan nummers als Call Me In The Afternoon (met alle leden op drums) en ook Give Up dreef op aanstekelijke percussie. Judgement bezat even veel funk als Prince.
En toch was het concert vooral ingetogen, waardoor wij ons afvroegen hoe de verstilde nummers in het Sportpaleis zijn overgekomen. Of ze überhaupt wel zijn overgekomen. Nummers als Nerve, No More Losing The War en Need It waren in de eerste plaats vooral mooi en het tot de essentie gestroopte Fire Escape kreeg de finishing touch met dat streepje mondharmonica op het einde.
Het absolute hoogtepunt was Vampire, een cover van Pink Mountaintops, die de vier heren volledig akoestisch en dus ook zonder microfoons brachten. Toen ze hun handgeklap en voetengestamp aanwendden als percussie, viel de hele zaal al snel in. We hebben het enkel nog maar The Low Anthem en Damien Rice eerder op dit niveau zien doen.
Invloeden zijn hier legio en duidelijk hoorbaar. Meer dan eens moesten we aan Local Natives denken en ook een snuifje The Veils en Mona drong tot ons door, maar het stemgeluid van zanger Devon Portielje (sic) deed ons meteen denken aan dat van James Walsh van Starsailor. Vermeng dit alles met de inventiviteit van pakweg Doves (die nog altijd schandelijk genegeerd worden in België) en je komt uit bij Half Moon Run.
We werden nog niet omver geblazen door de Canadezen, maar wankelen deden we al wel. Het eerste is wellicht de schuld van Drug You, het enige nummer dat ons niet wist te overtuigen. Alle ingrediënten om ons in de toekomst wel helemaal omver te blazen zijn aanwezig. Vanaf nu volgen wij het doen en laten van Half Moon Run. En bedankt voor de tip.