HAIM - Get spontaan or die trying
Ancienne Belgique, Brussel, 26 februari 2014
Met een bang hartje zakten we na het lezen van enkele minder enthousiaste recensies over vorige passages van de Californische zussen af naar een uitverkochte Ancienne Belgique – waar net dat tikkeltje meer plaats leek te zijn dan bij andere ‘uitverkocht’-avonden. Daar probeerde het indiegezelschap de vele twijfels weg te spelen. Hoewel, veel proberen was er niet aan.
Net als op hun plaat openden ze met Falling. De bonkende hartslag en de witte lichtstralen zorgden alvast voor een begeesterend lange intro, waarbij het trio het podium kwam opgehuppeld. Zij hadden helaas heel wat minder fascinerends te brengen, want op een uitstekende gitaarsolo na viel de rest van het nummer ietwat door de mand. Ook in If I Could Change Your Mind was de zang van vooral frontvrouw Danielle erg zwak, met momenten dan weer te fel. Enkele ogenblikken na het concert lanceerden ze van deze nieuwe single trouwens de videoclip.
Het begon al vrij snel toch iets te hard te dagen dat ze met hun kwaliteit van net niet perfect te zijn, vaak de gemakkelijkste weg kiezen. Eens hun nummers onderweg zijn, is er niets aan de hand, maar een concertbezoeker zou niet op zoiets moeten zitten wachten.
Na het timide openingsduo besloten de zussen om ons uit te nodigen voor een jam in hun woonkamer in Los Angeles. Na twee nummers al een jam afsteken is één ding, dat die dan ook simpelweg nog eens iets te georchestreerd op een volwaardig nummer leek, iets anders. De dragende drums en gierende grungegitaren deden aan Ram Jam denken en ploeterden het publiek wel voor een eerste keer los.
De hardere rockkaart werd verder getrokken in Honey & I, zij het na de verliefde opening uiteraard. De tokkelende brug en het punky probeersel deed voor een fractie denken aan Blink-182, aan u om te bepalen wie daar nu (on)tevreden over moet zijn. Maar op die manier zagen we ze wel een keer spontaan en uitbundig, overtuigend zowaar.
We kregen zelfs twijfels. Of we de band niet te hard door het slijk sleurden. Of ze hun start gewoon hadden gemist en al bij al toch nog een leuke set brachten. Onverwachte beterschap, weet u wel, geheel te danken aan My Song 5. R&B, vettige riffs à la Deap Vally, geisers van glossy synths en zweterige drumcomputers deden de zaal kronkelen van sensualiteit.
Ook in Go Slow werd het potentieel van het nummer maximaal benut. Iets zachter dan hun onstuimige pop weliswaar, maar wel veel beter live. Er werd telkens opgebouwd vanuit een dieptepunt via een samenlopen van climaxen en canongezang.
Maar na de remonte (en een Are you Irish?-mop vanop de eerste rij) kwam het verval. Yanina ‘Whoopi’ Wickmayer-gewijs werd Don’t Save Me te snel en heel wat minder schitterend als op plaat gespeeld. Forever liep vervolgens te traag, maar wist zich via een magnifieke gitaarbrug terug te swingen en sloot de set na amper drie kwartier af. De reputatie van korte performances alweer iets steviger aangedikt.
In de bis werd er met het sobere Running If You Call My Name, op het Bonanziaans einde na, koeltjes van wal gestoken. The Wire kwam als perfecte opkikker uit het boekje, al had Let Me Go het nog moeilijk om hun ongeloofwaardige “craziest show ever” af te maken, een uitgebreide drumsolo ten spijt.